ECLI:NL:RBASS:2007:BA6700
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.E. Münzebrock
- A. Rombouts-Nieuwstraten
- N.R. Boonstra
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in ontuchtzaak na onvoldoende bewijs van dwang of bedreiging
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Assen, stond de verdachte terecht op beschuldiging van het plegen van ontuchtige handelingen met een slachtoffer. De zitting vond plaats op 22 mei 2007, waarbij de verdachte werd bijgestaan door advocaat mr. H.C. Lunter. De officier van justitie, mr. G.C. Bruins Slot, eiste een taakstraf van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met reclasseringstoezicht.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte het slachtoffer had gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van geweld of bedreiging. De rechtbank baseerde haar oordeel op het feit dat het slachtoffer, na de handelingen van de verdachte, herhaaldelijk weerstand bood aan zijn verzoeken. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat het slachtoffer niet in een bedreigende situatie verkeerde en in staat was om haar wil kenbaar te maken.
De rechtbank merkte op dat het slachtoffer pas maanden na de incidenten aangifte deed, wat ook bijdroeg aan de twijfels over de geloofwaardigheid van de beschuldigingen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel de primaire als de subsidiaire tenlastelegging, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het slachtoffer had gedwongen tot de ontuchtige handelingen. De uitspraak werd gedaan op 5 juni 2007 door de meervoudige kamer van de rechtbank, met de rechters J.E. Münzebrock, A. Rombouts-Nieuwstraten en N.R. Boonstra.