ECLI:NL:RBASS:2007:BA5402

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
15 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.830311-06
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld in vereniging tijdens taxirit

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 15 mei 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met een medeverdachte betrokken was bij een gewelddadige diefstal van een taxi. De feiten vonden plaats op 10 december 2006 in Eelde, waar de verdachte en zijn medeverdachte, na een avond uit, de taxichauffeur onder druk zetten om zijn portemonnee af te geven. De medeverdachte heeft de chauffeur met geweld bedreigd, terwijl de verdachte in de taxi zat. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet direct betrokken was bij de afpersing van de portemonnee, maar wel bij de daaropvolgende diefstal van de taxi. De verdachte had de mogelijkheid om zich aan de situatie te onttrekken, maar koos ervoor om in de taxi te blijven en samen met de medeverdachte weg te rijden. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte zich niet van het geweld had gedistantieerd en dat hij medepleger was van de diefstal met geweld. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf van 9 maanden op, waarbij rekening werd gehouden met zijn eerdere veroordelingen. De benadeelde partij werd niet ontvankelijk verklaard in haar vordering, die alleen bij de burgerlijke rechter kon worden ingediend. De rechtbank gelastte ook de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
STRAFVONNIS van de Meervoudige kamer in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1984,
wonende [adres verdachte],
thans verblijvende in [plaats van detentie verdachte].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 01 mei 2007.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. O.E. de Jong, advocaat te Nieuwegein.
De officier van justitie mr. A.M. de Vries acht hetgeen is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:
* 20 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest;
* beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij;
* toewijzing vordering na voorwaardelijke veroordeling in de zaak met parketnummer 19.830057-06.
TENLASTELEGGING
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
hij op of omstreeks 10 december 2006 te Eelde, gemeente Tynaarlo, althans in het arrondissement Assen, op de openbare weg de Burgemeester J.G. Legroweg, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met inhoud en/of (vervolgens) een taxi/auto, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam bedrijf], of aan een derde, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader, die zich liet(en) vervoeren met een door die [naam slachtoffer] bestuurde taxi,
- die [naam slachtoffer] bij diens keel/hals nek hebben/heeft gegrepen en/of
- die [naam slachtoffer] een fietsenstandaard, althans een scherp en/of puntig voorwerp,
in/tegen de keel/hals hebben/heeft gedrukt/gezet en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd: "En nu stoppen; stoppen,
nu; stoppen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking
en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd: "En nu uitstappen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd: "Geef me je geld", althans
woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd: "Telefoon en alles laten liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd dat deze weg moest lopen,
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
en/of
hij op of omstreeks 10 december 2006 te Eelde, gemeente Tynaarlo, althans in het arrondissement Assen, op de openbare weg de Burgemeester J.G. Legroweg, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee met inhoud en/of (vervolgens) een taxi/auto, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam bedrijf] en/of [naam slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of
welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader, die zich liet(en) vervoeren met een door die [naam slachtoffer] bestuurde taxi,
- die [naam slachtoffer] bij diens keel/hals nek hebben/heeft gegrepen en/of
- die [naam slachtoffer] een fietsenstandaard, althans een scherp en/of puntig voorwerp,
in/tegen de keel/hals hebben/heeft gedrukt/gezet en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd: "En nu stoppen; stoppen,
nu; stoppen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking
en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd: "En nu uitstappen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd: "Geef me je geld", althans
woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd: "Telefoon en alles laten
liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd dat deze weg moest lopen,
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
De rechtbank zal, waar in de tenlastelegging staat "verdachte en/of zijn mededader(s)" lezen alsof daar staat "verdachte en/of zijn medeverdachte(n)". De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld. Een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde immers voor onschuldig te worden gehouden.
BEWIJSMIDDELEN
Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 10 december 2006 te Eelde, gemeente Tynaarlo, op de openbare weg, de urgemeester J.G. Legroweg, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een taxi toebehorende aan [naam bedrijf], welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen [naam slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat zijn medeverdachte
- die [naam slachtoffer]bij diens keel/hals heeft gegrepen en
- die [naam slachtoffer] een fietsenstandaard tegen de keel/hals heeft gedrukt en
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd: "En nu stoppen; stoppen,
nu; stoppen" en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd dat deze weg moest lopen.
De verdachte zal van het meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
BIJZONDERE BEWIJSOVERWEGINGEN
De betreffende avond zijn de verdachte en zijn medeverdachte [naam medeverdachte] uit het IMC vertrokken om te gaan stappen. Eerst zijn zij naar een café in Eelde gegaan en vervolgens per taxi naar Groningen. Later die nacht zijn zij ook weer per taxi uit Groningen naar het IMC vertrokken. Tijdens deze taxirit heeft [naam medeverdachte] de chauffeur met geweld gedwongen de taxi tot stilstand te brengen en zijn portemonnee af te geven. Nadat de chauffeur was uitgestapt en zijn portemonnee had afgegeven, is de verdachte aan de passagierszijde uitgestapt, om de taxi heengelopen en aan de bestuurderszijde ingestapt. De verdachte is vervolgens samen met [naam medeverdachte] in de taxi de snelweg opgereden.
Vast staat dat het [naam medeverdachte] is die het initiatief heeft genomen met betrekking tot hetgeen zich die avond in de bewuste taxi heeft afgespeeld: zonder enige aanleiding en onder invloed van een grote hoeveelheid alcohol heeft [naam mede verdachte] geweld tegen de chauffeur gebruikt en hem bedreigd. Het is aannemelijk dat de verdachte door deze actie werd verrast en geen betrokkenheid had en wenste bij het geweld. De verdachte heeft de portemonnee die de taxichauffeur hem aanbood, geweigerd.
De rechtbank maakt op grond van deze feitelijke gang van zaken onderscheid tussen de afpersing van de portemonnee en daaropvolgende diefstal met geweld van de taxi. De verdachte treft geen verwijt ten aanzien van de afpersing van de portemonnee maar wel ten aanzien van de diefstal met geweld van de taxi.
De verdachte was immers getuige geweest van de gewelddadige actie van [naam medeverdachte] en hoewel de mogelijkheid bestond om zich aan de situatie te onttrekken - op het moment dat de taxi tot stilstand kwam had de verdachte eenvoudig kunnen weglopen nu [naam medeverdachte] daartoe geen belemmering vormde en de taxi zich vlakbij het IMC bevond -, heeft de verdachte ervoor gekozen om in de taxi achter het stuur te stappen en samen met [naam medeverdachte] weg te rijden. De verdachte heeft zich dan ook niet van de situatie en van het door [naam medeverdachte] gebruikte geweld gedistantieerd, zodat dit ook de verdachte wordt aangerekend. De rechtbank acht dan ook medeplegen van diefstal met geweld van de taxi bewezen.
KWALIFICATIE
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
strafbaar gesteld bij artikel 312 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
STRAFBAARHEID
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
STRAFMOTIVERING
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit feit is begaan;
- hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte;
- de eis van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman van de verdachte;
- de oriëntatiepunten voor de straftoemeting;
- de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. documentatieregister van 12 december 2006, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van misdrijven is veroordeeld;
Bijzondere overwegingen
Zoals reeds is overwogen is het medeverdachte [naam medeverdachte] die het initiatief heeft genomen tot het delict. Enerzijds is verdachte overrompeld door een situatie die hijzelf niet heeft gewild. Anderzijds heeft hij ervoor gekozen om, geconfronteerd met en gebruikmakend van de situatie zoals deze was ontstaan, als bestuurder in de taxi plaats te nemen en weg te rijden.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is.
BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij]
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering niet van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij zal dan ook niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering en zij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14f, 14g, 14h en 27 van het Wetboek van Strafrecht.
VORDERING TENUITVOERLEGGING NA VOORWAARDELIJKE VEROORDELING ONDER PARKETNUMMER 830057-06
De rechtbank acht de vordering van de officier van justitie toewijsbaar nu de verdachte, eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke straf bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank te Assen d.d. 13 juni 2006, zich tijdens de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
De rechtbank zal gelasten dat de niet tenuitvoergelegde straf alsnog zal worden tenuitvoergelegd.
BESLISSING VAN DE RECHTBANK
De rechtbank verklaart bewezen dat het tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot
gevangenisstraf voor de duur van 9 MAANDEN.
de rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet ontvankelijk is in haar vordering en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 830057-06
De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van de bij vonnis d.d. 13 juni 2006 door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Assen gewezen voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Fuhler, voorzitter en mr. N.R. Boonstra en mr. G. Kaaij, rechters in tegenwoordigheid van mr. S. Dijkstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 15 mei 2007 zijnde mr. Kaaij buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.