ECLI:NL:RBASS:2007:BA2124
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J. Schoemaker
- M.C. Fuhler
- A.M.E. van der Sluijs
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarige leerling
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Assen op 3 april 2007, stond de verdachte terecht op beschuldiging van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige leerling. De zaak kwam aan het licht na een melding van de aangeefster, die door haar vriendin werd gesteund. De verdachte, een leerkracht, werd beschuldigd van het proberen te bewegen van de aangeefster tot ontuchtige handelingen door middel van e-mails en suggestieve opmerkingen. Tijdens de zitting op 20 maart 2007 werd de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. E.H. Bokhorst.
De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangeefster en haar vriendin niet voldoende bewijs boden voor de tenlastelegging. De rechtbank merkte op dat de communicatie tussen de verdachte en de aangeefster onprofessioneel was, maar dat dit niet voldoende was om te concluderen dat de verdachte opzettelijk ontuchtige handelingen heeft geprobeerd te bewerkstelligen. De rechtbank vond de bewoordingen van de aangeefster te vaag en onvoldoende onderbouwd om de verdachte te veroordelen.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij de aangeefster heeft geprobeerd te bewegen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet in zijn verdediging was geschaad door eventuele fouten in de tenlastelegging. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. Van der Sluijs die buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen.