ECLI:NL:RBASS:2007:BA2090

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
23 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19/830301-06
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in geweldszaak met onduidelijke rol en getuigenverklaringen

In de zaak voor de Rechtbank Assen, die op 23 maart 2007 werd behandeld, stond de verdachte terecht op beschuldiging van poging tot moord en zware mishandeling. De tenlastelegging betrof incidenten die zich zouden hebben voorgedaan tussen 25 en 26 november 2006 in Assen, waarbij de verdachte samen met anderen de intentie had om het leven van een slachtoffer te beroven en deze zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Tijdens de zitting op 9 maart 2007 werd de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, Mr. H.W. Knottenbelt. De officier van justitie, Mr. J.L. van den Broek, stelde dat de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen was en vroeg om een veroordeling.

De rechtbank oordeelde echter dat de verklaringen van de getuigen niet consistent genoeg waren om de rol van de verdachte bij het geweld vast te stellen. Er was onduidelijkheid over de bijdrage van de verdachte aan het geweld dat door een medeverdachte was uitgeoefend. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden veroordeeld voor de tenlastegelegde feiten. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle beschuldigingen.

Daarnaast werd de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen was. De rechtbank besloot dat de benadeelde partij zijn vordering alleen bij de burgerlijke rechter kon indienen. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling werd eveneens afgewezen, omdat de strafbare feiten waarop deze vordering was gebaseerd niet bewezen waren verklaard. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank, met de voorzitter en twee andere rechters aanwezig, en werd op dezelfde dag openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
STRAFVONNIS van de Meervoudige kamer in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1985,
wonende [adres verdachte].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 09 maart 2007.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door Mr. H.W. Knottenbelt, advocaat te Assen.
De officier van justitie mr. J.L. van den Broek acht hetgeen 1 primair is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:
* 240 uur werkstraf subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
* 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
* niet ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij [naam benadeelde partij];
* tenuitvoerlegging van een bij vonnis van de politierechter te Assen d.d. 15 juni 2005 voorwaardelijk opgelegde geldboete van € 500,00 subsidiair 10 dagen hechtenis.
TENLASTELEGGING
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 25 november 2006 tot en met 26 november 2006 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [naam slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [naam slachtoffer] met een honkbalknuppel en/of met een breekijzer/koevoet, althans met (een) zwa(a)r(e) en/of hard(e) voorwerp(en), (meermalen) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 25 november 2006 tot en met 26 november 2006 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, door deze tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, met een honkbalknuppel en/of met een breekijzer/koevoet, althans met (een) zwa(a)r(e) en/of hard(e) voorwerp(en), (meermalen) tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan;
althans, indien ook terzake van het laatstvermelde geen veroordeling mocht
volgen, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 25 november 2006 tot en met 26 november 2006 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [naam slachtoffer] met een honkbalknuppel en/of met een breekijzer/koevoet, althans met (een) zwa(a)r(e) en/of hard(e) voorwerp(en), (meermalen) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 25 november 2006 tot en met 26 november 2006 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [naam slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [naam slachtoffer] met een honkbalknuppel en/of met een breekijzer/koevoet, althans met (een) zwa(a)r(e) en/of hard(e) voorwerp(en), (meermalen) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of de keel van die [naam slachtoffer] heeft dichtgeknepen/dichtgedrukt en/of enige tijd dichtgeknepen/ dichtgedrukt heeft gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 25 november 2006 tot en met 26 november 2006 te Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [naam slachtoffer] met een honkbalknuppel en/of met een breekijzer/koevoet, althans met (een) zwa(a)r(e) en/of hard(e) voorwerp(en), (meermalen) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of de keel van die [naam slachtoffer] heeft dichtgeknepen/dichtgedrukt en/of enige tijd dichtgeknepen/ dichtgedrukt heeft gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
VRIJSPRAAK
De verdachte dient van het onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair en 2 primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht met name de verklaringen van de getuigen onvoldoende consistent met betrekking tot de rol van verdachte bij het uitgeoefende geweld. Tevens is onduidelijk of verdachtes aanwezigheid heeft bijgedragen aan het door verdachte Ellens uitgeoefende geweld.
BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij]
De rechtbank acht het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen. De benadeelde partij zal niet ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering en hij kan zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
VORDERING TENUITVOERLEGGING NA VOORWAARDELIJKE VEROORDELING ONDER PARKETNUMMER 19.620535-05
De rechtbank zal de vordering van de officier van justitie afwijzen omdat de strafbare feiten waarop de vordering is gebaseerd niet bewezen zijn verklaard.
BESLISSING VAN DE RECHTBANK
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair en onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet ontvankelijk is in zijn vordering en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten draagt.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19.620535-05
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter en mr. O.J. Bosker en mr. G. Kaaij, rechters in tegenwoordigheid van J. Hoogeveen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 23 maart 2007, zijnde mr. Kaaij buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.