ECLI:NL:RBASS:2007:BA1368
Rechtbank Assen
- Raadkamer
- M.C. Fuhler
- A. Rombouts-Nieuwstraten
- J.J. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift inzake DNA-onderzoek na onjuiste ondertekening
In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 22 maart 2007 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat was ingediend door reclamant, die eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden voor diefstal met geweldpleging. Het bezwaarschrift was ingediend door mr. Hans Anker, de raadsman van reclamant, maar de handtekening op het bezwaarschrift was gezet door zijn broer, mr. W. Anker. De rechtbank oordeelde dat deze handtekening niet voldeed aan de vereisten, aangezien mr. W. Anker niet de raadsman van reclamant was en er geen schriftelijke volmacht was overgelegd die hem daartoe machtigde. Hierdoor kon reclamant niet worden ontvangen in zijn bezwaarschrift.
De rechtbank overwoog verder dat, zelfs als het bezwaarschrift geldig was ingediend, er geen rechtsgeldige afname van DNA-materiaal had plaatsgevonden. De verklaring van afname, opgemaakt op 7 februari 2007, vermeldde niet welk DNA-materiaal was afgenomen en was niet ondertekend door de getuige die het materiaal had afgenomen. Dit leidde tot de conclusie dat het ingediende bezwaarschrift niet ontvankelijk was, omdat de grond aan het bezwaarschrift ontbrak.
De rechtbank verklaarde reclamant niet ontvankelijk in het ingediende bezwaarschrift, wat betekent dat het bezwaarschrift niet in behandeling kon worden genomen. Deze beslissing werd genomen door de derde meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de griffier R.C. Sprong aanwezig was. De uitspraak benadrukt het belang van correcte procedurele stappen bij het indienen van bezwaarschriften, vooral in het kader van DNA-onderzoek.