ECLI:NL:RBASS:2007:AZ9941

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
27 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.830212-06
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zware seksuele misdrijven met terbeschikkingstelling en schadevergoeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 27 februari 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van zware seksuele misdrijven, waaronder verkrachting. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij het slachtoffer op grove wijze seksueel heeft misbruikt, waarbij hij enkel aan zijn eigen behoeftebevrediging heeft gedacht en geen rekening heeft gehouden met de gevoelens en gevolgen voor het slachtoffer. De verdachte is verschenen bijgestaan door zijn advocaat, mr. C. Eenhoorn, en de officier van justitie, mr. E.H.G. Kwakman, heeft de vordering tot bewezenverklaring gedaan.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, die onder andere bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer door middel van geweld en bedreiging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren, terbeschikkingstelling met voorwaarden, en toewijzing van de civiele vordering van het slachtoffer. De rechtbank heeft daarbij gelet op de ernst van het delict, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, en de eerdere veroordelingen van de verdachte.

De rechtbank heeft ook de conclusies van gedragsdeskundigen in overweging genomen, die hebben geadviseerd om de verdachte ter beschikking te stellen vanwege een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en een sterke verslavingsneiging. De rechtbank heeft besloten dat de verdachte zich moet ondergaan aan een behandeling bij de Ambulante Forensische Psychiatrie en dat hij zich moet houden aan strikte voorwaarden, waaronder het volledig afzien van alcohol en drugs. De rechtbank heeft de schadevergoeding aan het slachtoffer vastgesteld op € 2142,91, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
STRAFVONNIS van de Meervoudige kamer in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1983,
wonende [adres verdachte], thans verblijvende in [plaats van detentie verdachte].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 13 februari 2007.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. C. Eenhoorn, advocaat te Groningen.
De officier van justitie mr. E.H.G. Kwakman acht hetgeen is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:
* een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren;
* terbeschikkingstelling met voorwaarden;
* toewijzing van de civiele vordering;
* oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
TENLASTELEGGING
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
hij op of omstreeks 03 september 2006 te Assen door geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een)
handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], hebbende verdachte
- meermalen, althans eenmaal, zijn penis in de mond van die [naam slachtoffer]
geduwd/gebracht en/of
- meermalen, althans eenmaal, zijn penis in de vagina van die [naam slachtoffer]
geduwd/gebracht
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [naam slachtoffer] (stevig) (om haar bovenarmen en/of haar lichaam) heeft
beetgepakt en/of
- met die [naam slachtoffer] in gevecht/worsteling is gegaan/geraakt en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd: "Je kunt beter meewerken anders
duurt het alleen maar langer", althans woorden van gelijke dreigende
aard en/of strekking en/of
- die [naam slachtoffer] op de grond heeft gegooid en/of
- die [naam slachtoffer] (gedeeltelijk) van de door haar gedragen kleding heeft
ontdaan en/of
- die [naam slachtoffer], terwijl zij op de grond lag, op haar rug heeft gedraaid en/of
- toen die [naam slachtoffer] was gaan schreeuwen, zijn hand(en) op haar mond heeft
gedrukt/gelegd en/of
- die [naam slachtoffer] (opnieuw) op de grond heeft gegooid en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd: "Je moet je bek houden, want ik
breek je nek", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of
strekking en/of
- die [naam slachtoffer] een eind met zich mee heeft gesleept en/of
- die [naam slachtoffer] (opnieuw) (gedeeltelijk) van de door haar gedragen kleding heeft
ontdaan en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd: "Je moet op je knieën", althans
woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend (meermalen) tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd: "Je moet mij zuigen"
en/of "Zuigen zul je" en/of "Zuigen, zuigen, zuigen, zuigen", althans
woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [naam slachtoffer] aan haar haren heeft getrokken en/of
- het hoofd van die [naam slachtoffer] naar zijn penis heeft geduwd/gebracht en/of
- de door hem gepleegde handeling(en) heeft verricht ondanks het door die
[naam slachtoffer] lichamelijk en/of verbaal geboden verzet;
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
BEWIJSMIDDELEN
Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 03 september 2006 te Assen door geweld of andere feitelijkheden en bedreiging met geweld of andere feitelijkheden [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], hebbende verdachte
- meermalen, zijn penis in de mond van die [naam slachtoffer] geduwd/gebracht en
- meermalen, zijn penis in de vagina van die [naam slachtoffer] geduwd/gebracht
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheden en die bedreiging met geweld of die andere feitelijkheden hierin dat verdachte
- die [naam slachtoffer] stevig om haar bovenarmen en haar lichaam heeft beetgepakt en
- met die [naam slachtoffer] in gevecht/worsteling is gegaan en
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd: "Je kunt beter meewerken anders
duurt het alleen maar langer" en
- die [naam slachtoffer] op de grond heeft gegooid en
- die [naam slachtoffer] gedeeltelijk van de door haar gedragen kleding heeft
ontdaan en
- die [naam slachtoffer], terwijl zij op de grond lag, op haar rug heeft gedraaid en
- toen die [naam slachtoffer] was gaan schreeuwen, zijn hand op haar mond heeft
gedrukt en
- die [naam slachtoffer] opnieuw op de grond heeft gegooid en
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd: "Je moet je bek houden, want ik
breek je nek" en
- die [naam slachtoffer] een eind met zich mee heeft gesleept en
- die [naam slachtoffer] opnieuw gedeeltelijk van de door haar gedragen kleding heeft
ontdaan en
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd: "Je moet op je knieën"
en
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd: "Je moet mij zuigen"
en "Zuigen zul je" en "Zuigen, zuigen, zuigen, zuigen" en
- die [naam slachtoffer] aan haar haren heeft getrokken en
- het hoofd van die [naam slachtoffer] naar zijn penis heeft geduwd/gebracht en
- de door hem gepleegde handelingen heeft verricht ondanks het door die
[naam slachtoffer] lichamelijk en verbaal geboden verzet.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring.
De verdachte zal van het meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
KWALIFICATIE
Het bewezen verklaarde levert op:
verkrachting,
strafbaar gesteld bij artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht.
STRAFBAARHEID
De rechtbank heeft kennis genomen van een psychiatrisch rapport d.d. 31 januari 2007, opgemaakt door R. Vriesema, psychiater en psychoanalyticus.
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie - zakelijk weergegeven -:
" betrokkene wordt verminderd toerekeningsvatbaar voor het tenlastegelegde geacht."
De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de toedracht van de feiten en de persoon van de verdachte, met voormelde conclusie en maakt die tot de hare.
De rechtbank is derhalve van oordeel, dat het hiervoor bewezen verklaarde aan de verdachte kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate.
STRAFMOTIVERING
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit feit is begaan;
- hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte;
- de eis van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman van de verdachte;
- de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 05 september 2006, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van een geweldsmisdrijf is veroordeeld.
De rechtbank rekent het verdachte erg zwaar aan, dat hij het slachtoffer op grove wijze seksueel heeft misbruikt. Hij heeft daarbij alleen aan zijn eigen behoeftebevrediging gedacht en op geen enkele wijze rekening gehouden met de gevoelens van en de latere gevolgen voor het slachtoffer.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is.
MOTIVERING MAATREGEL VAN TERBESCHIKKINGSTELLING.
Door de gedragsdeskundigen, R. Vriesema, psychiater en psychoanalyticus en drs. R. de Vries, psycholoog, die de verdachte beiden hebben onderzocht, is elk afzonderlijk een met reden omkleed, gedagtekend en ondertekend advies uitgebracht.
De conclusies in het advies van R. Vriesema, psychiater en psychoanalyticus, d.d. 31 januari 2007 luiden:
"Bij betrokkene kan worden gesproken van een identiteitsstoornis met een gebrekkig zelfgevoel en afhankelijkheid van directe wensvervulling enerzijds en anderzijds van een weinig assertieve contactname. Verder bestaat een sterke verslavingstendens aan cocaïne en alcohol, door welk gebruik betrokkene ernstig ontremd kan raken. Ten tijde van het tenlastegelegde was betrokkene onder invloed van veel cocaïne en alcohol en werd de laag in zijn persoonlijkheid met een dwingende behoefte aan directe wensvervulling manifest in het contact met het slachtoffer. Een en ander geschiedde op een wijze waarbij betrokkene geen controle meer had over zichzelf. Juist een tekort aan innerlijke begrenzing enerzijds en de weinig assertieve opstelling in contacten anderzijds, waarbij betrokkene nog eens een sterke verslavingsneiging heeft aan alcohol en cocaïne, bepalen de kans op recidive. Een behandeling in het kader van TBS met voorwaarden lijkt het meest geschikt om recidive te voorkomen. De behandeling dient gericht te zijn op betere zelfbegrenzing, meer individuatie en verder abstinentie van alcohol en drugs. De voorwaarden bestaan uit een ambulante behandeling bij Ambulante Forensische Psychiatrie Noord Nederland of een daarmee vergelijkbaar instituut, waarbij betrokkene volledig afziet van het gebruik van alcohol en drugs en volledig deelneemt aan het aangeboden programma, gericht op zelfbegrenzing, maar ook betere assertiviteit en waarbij hij zich verder houdt aan de voorwaarden van de behandelaars."
De conclusies in het advies van drs. R. de Vries, psycholoog, d.d. 02 februari 2007 luiden:
"Bij betrokkene is sprake van middelenmisbruik. Onder invloed komen de opgekropte frustraties naar buiten. Het is moeilijk bij betrokkene persoonlijkheidskenmerken te omschrijven omdat hij deze nog niet heeft ontwikkeld. In het algemeen zijn de volgende factoren bij betrokkene een voorspeller voor een vergrote kans op een recidive: eerdere contacten met justitie, instabiel school-/arbeidsverleden, middelenmisbruik, jonge leeftijd van eerste en huidig delict, weinig tot geen probleeminzicht, impulsiviteit, weinig ontwikkeld gevoelsleven, zelfredzaamheid zonder familie is gering, weinig adequate copingsvaardigheden. In overleg met mederapporteur Vriesema adviseer ik behandeling in ambulante vorm bij de AFPN te Assen. Gezien de ernst van het delict en de kans op recidive adviseer ik deze behandeling binnen het kader van een TBS met voorwaarden te plaatsen."
De rechtbank verenigt zich met de bovenstaande conclusies en maakt die tot de hare.
Op grond van die conclusies en de adviezen en rapporten die over de persoonlijkheid van de verdachte zijn uitgebracht, is de rechtbank van oordeel dat bij de verdachte tijdens het begaan van het bewezenverklaarde feit een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens bestond.
Het door de verdachte begane feit is een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf voor de duur van ten hoogste 12 jaren is gesteld.
Op grond van het bovenstaande en mede gelet op de ernst van het begane feit, is de rechtbank van oordeel dat de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank zal daarom gelasten dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd ter zake van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
De rechtbank zal nader te noemen voorwaarden, overeenkomstig het advies in het maatregelrapport van de reclassering van 7 februari 2007, stellen betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde.
De verdachte heeft zich bereid verklaard tot naleving van die voorwaarden.
BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De vordering acht zij tot na te noemen bedrag voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en tot na te noemen bedrag voor toewijzing vatbaar. Voor het overige
-de schade aan de telefoon- acht de rechtbank de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering, wegens het ontbreken van voldoende causaal verband tussen het feit en die schade. Voor dit deel kan de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL
Met betrekking tot het bewezen verklaarde feit acht de rechtbank de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht tot na te noemen bedrag aansprakelijk voor de schade, die door het strafbare feit is toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 37a, 38, 38a en 63 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING VAN DE RECHTBANK
De rechtbank verklaart bewezen dat het tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot
gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank beveelt dat de verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt ter bescherming van de algemene veiligheid van personen de volgende voorwaarden:
- de verdachte zal zich onder behandeling stellen van de Ambulante Forensische Psychiatrie Noord-Nederland (AFPN) te Assen, dan wel een soortgelijke instelling, voor zolang dit door de behandelaars en de reclassering nodig wordt geacht;
- de verdachte zal zich behandelbaar en begeleidbaar opstellen;
- de verdachte zal geen alcohol en drugs gebruiken en zijn medewerking verlenen aan urine- en bloedcontroles ter naleving hiervan;
- verdachte zal zich onder toezicht stellen van de Reclassering Nederland en zich gedragen naar de aanwijzingen door die instelling hem in zijn reclasseringsbelang te geven.
De rechtbank stelt vast dat de totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling een periode van vier jaar te boven mag gaan.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij] van de som van ? 2142,91 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is en dat zij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten draagt.
De rechtbank legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer], een bedrag van ? 2142,91 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 42 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en
verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Schoemaker, voorzitter en mr. A. Rombouts-Nieuwstraten en mr. N.R. Boonstra, rechters in tegenwoordigheid van J. Hoogeveen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 27 februari 2007.