ECLI:NL:RBASS:2007:AZ8967

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
21 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
58327
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schikking omtrent schadevergoeding tussen KWF en gedaagde na ontslag op staande voet

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 21 februari 2007 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de stichting Koningin Wilhelmina Fonds (KWF) en een gedaagde partij. De gedaagde, die op 1 november 1999 in dienst trad bij KWF, werd op 20 juli 2006 op staande voet ontslagen wegens verduistering van gelden die toebehoorden aan KWF. De gedaagde heeft erkend dat zij gelden voor zichzelf heeft gehouden, wat leidde tot een onderzoek door KWF naar de verduisteringsgevallen. Het totaalbedrag dat de gedaagde had verduisterd, werd vastgesteld op € 156.567,93. Daarnaast had KWF nog een vordering van € 7.674,32 op de gedaagde in verband met een autofinanciering.

Tijdens een comparitie van partijen op 31 januari 2007 hebben KWF en de gedaagde een schikking getroffen. Ze hebben afgesproken dat de gedaagde een bedrag van € 195.000,-- aan KWF zou betalen, waarin het volledige schadebedrag en het bedrag ter zake van de autolening zijn opgenomen. De partijen hebben de rechtbank verzocht om deze regeling in een vonnis vast te leggen. De rechtbank heeft aan dit verzoek voldaan en in het vonnis bepaald dat partijen na betaling van het afgesproken bedrag over en weer gekweten zullen zijn. Tevens zijn de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.E. van Rossum, in tegenwoordigheid van griffier H. Takens.

Uitspraak

Vonnis d.d. 21-2-2007.
Zaaknummer 58327
RECHTBANK ASSEN.
Vonnis van de eerste enkelvoudige kamer in de zaak van:
de stichting KONINGIN WILHELMINA FONDS, gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
advocaten mrs. C.J. Blauw en J. Blokker te Amsterdam,
procureur mr. H.J. de Ruijter,
t e g e n
[GEDAAGDE], wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
procureur mr. R.W. Lagerwaard.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als KWF en [gedaagde].
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 november 2006, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd;
- akte houdende inbreng producties d.d. 6 december 2006
- akte houdende inbreng producties, tevens houdende vermeerdering van eis d.d. 31 januari 2007
- het proces-verbaal van de comparitie na antwoord van 22 november 2006.
Partijen hebben vonnis gevraagd.
DE FEITEN
[gedaagde] is op 1 november 1999 in dienst getreden bij KWF in de functie van promotor ten behoeve van de afdeling Fondsenwerving in de regio Groningen/Drenthe.
KWF heeft [gedaagde] op 20 juli 2006 op staande voet ontslagen omdat gebleken was dat zij aan het KWF toebehorende gelden had verduisterd. [gedaagde] heeft erkend dat zij gelden bestemd voor het KWF voor zichzelf heeft gehouden.
KWF heeft onderzoek verricht naar het aantal verduisteringsgevallen. Blijkens de matrix die zij als productie 87 bij de akte van 31 januari 2007 heeft overgelegd, heeft zij het door [gedaagde] verduisterde bedrag becijferd op € 156.567,93.
In verband met het ontslag op staande voet heeft in augustus 2006 een eindafrekening plaatsgevonden met betrekking tot een aan [gedaagde] verstrekte autofinanciering. Ter zake daarvan heeft KWF nog een vordering op [gedaagde] van € 7.674,32.
DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
Tijdens de op 31 januari 2007 gehouden comparitie van partijen na antwoord hebben KWF en [gedaagde] overeenstemming bereikt over de regeling van hun geschil. Zij hebben daartoe het volgende afgesproken:
“[gedaagde] betaalt aan het KWF een bedrag van € 195.000,--, waarin begrepen het volledige schadebedrag als opgenomen in de matrix bij de akte van KWF d.d. 31 januari 2007 en het gevorderde bedrag ter zake van de autolening en voor het overige bedrag ten titel van kosten.
Partijen verklaren dat zij na voldoening van genoemd bedrag over en weer gekweten zullen zijn.
Partijen verklaren ieder de eigen kosten te dragen.”
Het bovenstaande is vastgelegd in het proces-verbaal van de comparitie. Partijen hebben de rechtbank verzocht de getroffen regeling in een vonnis vast te leggen.
De rechtbank zal aan het verzoek van partijen voldoen.
BESLISSINGEN
De rechtbank:
1 Veroordeelt [gedaagde] om aan KWF te betalen een bedrag van € 195.000,-- (zegge honderdvijfennegentigduizend euro), waarin begrepen het volledige schadebedrag als opgenomen in de matrix bij de akte van KWF d.d. 31 januari 2007, het gevorderde bedrag ter zake van de autolening, en voor het overige bedrag ten titel van kosten.
2 Bepaalt dat partijen na voldoening van bovengenoemd bedrag over en weer gekweten zullen zijn.
3 Verklaart de hiervoor gegeven beslissingen uitvoerbaar bij voorraad.
4 Compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5 Ontzegt het meer of anders gevorderde.
Aldus gedaan te Assen door mr. M.E. van Rossum, in tegenwoordigheid van H. Takens, griffier, uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 21 februari 2007 en door mr. Van Rossum en de griffier ondertekend.