STRAFVONNIS van de Meervoudige kamer in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1963,
wonende [adres verdachte],
thans verblijvende in [plaats van detentie verdachte].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 05 december 2006.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen.
De officier van justitie mr. G.C. Bruins-Slot acht hetgeen onder 1, 2 en 3 primair is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:
* 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, proeftijd 3 jaren met bijzondere voorwaarden;
* beslissing ten aanzien van de vordering benadeelde partij.
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 9 juli 1998, te Rolde, althans in de gemeente Aa en Hunze, en/of te Meppel, althans in de gemeente Meppel, met [naam slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], hebbende verdachte (telkens) zijn, verdachte's penis in de mond van die [naam slachtoffer] gebracht/geduwd, althans die [naam slachtoffer] zijn, verdachte's penis in de mond laten nemen;
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 9 juli 1998, te Rolde, althans in de gemeente Aa en Hunze en/of te Meppel, althans in de gemeente Meppel, met [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer] 1982, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande (telkens) in het ontuchtig
- vastpakken/betasten van en/of trekken aan de penis van die [naam slachtoffer] en/of
- in zijn, verdachte's mond nemen van de penis van die [naam slachtoffer] en/of het likken en/of zuigen aan de penis van die [naam slachtoffer];
hij in of omstreeks de periode van 10 juli 1997 tot en met 10 juli 1999, te Meppel, althans in de gemeente Meppel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [naam slachtoffer], van wie verdachte wist dat die [naam slachtoffer] (tengevolge van drankgebruik en/of diepe slaap) in staat van bewusteloosheid of lichamelijke onmacht verkeerde, een of meer handeling(en) te plegen, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], een vibrator tegen de (ontblote) anus van die [naam slachtoffer] heeft geduwd/gedrukt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 10 juli 1997 tot en met 9 juli 1998, te Meppel, althans in de gemeente Meppel, met [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer] 1982, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig in het duwen van een vibrator tegen de anus en/of het in zijn, verdachte's mond nemen van en/of zuigen aan de penis van die [naam slachtoffer];
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie.
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 januari 1998 tot en met 9 juli 1998 in de gemeente Aa en Hunze met [naam slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], hebbende verdachte zijn, verdachte's penis in de mond van die [naam slachtoffer] gebracht;
hij in de periode van 1 januari 1998 tot en met 9 juli 1998 in de gemeente Aa en Hunze of te Meppel, met [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer] 1982, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het ontuchtig
- vastpakken/betasten van en trekken aan de penis van die [naam slachtoffer] en/of
- in zijn, verdachte's mond nemen van de penis van die [naam slachtoffer] en/of het likken en/of zuigen aan de penis van die [naam slachtoffer];
hij in de periode van 10 juli 1997 tot en met 10 juli 1999, te Meppel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [naam slachtoffer], van wie verdachte wist dat die [naam slachtoffer] tengevolge van drankgebruik en/of diepe slaap in staat van lichamelijke onmacht verkeerde, een handeling te plegen, die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], een vibrator tegen de (ontblote) anus van die [naam slachtoffer] heeft geduwd/gedrukt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1, 2 en 3 primair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
strafbaar gesteld bij artikel 245 (oud) van het Wetboek van Strafrecht;
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen,
strafbaar gesteld bij artikel 247 (oud) van het Wetboek van Strafrecht;
poging tot met iemand van wie hij weet dat hij in staat van lichamelijke onmacht verkeert, handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
strafbaar gesteld bij artikel 243 (oud) in verbinding met artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan;
- hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte;
- de eis van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsvrouw van de verdachte;
- de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 07 september 2006, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder ter zake van een misdrijf is veroordeeld.
Verdachte heeft gedurende de eerste helft van 1998 met [naam slachtoffer] ontuchtige handelingen gepleegd. [naam slachtoffer] was in die tijd 15 jaar en had nauwelijks ervaring op seksueel gebied. Verdachte heeft situaties gecreëerd waardoor het gemakkelijk werd seksuele handelingen met [naam slachtoffer] te plegen. De rechtbank rekent verdachte aan dat hij berekenend te werk is gegaan en misbruik heeft gemaakt van de onervarenheid van de zeer jeugdige [naam slachtoffer]. Anderzijds hebben de feiten in een korte periode plaatsgevonden en heeft verdachte geen dwang toegepast.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is.
7. BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij]
De rechtbank acht het gevorderde bedrag onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij [naam benadeelde partij] zal niet ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering en hij kan zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
8. TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
9. BESLISSING VAN DE RECHTBANK
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1, 2 en 3 primair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1, 2 en 3 primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot
gevangenisstraf voor de duur van ACHTTIEN MAANDEN waarvan een gedeelte groot TWAALF MAANDEN voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Assen, zolang deze instelling zulks nodig oordeelt, hetgeen mede kan inhouden dat
de verdachte zich onder behandeling van de AFPN en/of de afdeling reclassering van de VNN zal laten stellen, met opdracht aan de reclasseringsinstelling ingevolge art. 14d van het Wetboek van Strafrecht en dat de verdachte geen jeugdige personen onder de 18 jaar in zijn woning zal ontvangen.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet ontvankelijk is in zijn vordering en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Münzebrock, voorzitter en mr. J.J. Schoemaker en mr. M.R.M. Beaumont, rechters in tegenwoordigheid van D. Witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 19 december 2006, zijnde mr. Beaumont buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.