ECLI:NL:RBASS:2006:AZ4154
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C. Fuhler
- N.R. Boonstra
- G. Kaaij
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval onder invloed van alcohol met lichamelijk letsel als gevolg
In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 12 december 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeval op 2 december 2005 in Meppel. De verdachte, bijgestaan door haar advocaat mr. G.J. van der Veer, werd beschuldigd van het veroorzaken van een ongeval terwijl zij onder invloed van alcohol verkeerde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, na het gebruik van alcoholhoudende drank, met een alcoholgehalte van 555 microgram per liter uitgeademde lucht, een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft veroorzaakt. Dit gebeurde toen zij met haar voertuig tegen de achterzijde van een voor haar rijdende auto botste, waardoor deze auto tegen een andere auto werd geduwd, met als gevolg dat een andere verkeersdeelnemer (slachtoffer) zwaar lichamelijk letsel opliep, te weten een whiplash.
De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte, dat de uitslag van de ademanalyse niet bepalend kan zijn voor de hoeveelheid alcohol die zij had gebruikt, ongeloofwaardig geacht. De verdachte had verklaard dat zij na het ongeval naar haar buurvrouw was gegaan en daar alcohol had gedronken, maar de rechtbank oordeelde dat de tijdlijn en de getuigenverklaringen dit niet ondersteunden. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij het ongeval leidde tot lichamelijk letsel van een ander, en heeft haar strafbaar verklaard.
De rechtbank heeft een onvoorwaardelijke taakstraf van 40 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 20 dagen indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Daarnaast is de verdachte de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de duur van negen maanden ontzegd. De rechtbank heeft hierbij de ernst van het feit en de impact op de verkeersveiligheid in overweging genomen, en oordeelde dat het belang van de verdachte niet opweegt tegen het belang van de verkeersveiligheid.