ECLI:NL:RBASS:2006:AZ4071
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J. Schoemaker
- J.E. Münzebrock
- M.R.M. Beaumont
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van vermeende doodslag met mes
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Assen, stond de verdachte terecht voor de beschuldiging van doodslag op 6 augustus 2006 te Schoonoord. De officier van justitie, mr. J. Hoekman, eiste een gevangenisstraf van acht jaren, stellende dat de verdachte opzettelijk en met voorbedachte rade het slachtoffer, [naam slachtoffer], met een mes in de hals had gestoken, wat tot de dood van het slachtoffer had geleid. De rechtbank heeft op 12 december 2006 uitspraak gedaan en kwam tot de conclusie dat niet overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte het slachtoffer met een mes had gestoken. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen in het dossier en de omstandigheden van de zaak. Er waren geen getuigen die het steekincident hadden waargenomen, en de verdachte had consistent ontkend dat hij het slachtoffer had gestoken. De rechtbank oordeelde dat de tijdsverloop tussen de mishandeling van de verdachte door het slachtoffer en de ontdekking van de fatale steekwond te groot was om aan te nemen dat de verdachte verantwoordelijk was voor de dood van het slachtoffer. Bovendien was er geen direct bewijs dat de verdachte het mes had gebruikt of dat hij op enig moment in de nabijheid van het slachtoffer was geweest om de fatale steek toe te brengen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten en hevelde het bevel tot voorlopige hechtenis op. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. J.J. Schoemaker als voorzitter, en de rechters mr. J.E. Münzebrock en mr. M.R.M. Beaumont, in aanwezigheid van griffier D. Witvoet.