ECLI:NL:RBASS:2006:AZ3265

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
28 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.810133-06
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor drugshandel en wapenbezit met verminderd toerekeningsvatbaarheid

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Assen op 28 november 2006 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die samen met anderen handelde in cocaïne en in het bezit was van een vuurwapen. De verdachte, die zwakbegaafd is en een gedragsstoornis heeft, kon zijn wil niet geheel in vrijheid bepalen, wat leidde tot de conclusie dat hij licht verminderd toerekeningsvatbaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 30 oktober 2005 in Emmen een pistool van categorie III, merk Zastava, type M 70, kaliber 7,65 mm, voorhanden heeft gehad. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 385 dagen, waarvan 300 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en een taakstraf van 200 uren. De voorwaardelijk opgelegde straf zal niet tenuitvoergelegd worden, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt of de bijzondere voorwaarden niet naleeft. De rechtbank heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde straf.

De rechtbank heeft verder de verbeurdverklaring van een GSM van het merk Samsung en de onttrekking aan het verkeer van het vuurwapen en de bijbehorende munitie bevolen. De beslissing is genomen na zorgvuldige overweging van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere veroordelingen.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
STRAFVONNIS van de Meervoudige kamer in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1989,
wonende [adres verdachte].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 14 november 2006.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door Mr. J.F. Grégoire, advocaat te 's-Gravenhage.
De officier van justitie mr. J. Hoekman acht hetgeen onder 1 en 2 is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:
- een onvoorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 79 dagen met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- een werkstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen jeugddetentie;
- de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met de bijzondere voorwaarde toezicht jeugd- reclassering, hetgeen mede zal inhouden deelname aan een dagbehandeling van de F.J.P. en deelname aan het Intensieve Traject Begeleiding Harde Kern;
- onttrekking aan het verkeer van een pistool, merk Zastava M-70, cal 7.65 mm, twee patroonhouders en 8 patronen;
- verbeurdverklaring van een GSM van het merk Samsung, kleur zwart.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting gewijzigde tenlastelegging bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode gelegen tussen 1
november 2005 tot en met 26 juni 2006 in de gemeente Emmen, althans in de
gemeente Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine) en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2. hij op of omstreeks 30 oktober 2005 te Emmen, althans in de gemeente Emmen, een of meer vuurwapens van categorie III, te weten een pistool (merk: Zastava, type M 70, kaliber: 7,65 mm), voorhanden heeft gehad en/of heeft gedragen;
BEWIJSMIDDELEN
Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1 en onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. hij in de periode gelegen tussen 1 november 2005 tot en met 26 juni 2006 in
de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2. hij op 30 oktober 2005 in de gemeente Emmen een vuurwapen van categorie III, te weten een pistool (merk: Zastava, type M 70, kaliber: 7,65 mm), voorhanden heeft gehad;
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1 en onder 2 meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
KWALIFICATIES
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
1. Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder B
van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 10 van de Opiumwet;
2. Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie,
strafbaar gesteld bij artikel 55, lid 3 van de Wet Wapens en Munitie.
STRAFBAARHEID
De rechtbank heeft kennis genomen van een psychiatrisch rapport d.d. 31 oktober 2006, opgemaakt door mevr. I.E. Troost, kinder- en jeugdpsychiater, vast gerechtelijk deskundige.
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie - zakelijk weergegeven -:
"Bij verdachte is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens
in de vorm van een zwakbegaafdheid en een gedragsstoornis. Hiervan was ook
sprake ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde. Verdachte kon vanuit zijn
zwakbegaafdheid niet geheel zijn wil in vrijheid bepalen.
De psychiater acht de verdachte daarom licht verminderd toerekeningsvatbaar.
De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de toedracht van de feiten en de persoon van de verdachte, met voormelde conclusies en maakt die tot de hare.
De rechtbank is derhalve van oordeel, dat het hiervoor bewezen verklaarde aan de verdachte kan worden toegerekend, zij het in licht verminderde mate.
STRAFMOTIVERING
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straffen in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan;
- hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte;
- de eis van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman van de verdachte;
- de oriëntatiepunten voor de straftoemeting;
- de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen
documentatieregister d.d. 27 juni 2006, waaruit blijkt dat de verdachte
eerder ter zake van een misdrijf is veroordeeld;
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang
met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van
oordeel dat in dit geval naast een taakstraf van na te melden duur een deels
onvoorwaardelijke straf van jeugddetentie geboden is, met aan het voorwaardelijk
gedeelte van die jeugddetentie na te melden bijzondere voorwaarden verbonden.
MOTIVERING VAN DE VERBEURDVERKLARING
De rechtbank acht het hierna te vermelden in beslag genomen voorwerp vatbaar voor verbeurdverklaring aangezien het een voorwerp is met behulp waarvan feit is begaan en voorbereid en aan de verdachte toebehoort.
MOTIVERING VAN DE MAATREGEL ONTTREKKING AAN HET VERKEER
De rechtbank acht de hierna te vermelden in beslag genomen voorwerpen vatbaar voor onttrekking aan het verkeer aangezien deze voorwerpen van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerd bezit daarvan in strijd is met de wet.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 27, 33, 33a, 36b, 36c, 63, 77g, 77h, 77i, 77j, 77k, 77m, 77n, 77o, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg en 91 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING VAN DE RECHTBANK
De rechtbank verklaart bewezen dat het 1 en onder 2 tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte 1 en onder 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 385 dagen waarvan een gedeelte groot 300 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren
een taakstraf bestaande uit 200 uren werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid met bevel dat, voor het geval de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie voor de duur van 100 dagen zal worden toegepast;
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de
proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Jeugdreclassering, zolang deze instelling zulks nodig oordeelt,
hetgeen mede inhoudt dat de verdachte zal deelnemen aan het Intensieve Traject
Begeleiding Harde Kern, zolang genoemde reclasseringsinstelling zulks nodig zal
oordelen, met opdracht aan die instelling ingevolge artikel 77aa van het Wetboek
van Strafrecht.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde straf van jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank verklaart verbeurd het navolgende in beslag genomen voorwerp:
een GSM van het merk Samsung, kleur zwart.
De rechtbank verklaart onttrokken aan het verkeer de navolgende in beslag genomen voorwerpen:
te weten, een pistool, merk Zastava M-70, cal 7.65 mm, twee patroonhouders en 8
patronen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Münzebrock, voorzitter, tevens kinderrechter en J.A.A.M. van Veen en mr. H.K. Elzinga, rechters in tegenwoordigheid van J. Bos, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 28 november 2006, zijnde mr. Van Veen en mr. Elzinga buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.