ECLI:NL:RBASS:2006:AY9604
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.J. Lennaerts
- H.R. Eising
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen advocaat en cliënt over hoogte van declaraties
In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 4 oktober 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen een advocate (eiseres) en haar cliënt (gedaagde) over de hoogte van de declaraties. Eiseres vorderde betaling van een bedrag van EUR 29.995,54, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Gedaagde verweerde zich primair door te stellen dat eiseres niet-ontvankelijk verklaard diende te worden, omdat er een geschil bestond over de hoogte van de declaraties. De rechtbank oordeelde dat voor geschillen over het salaris van een advocaat een bijzondere rechtsgang is voorzien in de Wet tarieven in burgerlijke zaken (WTBZ). Eiseres had de vordering ingesteld in het kader van een conservatoir beslag, maar de rechtbank oordeelde dat zij had moeten kiezen voor een begrotingsprocedure bij de Raad van Toezicht van de Orde. De rechtbank volgde het verweer van gedaagde en verklaarde eiseres niet-ontvankelijk in haar vordering. Tevens werd eiseres veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde tot op heden waren begroot op EUR 1.829,34. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.