ECLI:NL:RBASS:2006:AY8746
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.E. Münzebrock
- N.R. Boonstra
- G. Kaaij
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in brandstichtingszaak tegen Gemeente Hoogeveen
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van brandstichting in een schoolgebouw te Hoogeveen, heeft de rechtbank op 19 september 2006 uitspraak gedaan. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 5 september 2006, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. H.J. Pellinkhof. De officier van justitie, mr. A.M. de Vries, achtte de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen en vorderde een veroordeling van de verdachte.
De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat, hoewel er aanwijzingen waren dat de verdachte het feit zou kunnen hebben gepleegd, er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het hem tenlastegelegde feit, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij de brandstichting had gepleegd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet geschaad was in zijn verdediging door eventuele taal- en schrijffouten in de tenlastelegging.
Daarnaast heeft de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de benadeelde partij, de Gemeente Hoogeveen, niet ontvankelijk verklaard in haar vordering. De rechtbank bepaalde dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en dat beide partijen hun eigen kosten dragen. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank Assen, met mr. Kaaij buiten staat om het vonnis mede te ondertekenen.