ECLI:NL:RBASS:2006:AY2608
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J. Schoemaker
- O.J. Bosker
- N.R. Boonstra
- Rechtspraak.nl
Plaatsing van verdachte in psychiatrisch ziekenhuis na bewezenverklaring van poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade
In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 4 juli 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 19 december 2005 in Coevorden met voorbedachten rade een persoon zwaar lichamelijk letsel wilde toebrengen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreigende en gewelddadige handelingen, waaronder het kopen van kattenvoer en het toebrengen van klappen aan het slachtoffer. Tijdens de rechtszitting op 20 juni 2006 is de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. Th.U. Hiddema, en de officier van justitie, mr. H. Supèr, heeft de vordering tot veroordeling ingediend.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet toerekeningsvatbaar was ten gevolge van een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Dit werd onderbouwd door psychiatrische en psychologische rapporten die de psychotische toestand van de verdachte bevestigden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte gevaarlijk is voor de algemene veiligheid van personen en heeft besloten tot plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, maar heeft wel een schadevergoeding van €350,- aan de benadeelde partij toegewezen, terwijl de overige vorderingen niet-ontvankelijk zijn verklaard.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van behandeling voor de verdachte, gezien zijn psychische toestand en het risico op recidive. De rechtbank heeft de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en de beslissing is genomen in het belang van zowel de verdachte als de samenleving.