ECLI:NL:RBASS:2006:AX2450
Rechtbank Assen
- Raadkamer
- M.C. Fuhler
- N.R. Boonstra
- W.P. Claus
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een veroordeelde met bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 18 mei 2006 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een veroordeelde. De veroordeelde, die in 1996 ter beschikking was gesteld met een bevel tot verpleging van overheidswege, had een vordering tot verlenging van de TBS ingediend. De rechtbank constateerde dat de termijn van de TBS op 4 april 2006 was verstreken en dat de vordering pas op 3 mei 2006 ter griffie was ontvangen, wat een termijnoverschrijding betekende. De rechtbank moest beoordelen of de vordering, ondanks deze overschrijding, ontvankelijk was. De officier van justitie had op 10 mei 2006 een vordering tot voorlopige voortzetting van de TBS ingediend, die door de rechter-commissaris was toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de vordering binnen een redelijke termijn was ingediend en dat er bijzondere omstandigheden waren die een verlenging van de TBS rechtvaardigden. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten waarvoor de TBS was opgelegd en het risico voor de algemene veiligheid van personen als de TBS abrupt zou worden beëindigd. De rechtbank besloot de termijn van de TBS met één jaar te verlengen, rekening houdend met de ontwikkelingen in de behandeling van de veroordeelde en de structuur die hem werd geboden.