ECLI:NL:RBASS:2006:AV1125

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
7 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
19.830226-05
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in oplichtingszaak wegens gebrek aan wettig bewijs

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Assen op 7 februari 2006 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van oplichting en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek ter terechtzitting op 31 januari 2006 heeft plaatsgevonden, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.F. Gerding. De officier van justitie, mr. J. Hoekman, vorderde een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en toezicht door de reclassering.

De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het aannemen van een valse naam en het bedrieglijk verkrijgen van geldbedragen van verschillende bedrijven en instellingen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich had laten meeslepen in een netwerk van malafide praktijken, maar dat er geen bewijs was dat hij op het moment van de feiten het opzet had om zich wederrechtelijk te bevoordelen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte van alle tenlastegelegde feiten vrijgesproken, omdat niet bewezen kon worden dat hij wist dat de organisatie waarin hij participeerde het oogmerk had om misdrijven te plegen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de benadeelde partijen niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen, aangezien er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd. Dit vonnis is ondertekend door de rechters en griffier, waarbij de voorzitter, mr. J.J. Schoemaker, de uitspraak heeft gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
STRAFVONNIS van de meervoudige kamer in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum] 1984,
thans verblijvende in [verblijfplaats gedetineerde verdachte].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 31 januari 2006.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. A.F. Gerding, advocaat te Drachten.
De officier van justitie mr. J. Hoekman acht hetgeen onder 2 primair en onder 3 en 4 is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:
* een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met aftrek op grond van artikel 27 Wetboek van Strafrecht en een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarde toezicht door de reclassering.
TENLASTELEGGING
De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting gewijzigde tenlastelegging bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 14 februari 2005 tot en met 2 juni 2005, in de gemeente Noordenveld, in elk geval in Nederland, heeft deelgenomen aan een
organisatie, te weten deel heeft uitgemaakt van een groep samenwerkende
personen, waarvan behalve verdachte [naam medeverdachte(n)] en/of een of meer anderen deel uitmaakten, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van
misdrijven, namelijk
- het plegen van diefstal en/of
- het plegen oplichting;
2.
hij in of omstreeks de periode 30 maart 2005 tot en met 2 juni 2005, in de gemeente Noordenveld, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een of meer bedrijf/bedrijven en/of instelling(en) en/of persoon/personen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (overeenkomst incasso gesloten door middel waarvan de toegang werd verkregen tot eerdergenoemd(e)
geldbedrag(en));
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op verschillende tijdstippen althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode 14 februari 2005 tot en met 2 juni 2005 in de gemeente Noordenveld, in elk geval Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer bedrijf/bedrijven en/of een of meer instelling(en) en/of een of meer persoon/personen heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich begeven naar de [naam benadeelde] te [vestigingsplaats benadeelde] en aldaar (in een gesprek met (een medewerkster van) de [naam benadeelde]) te kennen
gegeven een bankrekening te willen openen, hierbij een bankpas te willen ontvangen en over de mogelijkheid tot internetbankieren te kunnen beschikken
en/of
- (vervolgens) aangegeven dat de bankrekening diende te worden gesteld op naam van de eenmanszaak [naam eensmanszaak] en/of
- aangegeven dat de onderneming op korte termijn zou verhuizen van Groningen
naar Roden en/of
- aangegeven waar de werkzaamheden van de onderneming uit bestonden en/of
- aangegeven aan dat er al een opdracht binnen was van EUR 90.000 en/of
- (vervolgens) een overeenkomst gesloten met [naam benadeelde] tot het
openen van een (zakelijke) bankrekening nr [naam bankrekening] tnv eenmanszaak
[naam eenmanszaak] en/of
- een overeenkomst incasso gesloten met [naam benadeelde] en/of
- zich (op deze wijze) voorgedaan als een bonafide ondernemer/onderneming en/of
- (vervolgens) zonder machtiging tot automatische incasso te hebben verkregen
van eerdergenoemd(e) bedrijf/bedrijven en/of instelling(en) en/of
persoon/personen en/of zonder dat er sprake was van een vordering op dat/die
bedrijf/bedrijven en/of instelling(en) en/of persoon/personen, van een of
meer bankrekening(en) (van een of meer bedrijf/bedrijven en/of
instelling(en) en/of persoon/personen) geldbedrag(en) gedebiteerd middels
automatische incasso ten gunste van de bankrekening met nummer [bankrekeningnummer] ten name van eenmanszaak [naam eenmanszaak] en/of
- (vervolgens) een of meer geldbedragen van eerdergenoemde bankrekening
doorgeboekt naar een of meer andere bankrekeningen waarna de saldi van
laastgenoemde bankrekeningen geheel en/of gedeeltelijk contant zijn
opgenomen en/of
- (vervolgens) ten laste van genoemd rekeningnummer één of meerdere
factu(u)r(en) voldaan, waardoor dat/die bedrijf/bedrijven en/of instelling(en) en/of persoon/personen (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij op verschillende tijdstippen althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode 14 februari 2005 tot en met 2 juni 2005, te Roden, althans in de gemeente Noordenveld, in elk geval Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich begeven naar de [naam benadeelde] te [vestigingsplaats benadeelde] en aldaar (in een gesprek met (een medewerkster van) de [naam benadeelde]]) te kennen
gegeven een bankrekening te willen openen, hierbij een bankpas te willen
ontvangen en over de mogelijkheid tot internetbankieren te kunnen beschikken
en/of
- (vervolgens) aangegeven dat de bankrekening diende te worden gesteld op
naam van de eenmanszaak [naam eenmanszaak] en/of
- aangegeven dat de onderneming op korte termijn zou verhuizen van Groningen
naar Roden en/of
- aangegeven waar de werkzaamheden van de onderneming uit bestonden en/of
- aangegeven aan dat er al een opdracht binnen was van EUR 90.000 en/of
- (vervolgens) een overeenkomst gesloten met [naam benadeelde] tot het
openen van een (zakelijke) bankrekening nr [nummer bankrekening] tnv eenmanszaak
[naam eenmanszaak] en/of
- een overeenkomst incasso gesloten met [naam benadeelde] en/of
- zich (op deze wijze) voorgedaan als een bonafide ondernemer/onderneming en/of
- (vervolgens) zonder machtiging tot automatische incasso te hebben verkregen
van een of meer bedrijf/bedrijven en/of instelling(en) en/of
persoon/personen en/of zonder dat er sprake was van een vordering op
dat/die bedrijf/bedrijven en/of instelling(en) en/of personen, van een of
meer bankrekening(en) (van een of meer bedrijf/bedrijven en/of
instelling(en) en/of persoon/personen) geldbedrag(en) gedebiteerd middels
automatische incasso ten gunste van de bankrekening met nummer [nummer bankrekening] ten name van eenmanszaak [naam eenmanszaak] en/of
- (vervolgens) een of meer geldbedragen van eerdergenoemde bankrekening
doorgeboekt naar een of meer andere bankrekeningen waarna de saldi van
laastgenoemde bankrekeningen geheel en/of gedeeltelijk contant zijn
opgenomen en/of
- (vervolgens) ten laste van genoemd rekeningnummer één of meerdere
factu(u)r(en) voldaan, waardoor [naam benadeelde] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij op verschillende tijdstippen althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode 14 februari 2005 tot en met 17 juli 2005, in de gemeente Noordenveld en/of de gemeente Bedum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en) (loon) danwel bewogen tot het aangaan van een schuld, hebbende
verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een of meer persoon/personen via bovengenoemd uitzendbureau ingehuurd en/of
- (vervolgens) werkbriefjes ingediend waarop door [naam benadeelde] het loon voor deze persoon/personen is uitbetaald en/of
- (vervolgens) de ontstane vordering van [naam benadeelde] op
verdachte en/of zijn mededaders en/of [naam eenmanszaak] niet betaald en/of
- op deze wijze, althans in elk geval, zich voorgedaan als bonafide
ondernemer/onderneming, waardoor [naam benadeelde] (telkens) werd bewogen tot bovengenoemde afgifte danwel tot het aangaan van een schuld dan wel werd bewogen tot de afgifte van enig geldbedrag.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
VRIJSPRAAK[G.M.1]
De verdachte dient van alle tenlastegelegde feiten te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank deze niet wettig en overtuigend bewezen acht.
Ten aanzien van het eerste feit deelt de rechtbank het oordeel van de officier van justitie dat niet bewezen kan worden dat verdachte wist dat de organisatie waarin hij participeerde het oogmerk had om misdrijven te plegen. Wat betreft de feiten 2, 3 en 4 overweegt de rechtbank het volgende. Verdachte heeft zich op een uiterst naïeve wijze ingelaten met een aantal personen die een constructie hadden bedacht om door middel van een bedrijf, dat door verdachte was overgenomen, snel en veel geld te verdienen. Deze personen, die in deze zaak als hoofdverdachten terecht hadden behoren te staan, zijn vooralsnog buiten bereik van justitie gebleven.
Verdachte heeft zich mee laten slepen in een droomwereld, waarin hij eindelijk status en aanzien kreeg. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte zich op enig moment wel gerealiseerd dat hij betrokken was in een netwerk van malafide praktijken. Maar het wettig bewijs ontbreekt dat verdachte dat besef reeds had ten tijde van het plegen van de feiten 2, 3 en 4. Dit betekent dat niet bewezen kan worden dat verdachte het oogmerk had om zichzelf wederrechtelijk te bevoordelen en dus van deze feiten moet worden vrijgesproken. Overigens is de rechtbank van oordeel dat verdachte wel degelijk het verwijt kan worden gemaakt dat hij zichzelf verrijkt heeft door een bedrag van minstens
? 15.000,- in eigen zak te steken. Dit is hem echter niet ten laste gelegd.
Gezien het voorgaande kan het ter zitting door de raadsvrouwe gedane aanhoudingsverzoek onbesproken blijven.
BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij].
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in haar vordering omdat de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd.
BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in haar vordering omdat de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd.
BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij]
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in haar vordering omdat de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd.
BESLISSING VAN DE RECHTBANK
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2 primair en subsidiair, 3 en 4 is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van 7 februari 2006.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet ontvankelijk is in haar vordering en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten draagt.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet ontvankelijk is in zijn vordering en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten draagt.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet ontvankelijk is in zijn vordering en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Schoemaker, voorzitter en mr. J.A.A.M. van Veen en mr. A.M.E. van der Sluijs, rechters in tegenwoordigheid van mr. H.R. Eising, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 7 februari 2006, zijnde mr. Van der Sluijs buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.