ECLI:NL:RBASS:2003:AN8890
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.E. Münzebrock
- W.M. van Schuijlenburg
- D.F. Blackmon
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen omzetting van werkstraf in vervangende hechtenis
Op 25 november 2003 heeft de Rechtbank Assen uitspraak gedaan in een zaak waarin een bezwaarschrift werd ingediend tegen de omzetting van een opgelegde werkstraf van 240 uren in vervangende hechtenis. De reclamant had op 16 september 2003 bezwaar gemaakt tegen de kennisgeving van het openbaar ministerie, waarin werd gesteld dat hij slechts 14 uren van de werkstraf had verricht en dat het restant was omgezet in 113 dagen vervangende hechtenis. De rechtbank constateerde dat de reclamant, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter terechtzitting was verschenen.
De rechtbank oordeelde dat de kennisgeving, die afkomstig leek van het Centraal Juridisch Incassobureau (CJIB), niet voldeed aan de vereisten voor een geldig bevel van het openbaar ministerie. De handtekening van de Officier van Justitie ontbrak, wat essentieel is voor de bevestiging van de juistheid en bevoegdheid van het bevel. Daarnaast bleek dat de kennisgeving eerder was betekend dan de datum die erop stond, wat ook een procedurele fout was.
De rechtbank verwees naar een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin werd gesteld dat de bevoegdheid van het openbaar ministerie niet kan worden gemandateerd aan het CJIB. Gezien de ernstige tekortkomingen in de kennisgeving en het bevel, oordeelde de rechtbank dat het bevel niet in stand kon blijven. De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift gegrond, waardoor de omzetting van de werkstraf in vervangende hechtenis werd teruggedraaid.