ECLI:NL:RBASS:2003:AF5384

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
6 maart 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
40855
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van asielzoekers tegen de sluiting van opvanglocaties in Assen

In deze zaak hebben acht eisers, allen asielzoekers, een kort geding aangespannen tegen het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) vanwege de voorgenomen sluiting van de aanvullende opvangvoorzieningen (AVO's) in Assen. De eisers hebben op 24 februari 2003 gedaagde gedagvaard en vorderen dat de sluiting niet eerder dan op 23 mei 2003 zal plaatsvinden. De eisers stellen dat gedaagde onrechtmatig handelt door de AVO's eerder te willen sluiten, zonder rekening te houden met hun persoonlijke omstandigheden.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de eisers verblijven in verschillende AVO's in Assen en dat zij op de hoogte zijn gesteld van de sluiting via een nieuwsbrief van het COA. Gedaagde heeft aangevoerd dat hij bevoegd is om asielzoekers over te plaatsen naar andere opvanglocaties en dat er geen verplichting bestaat om de AVO's open te houden tot de afgesproken datum. De rechter heeft de procedure die gedaagde volgt om asielzoekers te informeren en over te plaatsen als zorgvuldig beoordeeld.

De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat de procedure niet correct wordt gevolgd. De eisers zijn niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat zij onvoldoende hebben aangetoond dat hun belangen niet zijn meegewogen in de besluitvorming van gedaagde. De rechter heeft ook overwogen dat, indien de eisers wel ontvankelijk zouden zijn, de vordering op inhoudelijke gronden zou zijn afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

Zaaknummer: 40855
Vonnisdatum: 6 maart 2003
RECHTBANK ASSEN
Vonnis van de voorzieningenrechter in het kort geding van:
[eisers sub 1 t/m 8]
allen wonende te [adres],
eisers in kort geding bij dagvaarding van 24 februari 2003,
toegevoegd procureur mr. I.M. Zuidhoek,
-- tegen --
CENTRAAL ORGAAN OPVANG ASIELZOEKERS (COA),
gevestigd en kantoorhoudende te Rijswijk, Sir Winston Churcilllaan 366A
gedaagde in kort geding bij gemelde dagvaarding,
advocaat mr. A.R. de Jonge te Den Haag,
procureur mr. R.A.A. Geene.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Eisers hebben bij dagvaarding van 24 februari 2003 gedaagde gedagvaard tegen de zitting van 27 februari 2003. Eisers hebben hun vordering toegelicht.
Gedaagde heeft bij monde van zijn advocaat verweer gevoerd.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder pleitnotities van elk van partijen, overgelegd en vonnis gevraagd.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. De vaststaande feiten
1.1 Eisers zijn asielzoekers, die in Nederland een asielaanvraag hebben ingediend. Zij verblijven op verschillende locaties, in één van de voorzieningen voor aanvullende opvang, verder te noemen AVO's, in Assen, te weten Het Wapen van Drenthe, inclusief negen eenheden op de Maria in Campislaan, Boschlust en De Klencke.
1.2 In de Nieuwsbrief AVO Assen van 21 november 2002 is aan de bewoners in de AVO's te Assen bericht dat de definitieve sluiting van AVO Assen zal plaatsvinden op 23 mei 2003.
1.3 In de Nieuwsbrief AVO Assen van 12 februari 2003 deelt het COA team Assen het volgende mee aan de bewoners:
"Vandaag hebben wij bericht gekregen van COA Rijswijk dat AVO Assen vanaf volgende week begint met de sluiting. Alle bewoners worden voor 1 maart uitgeplaatst. COA Rijswijk bepaalt waar u uitgeplaatst wordt en wij kunnen daar niets aan veranderen.
Vanaf vrijdag 14 februari moet u dagelijks op het informatie-bord kijken in uw locatie. Daar komt iedere dag vanaf 13.00 de lijst te hangen met de namen van de bewoners die verhuizen.
Tussen 14.00 - 15.00 krijgt u in uw locatie te horen van de COA-medewerkers wanneer en waar u naar toe gaat.
(. . .)
Houdt u er rekening mee dat u op de aangegeven dag in het nieuwe centrum aankomt anders vervalt uw recht op opvang en krijgt u geen geld."
1.4 Eisers sub 7 zijn reeds vertrokken naar een andere locatie, het AZC te Leek.
2. De vordering
Eisers vorderen dat de voorzieningenrechter van de Rechtbank Assen bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut:
a. gedaagde zal bevelen de voorgenomen sluiting van de AVO's in Assen niet eerder dan 23 mei 2003 te doen plaatsvinden;
b.gedaagde zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
3. Het verweer
Gedaagde heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Daarop zal, voorzover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
4. Beoordeling van het geschil
4.1 Tussen partijen is in geschil of gedaagde tot vervroegde sluiting (eerder dan op 23 mei 2003) van de AVO's te Assen mag overgaan. Volgens eisers handelt gedaagde onrechtmatig door te besluiten de AVO's in Assen reeds per 1 maart 2003 te sluiten. Zij stellen daartoe dat gedaagde bij dit besluit geen rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eisers en de belangen van eisers niet heeft meegewogen.
4.2 Gedaagde heeft hier tegenover aangevoerd dat hij op grond van artikel 7 lid 1 en 2 van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 1997 (hierna te noemen Rva) bevoegd is tot overplaatsing van asielzoekers naar een andere opvanglocatie. Uit deze bevoegdheid vloeit voort dat er op hem geen verplichting rust om een bepaalde opvangfaciliteit tot enig moment open te houden. Hij is dan ook niet gebonden aan de datum van 23 mei 2003, welke in de exploitatie-overeenkomst met de AVO-exploitant is afgesproken.
4.3 Voorts heeft gedaagde betoogd dat in het kader van overplaatsing van asielzoekers de volgende procedure geldt.
Eerst wordt de asielzoeker geïnformeerd dát hij/zij zal worden overgeplaatst. Daarna vinden er individuele gesprekken met de betrokken asielzoekers plaats, waarin zij kunnen aangeven welke belangen zij hebben. Vervolgens zijn er twee mogelijkheden: de asielzoeker werkt mee aan de overplaatsing of niet.
In het eerste geval is het niet nodig een overplaatsingsbesluit te nemen. Gedaagde maakt met de asielzoeker afspraken over het vertrek uit de oude naar de nieuwe locatie.
In het tweede geval, waarin de asielzoeker niet meewerkt, blijft deze (dus) in de opvanglocatie zitten en zal gedaagde een overplaatsingsbeschikking nemen. In deze beschikking geeft gedaagde aan op welke gronden tot de overplaatsing wordt besloten. Deze overplaatsingsbeschikking is voor bezwaar, beroep en hoger beroep vatbaar. Ook is het mogelijk om hangende deze rechtsmiddelen de bestuursrechter te verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Indien de asielzoeker aan de overplaatsingsbeschikking geen gehoor geeft, zal gedaagde ten slotte een ontruimingskortgeding moeten aanspannen om een titel tot ontruiming te verkrijgen. Pas na het verkrijgen van een zodanige titel kan gedaagde de overplaatsingsbeschikking ten uitvoer leggen. Gedurende dit gehele traject blijven de opvangvoorzieningen gecontinueerd.
4.4 Gedaagde heeft ter zitting verklaard dat de hierboven omschreven procedure ten aanzien van eisers gevolgd wordt en zal worden. De asielzoekers zijn geïnformeerd via de nieuwsbrief als genoemd in r.o. 1.3. Daarna heeft met alle betrokken asielzoekers een (eerste) gesprek plaatsgevonden. Voorts zijn er op 27 februari 2003 voorafgaande aan de zitting overplaatsingsbeschikkingen uitgereikt aan eisers (uitgezonderd eisers sub 7), nu zij niet willen meewerken aan de overplaatsing. Daarbij heeft gedaagde desgevraagd bevestigd dat ten aanzien van de 'onwilligen' niet eerder tot ontruiming c.q. overplaatsing zal worden overgegaan dan nadat daartoe een onherroepelijke overplaatsingsbeschikking en voorts een titel is verkregen via een ontruimingskortgeding.
4.5 De voorzieningenrechter is van oordeel dat er voorshands geen reden is om aan te nemen dat de hierboven door gedaagde omschreven procedure in het onderhavige geval ten aanzien van eisers niet gevolgd zal worden. Weliswaar geeft de nieuwsbrief van 12 februari 2003, genoemd in r.o. 1.3 op dit punt geen genuanceerde en volledige informatie, maar daarbij moet bedacht worden dat het om een nieuwsbrief gaat. Het is dus begrijpelijk dat de nieuwsbrief tot onrust bij eisers heeft geleid, welke onrust voorkomen had kunnen worden door eisers in de nieuwsbrief beter te informeren in de zin zoals hiervoor onder r.o 4.3 bedoeld. Voor zover eisers menen dat van voormelde procedure wel wordt afgeweken, hebben zij daartoe onvoldoende gesteld. Hoewel zij aanvankelijk hebben betoogd dat gedaagde geen overplaatsingsbeschikkingen aan eisers had gegeven, hebben zij immers niet betwist dat dit alsnog is gebeurd. Dit betekent dat er voor eisers een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang bij de bestuursrechter openstaat, die eisers eerst kunnen bewandelen. De raadsvrouwe van eisers heeft desgevraagd ter zitting verklaard dat zij voornemens is hiervan gebruik te maken. Uit vorenstaande overwegingen vloeit voort dat eisers thans niet in hun vordering zullen worden ontvangen.
4.6 Ten aanzien van eisers sub 7 geldt dat zij evenmin in hun vordering zullen worden ontvangen, zij het op grond van andere overwegingen dan die hierboven onder r.o. 4.5 ten aanzien van de overige eisers zijn gegeven. Voor hen geldt namelijk dat zij door reeds te vertrekken geen belang meer bij de onderhavige vordering hebben.
4.7 Voor het geval eisers wel ontvankelijk zouden zijn in hun vordering zou de voorzieningenrechter de vordering op inhoudelijke gronden hebben afgewezen. Hij overweegt daartoe het volgende.
Op grond van artikel 7 lid 1 en 2 Rva is gedaagde bevoegd tot overplaatsing van asielzoekers naar een andere opvanglocatie. De vraag die voorligt is of zijdens gedaagde ten deze sprake is van een zorgvuldige besluitvorming, waarbij ook rekening is gehouden met de individuele belangen van eisers. Gedaagde heeft hiertoe de volgende punten naar voren gebracht.
* Gedaagde plaatst eisers over naar asielcentra in de omgeving van Assen, te weten AZC Roden, AZC Leek, AZC Zuidlaren, AZC Steenwijk, AZC Heerenveen.
* Gedaagde heeft met eisers sub 1, sub 2, sub 3 en sub 5, die schoolgaande kinderen hebben, besproken dat de nieuwe opvanglocaties zo dicht mogelijk in de buurt van de huidige AVO-opvanglocaties zijn gelegen. Voor een aantal kinderen geldt dat zij vanuit de nieuwe opvanglocatie hun huidige scholen kunnen blijven bezoeken. Daarbij is ook voorzien in het taxivervoer van 2 kinderen van eisers sub 2, die naar de dovenschool in Groningen gaan. Voor de overige kinderen is geregeld dat zij naar een nieuwe school worden overgeplaatst, hetgeen ook gebeurd zou zijn als de AVO-locaties op 23 mei a.s. zouden sluiten.
* Gedaagde heeft met eisers, die medische zorg behoeven, besproken dat zij op de nieuwe locatie eveneens medische zorg zullen ontvangen. Voor eiseres sub 3, die onder behandeling is bij de GGZ te Assen en Beilen, geldt dat zij de reiskosten vergoed zal krijgen om die behandeling te kunnen laten continueren.
Voormelde punten zijn door eisers niet of nauwelijks weersproken. Gedaagde heeft derhalve voldoende aannemelijk gemaakt dat er bij de besluitvorming tot sluiting van de AVO's te Assen zorgvuldig is gehandeld en dat bij de hieruit voortvloeiende overplaatsingen rekening is gehouden met de individuele belangen van eisers. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat er volgens de verklaring van gedaagde geen plannen zijn om (op korte termijn) één van de hierboven genoemde AZC's te sluiten.
4.8 Nu het begrijpelijk is dat eisers mede ten gevolge van een onduidelijke communicatie via de nieuwsbrief en het uitblijven van overplaatsingsbeschikkingen zich genoodzaakt voelden het onderhavige kort geding aanhangig te maken, acht de voorzieningenrechter termen aanwezig de kosten van het geding te compenseren als hierna te melden.
BESLISSING
De voorzieningenrechter:
1. Verklaart eisers niet ontvankelijk in hun vorderingen.
2. Compenseert de proceskosten aldus dat elke partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Giltay, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. N.R. Boonstra, griffier, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 6 maart 2003, in tegenwoordigheid van de griffier en door de rechter en griffier voornoemd ondertekend.