ECLI:NL:RBARN:2012:BY6503
Rechtbank Arnhem
- Wraking
- H.P.M. Kester
- F.J.H. Hovens
- G.A. van der Straaten
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter wegens kennelijke ongeschiktheid en vooringenomenheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 13 december 2012 een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door een verzoeker tegen mr. F.J. de Vries, die als rechter betrokken was bij een eerdere zaak van de verzoeker. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat mr. De Vries kennelijk ongeschikt zou zijn om zijn werkzaamheden als rechter te vervullen en dat er een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid bestond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden heeft aangedragen die deze vrees zouden onderbouwen. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. De rechtbank concludeerde dat het enkele feit dat mr. De Vries eerder in het nadeel van de verzoeker had beslist, niet voldoende was om te concluderen dat hij vooringenomen was. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking dan ook afgewezen, waarbij het belang van de rechterlijke onpartijdigheid en de noodzaak van objectieve feiten en omstandigheden centraal stonden. De beschikking werd gegeven in aanwezigheid van de griffier en werd openbaar uitgesproken, waarbij werd opgemerkt dat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstond.