ECLI:NL:RBARN:2012:BY5733

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
14 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
209355
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in civiele procedure betreffende onroerende zaken en schadevergoeding

In deze civiele procedure, aangespannen door WVGH Beheer B.V. en de commanditaire vennootschappen GrondVermogen I C.V. en GrondVermogen II C.V., heeft de Rechtbank Arnhem op 14 november 2012 een vonnis gewezen in zaaknummer 209355. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.A.M. Rupert, hebben de rechtbank verzocht om de benoeming van een deskundige voor het uitvoeren van een onderzoek naar de waarde van onroerende zaken en de schade die is geleden door het niet aanvragen van vrijstelling van overdrachtsbelasting. De gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.M.S. Gribling, hebben bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde deskundige en de hoogte van diens tarief, maar uiteindelijk zijn partijen het eens geworden over de benoeming van de heer P.C. van Arnhem van Taxatiebureau drs P.C. van Arnhem B.V. De rechtbank heeft de deskundige belast met het beantwoorden van specifieke vragen over de waarde van de onroerende zaken en de omvang van de schade. Tevens zijn er afspraken gemaakt over de kosten van het onderzoek en de procedurele stappen die moeten worden gevolgd. De deskundige dient binnen twee weken na ontvangst van het voorschot een afspraak te maken voor het onderzoek en een conceptrapport in te dienen voor 23 februari 2013. De rechtbank heeft verder bepaald dat de zaak vier weken na indiening van het definitieve rapport opnieuw op de rol komt voor verdere behandeling. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.D.A. den Tonkelaar.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 209355 / HA ZA 10-2501
Vonnis van 14 november 2012
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WVGH BEHEER B.V.,
gevestigd te Leiden,
2. de commanditaire vennootschap
GRONDVERMOGEN I C.V.,
gevestigd te Leiden,
3. de commanditaire vennootschap
GRONDVERMOGEN II C.V.,
gevestigd te Leiden,
eisers,
advocaat mr. W.A.M. Rupert te Rotterdam,
tegen
[gedaagden]
gedaagden,
advocaat mr. D.M.S. Gribling te Amsterdam.
Partijen zullen hierna ook WVGH Beheer, GrondVermogen I, GrondVermogen II, [gedaagde sub 1 (notariskant[gedaagde sub 2], [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 september 2012
- de akte van eiseressen
- de antwoordakte van gedaagden.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. In het tussenvonnis heeft de rechtbank partijen de gelegenheid gegeven zich uit te laten over de voorgenomen benoeming van een deskundige.
2.2. Gedaagden maken bezwaar tegen de afwijzing van een door hen voorgestelde vraag in het vonnis van 19 september 2012. De rechtbank blijft bij haar eindbeslissing op dat onderdeel omdat gesteld noch gebleken is dat die eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag. Er is slechts sprake van een verschil in opvatting tussen gedaagden en de rechtbank. Eiseressen maken geen opmerkingen over de vragen.
2.3. Beide partijen hebben bezwaar tegen de door de rechtbank voorgestelde deskundige omdat diens tarief, evenals dat van de eerder in het kader van het voorlopig deskundigenonderzoek genoemde deskundige, exorbitant hoog zou zijn.
2.4. Beide partijen blijken het nu toch eens te zijn geworden over de persoon van een te benoemen deskundige. Dit is de heer P.C. van Arnhem, verbonden aan Taxatiebureau drs P.C. van Arnhem B.V. te Montfoort. Deze is bereid het onderzoek uit te voeren.
2.5. Het voorschot en de voor het onderzoek beschikbare tijd worden hierna overeenkomstig de door partijen en de heer P.C. van Arnhem verschafte gegevens vastgesteld.
2.6. De rechtbank komt niet terug op haar beslissing dat het voorschot door beide partijen gedragen moet worden.
2.7. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende,
3.1. beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen
1. Wat is de huidige waarde van de vanaf 19 juni 2007 verworven onroerende zaken?
2. Wat is de omvang van de schade die is geleden door het achterwege laten van de verzoeken om vrijstelling overdrachtsbelasting?
3. Kunt u in kaart brengen welke bedragen aan overdrachtsbelasting zijn betaald in verband met de aankoop van de tien door of ten behoeve van GrondVermogen I gekochte percelen en de acht door of ten behoeve van GrondVermogen II gekochte percelen?
4. Heeft u verder nog opmerkingen op uw vakgebied die voor de zaak van belang kunnen zijn?
3.2. benoemt tot deskundige om dit onderzoek te verrichten:
de heer P.C. van Arnhem, verbonden aan Taxatiebureau drs P.C. van Arnhem B.V.,
Kasteelplein 3, postbus 77, 3417 ZH Montfoort,
telefoon: 0348 470 885, e-mail: info@vanarnhem.nl.
3.3. bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,
3.4. bepaalt dat eisers binnen twee weken na datum van dit vonnis kopieën van de overige processtukken aan de rechtbank, Sector civiel, roladministratie, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem zullen doen toekomen,
3.5. bepaalt dat partijen binnen twee weken na datum van dit vonnis als voorschot op de kosten inclusief omzetbelasting van de deskundige ieder € 14.500,00, dus in totaal € 29.000,00 ter griffie van deze rechtbank dienen te deponeren door dit bedrag over te maken op rekening nummer 56.99.90.548 ten name van MvJ arrondissement Arnhem onder vermelding van het rolnummer en de namen van partijen,
3.6. bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van dit voorschot de deskundige hiervan in kennis zal stellen en dat de deskundige pas dan met het onderzoek behoeft te beginnen,
3.7. bepaalt dat de deskundige binnen twee weken nadat hij bericht heeft gekregen dat het voorschot is gedeponeerd met de partijen een afspraak moet hebben gemaakt voor een datum en tijdstip waarop het onderzoek zal plaatsvinden en die datum aan de rechtbank moet hebben doorgegeven, tenzij een dergelijke afspraak vanwege de aard van het onderzoek naar het oordeel van de deskundige niet nodig is,
3.8. bepaalt dat indien een partij of de deskundige de aldus afgesproken datum voor het onderzoek wil wijzigen, die partij of de deskundige daartoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek moet doen aan de griffie van de rechtbank, met afschrift aan de andere betrokkenen,
3.9. verstaat dat het aan de deskundige is te bepalen hoe een eventueel onderzoek ter plaatse van de onroerende zaken op de meest efficiënte wijze kan worden ingericht,
3.10. bepaalt dat de deskundige zich met vragen over het onderzoek kan wenden tot de rechter mr. J.D.A. den Tonkelaar,
3.11. bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht moet doen blijken of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding in dat bericht van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
3.12. bepaalt dat de deskundige een schriftelijk en ondertekend conceptrapport zal inleveren ter griffie van deze rechtbank vóór 23 februari 2013, waarna schriftelijk nadere instructies van de rechtbank zullen volgen over de indiening van het definitieve rapport en de declaratie van de deskundige,
3.13. verwijst de zaak naar de rolzitting van vier weken na de datum waarop het definitieve rapport ter griffie is ingeleverd voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van eiseressen of voor bepaling datum vonnis,
3.14. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2012.