burgerlijk recht, sector kanton
zaakgegevens 832454 \ AZ VERZ 12-1033 \ BE \ 340 \ be
uitspraak van 9 oktober 2012
in de zaak van
1.
[verzoeker sub 1]
wonende te [woonplaats]
gemachtigde mr. M.E.M. Jacquemard
2.
[verzoeker sub 2]
wonende te [woonplaats]
gemachtigde mr. M.E.M. Jacquemard
verzoekende partijen
1.
de stichting Stichting Woningstichting Maasdriel
gevestigd te Kerkdriel
gemachtigde deurwaarderskantoor Stalman&Rijken
2.
VGZ
gemachtigde gerechtsdeurwaarder Heijkoop
3.
Zorg en Zekerheid U.A.
gemachtigde gerechtsdeurwaarder Van Arkel
verwerende partijen
Partijen worden hierna [verzoekers] enerzijds en de Woningstichting Maasdriel, VGZ en Zorg en Zekerheid anderzijds genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 24 juli 2012 (ingekomen 26 juli 2012)
- de brief van VGZ van 29 augustus 2012
- het verweerschrift van Zorg en Zekerheid van 14 augustus 2012, alsmede het aanvullende verweerschrift van 2 oktober 2012
- de brief van Woningstichting Maasdriel van 1 oktober 2012
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van het verzoek ter zitting van 3 oktober 2012
2.1. [verzoekers] voeren een gezamenlijke huishouding. [verzoeker sub 2] ontvangt een arbeidsongeschiktheidsuitkering van netto € 1.169,38 inclusief vakantiegeld per maand. Deze uitkering wordt door de Gemeente Bommelerwaard aangevuld tot bijstandsniveau. Deze aanvulling bedraagt (ongeveer) € 160,-. Het inkomen is in totaal (ongeveer) € 1.336,42 netto per maand inclusief vakantietoeslag.
2.2. Op 19 januari 2010 is door Zorg en Zekerheid beslag gelegd op de zorgtoeslag van [verzoeker sub 2]. De zorgtoeslag bedraagt (ongeveer) € 70,- per maand. Het College voor Zorgverzekeringen heeft op 19 juli 2012 preferent beslag laten leggen op de zorgtoeslag van [verzoeker sub 2]. Zorg en Zekerheid heeft het gelegde beslag daarop opgeheven.
2.3. Op 8 april 2011 is door VGZ beslag gelegd op de zorgtoeslag van [verzoeker sub 1] ad (ongeveer) € 70,- per maand.
2.4. Op 15 mei 2012 is door Woningstichting Maasdriel onder de Gemeente Bommelerwaard executoriaal derdenbeslag gelegd op de bijstandsuitkering van verzoekers.. De Gemeente heeft naar aanleiding van het beslag gedurende enkele maanden een bedrag van € 93,64 aan Woningstichting Maasdriel uitgekeerd, de eerste keer op of omstreeks 6 juni 2012.
2.5. De Gemeente Bommelerwaard heeft – klaarblijkelijk naar aanleiding van een besluit van 1 mei 2012 tot inhouding van bedragen op de WWB-uitkering – bij brief van 16 mei 2012 aan [verzoekers] een berekening van de beslagvrije voet gemaakt. De beslagvrije voet voor ‘externe beslagleggers’ is in die brief berekend op € 1.406,15 per maand.
3. Het verzoek en het verweer
3.1. [verzoekers] verzoeken de artikelen 475b en 475d Rv van toepassing te verklaren op hun zorgtoeslagen.
3.2. Zij stellen daartoe dat de zorgtoeslag een inkomenscomponent betreft die aan te merken is als een vordering tot weerkerende betaling die niet onder art. 475b Rv valt. Vanwege het beslag op de zorgtoeslag komt hun inkomen onder de beslagvrije voet waardoor zij niet meer in hun minimale levensbehoefte kunnen voorzien. Zij ontvangen thans van het UWV – na inhouding van de door [verzoeker sub 2] verschuldigde bestuursrechtelijke premie door het College Zorgverzekeringen (CVZ) – ongeveer € 991,- per maand. Van de Gemeente Bommelerwaard ontvangen zij ongeveer € 65,- per maand. Volgens [verzoekers] wordt thans geen geld van de aanvullende WWB-uitkering meer betaald aan Woningstichting Maasdriel maar is de Gemeente Bommelerwaard zelf overgegaan tot gedeeltelijke verrekening van die uitkering met een vordering van de gemeente op [verzoeker sub 1] en/of [verzoeker sub 2]. De door [verzoeker sub 1] eveneens aan CVZ verschuldigde bestuursrechtelijke premie kan niet betaald worden.
3.3. VGZ heeft zich aan het besluit van de kantonrechter gerefereerd.
3.4. Woningstichting Maasdriel voert aan dat door [verzoekers] nooit duidelijke en/of volledige informatie is gegeven waardoor nimmer een beeld in de zin van art. 475g Rv tot stand is gekomen zodat in het proces-verbaal 3e arrest van 15 mei 2012 onder de Gemeente Bommelerwaard de beslagvrije voet is geschat op basis van de op dat moment bij de deurwaarderbekende gegevens. Uiteindelijk is door de Gemeente Bommelerwaard aan gegeven dat de inhouding werd bepaald op € 93,64.Voorts wordt verzocht om de toepassing van de beslagvrije voet (op de zorgtoeslag, zo begrijpt de kantonrechter) te bepalen vanaf 1 oktober 2012 en niet met terugwerkende kracht.
3.5. Zorg en Zekerheid heeft aangevoerd dat [verzoekers] in gebreke zijn gebleven met het geven van opening van zaken. Alsook dat niet aannemelijk is gemaakt dat de voor hen geldende beslagvrije voet hoger zou zijn dan de som van hun WWB- en UWV-uitkering en dus niet hebben aangetoond dat hun inkomens beneden het bestaansminimum komen te liggen indien de hun toekomende zorgtoeslag niet onder de toepassing van de beslagvrije voet zou worden gebracht. Zij wijzen er verder op dat het CVZ op 19 juli 2012 preferent beslag heeft laten leggen op de zorgtoeslag van [verzoeker sub 2] en dat zij daarom het gelegde beslag heeft opgeheven. Ten aanzien van Zorg en Zekerheid hebben [verzoekers] geen belang bij hun verzoek, zodat het ten aanzien van hem moet worden afgewezen met veroordeling van [verzoekers] in de kosten van de procedure.
4.1. Eerst met het aanvullende verweerschrift van Zorg en Zekerheid en ter zitting is gebleken dat CVZ reeds in juli 2012 beslag heeft gelegd op de zorgtoeslag van [verzoeker sub 2]. CVZ had daarom als belanghebbende in de gelegenheid moeten worden gesteld op het verzoekschrift te reageren. Zij zal daartoe alsnog in de gelegenheid worden gesteld. Dit geldt ook voor de Gemeente Bommelerwaard die volgens [verzoekers] tot verrekening als hiervoor beschreven is overgegaan. Dat dit een vertraging in de procedure betekent, maakt dit niet anders en dat geldt te meer nu het op de weg van [verzoeker sub 2] lag de rechtbank over deze beslaglegging en verrekening te informeren hetgeen zij (dus) ten onrechte heeft nagelaten. De kantonrechter zal hierna wel een voorlopig oordeel over het verzoek geven, mede opdat CVZ en de Gemeente Bommelerwaard hun reacties sneller en gerichter kunnen geven.
4.2. Ten aanzien van het verzoek wordt, voorlopig oordelend, het volgende overwogen. Het betreft een verzoek om de beslagvrije voet toe te passen op een vordering die niet in de limitatieve opsomming van artikel 475c Rv is opgenomen. Voorwaarde daarvoor is, volgens artikel 475f Rv, dat het moet gaan om een vordering tot weerkerende betalingen. Aan deze voorwaarde is, voorlopig oordelend, voldaan nu [verzoekers] maandelijks aanspraak maken op de zorgtoeslag.
4.3. Daarnaast vereist artikel 475f Rv dat [verzoekers] onvoldoende andere middelen van bestaan hebben. Daarbij geldt dat met de beslagvrije voet is beoogd te voorkomen dat een schuldenaar/debiteur wegens beslag op zijn inkomen een beroep op de bijstand zou moeten doen. Met de beslagvrije voet blijft de schuldenaar/debiteur in staat om de loptnede kosten van het bestaan te betalen.
4.4. Teneinde daarover een uitspraak te kunnen doen dient de beslagvrije voet te worden vergeleken met het inkomen van [verzoekers]. In deze zaak is niet gebleken dat een deurwaarder een berekening van de beslagvrije voet heeft gemaakt. De kantonrechter zal daar, op basis van de voorhanden zijnde stukken, zelf toe overgaan. De hoogte van de beslagvrije voet wordt berekend aan de hand van artikel 475d Rv. Uitgangspunt is — kort gezegd — 90% van de toepasselijke bijstandsnorm. Op grond van art. 475d lid 5 onder a Rv wordt de beslagvrije voet verhoogd met de door [verzoekers] gesloten ziektekostenverzekering, verminderd met de normpremie en met de ontvangen zorgtoeslag, telkens wanneer deze premie vervalt terwijl het beslag ligt. Op grond van art. 475d lid 5 onder b Rv wordt de beslagvrije voet onder meer verhoogd met de voor rekening van de schuldenaar komende woonkosten, verminderd met de ontvangen huurtoeslag of woonkostentoeslag, voor zover de woonkosten na deze vermindering meer bedragen dan — kort gezegd — de normhuur (met dien verstande dat aan de verhoging een maximum is gesteld van de maximale huurtoeslag).
4.5. Op basis van die brief van de Gemeente Bommelerwaard van 16 mei 2012 en de overige gegevens staat voldoende vast dat 90% van de voor [verzoekers] geldende bijstandsnorm € 1.203,18 per maand bedraagt. (De kantonrechter gaat ervan uit dat dit 90% van de bijstandsnorm inclusief vakantiegeld is.) Ook staat vast dat dit bedrag moet worden verhoogd met de zogeheten bovenmatige huur ad € 33,94. Voor wat betreft de kosten van de ziektekostenverzekeringen neemt de kantonrechter als uitgangspunt de thans door [verzoekers] aan het CVZ verschuldigde bestuursrechtelijke premie. Dat deze niet geheel wordt voldaan - slechts een gedeelte van de door [verzoeker sub 2] verschuldigde premie ad ongeveer € 118,- wordt voldaan - doet daaraan niet af omdat de wet slechts spreekt van het vervallen van die premie. Anders dan de Gemeente Bommelerwaard in haar brief van 16 mei 2012 en de gemachtigde van [verzoekers] betrekt de kantonrechter daar niet bij de destijds aan de zorgverzekeraar verschuldigde premie. Dit betreft in wezen een openstaande schuld. De bestuursrechtelijke premie bedraagt thans twee maal € 154,48. Op dit bedrag moet de normpremie ad € 93,- in mindering worden gebracht. Er wordt geen rekening gehouden met de zorgtoeslag omdat in art. 475d lid 5 onder 5 Rv ‘ontvangen zorgtoeslag’ is vermeld en de zorgtoeslag niet wordt ontvangen.
De beslagvrije voet bedraagt aldus, voorlopig oordelend, € 1.453,08. Dit bedrag is hoger dan het totale inkomen van [verzoekers], zijnde € 1.336,42. Het verschil bedraagt
€ 116,66. Tot dit bedrag dienen de zorgtoeslagen onder de beslagvrije voet te vallen, zijnde
€ 58,33 voor elk van verzoekers. In zoverre is het verzoek in beginsel toewijsbaar. Een ander oordeel zou er immers toe leiden dat door het beslag op de zorgtoeslag nieuwe schulden ontstaan, hetgeen niet de bedoeling van de wetgever kan zijn geweest en hetgeen in elk geval in strijd is met de gedachte achter de beslagvrije voet. Naar het oordeel van de kantonrechter dient de zorgtoeslag in dit geval te worden aangewend voor de lopende (bestuursrechtelijke) premie.
stelt
- het College voor Zorgverzekeringen (via haar deurwaarder Tempelman-de Niet, Postbus 6026, 4000HA Tiel, Unit Verzekeringen, t.a.v. A.A. van Valburg)
- Gemeente Bommelerwaard, Postbus 272, 5300 AG Zaltbommel (contactpersoon [naam contactpersoon])
als belanghebbenden in de gelegenheid om uiterlijk 30 oktober 2012 schriftelijk op het verzoek en deze tussenbeschikking te reageren waarbij zij een afschrift aan de gemachtigde van [verzoekers] dienen te zenden, waarna [verzoekers], indien zij dat wensen, binnen twee weken kunnen reageren;
bepaalt dat beide genoemde belanghebbenden een afschrift van deze beschikking, het verzoekschrift en het aanvullende verweerschrift van Zorg en Zekerheid (waarbij zich de stukken van de beslaglegging door CVZ bevinden) wordt toegezonden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. B.J. Engberts en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2012.