ECLI:NL:RBARN:2012:BY4760
Rechtbank Arnhem
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in een belastingzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 13 november 2012 een verzoek tot wraking afgewezen. De verzoeker, die betrokken was in een belastingzaak tegen de inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren, stelde dat de rechter niet onafhankelijk en onpartijdig had gehandeld tijdens de zitting op 1 oktober 2012. De verzoeker voerde verschillende gronden aan, waaronder het feit dat de rechter niet had geïnformeerd over de aanwezigheid van extra medewerkers van de Belastingdienst, dat de rechter onvoldoende kennis had van het dossier, en dat haar nevenfuncties de schijn van partijdigheid wekten.
De rechter verweerde zich door te stellen dat de aanwezigheid van de medewerkers van de Belastingdienst gebruikelijk was en dat zij niet als getuigen waren opgeroepen. Daarnaast erkende de rechter dat het dossier omvangrijk was, maar betoogde dat zij samen met de verzoeker belangrijke bijlagen had doorgenomen. De nevenfuncties van de rechter waren volgens haar niet relevant voor de zaak, en zij ontkende dat zij schriftelijk bewijsmateriaal had genegeerd.
De rechtbank oordeelde dat de gronden van verzoeker niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid of een objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De omstandigheden die verzoeker aanvoerde, zoals de waardering van het dossier en de vragen over zijn invaliditeit, rechtvaardigden niet de vrees voor partijdigheid.
Uiteindelijk werd het wrakingsverzoek afgewezen, en de rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar konden brengen. Tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.