zaaknummer / rolnummer: 214257 / HA ZA 11-528
de rechtspersoon naar Chinees recht
HAIER ELECTRICAL APPLIANCES CORP. LTD,
gevestigd te Qingdao, Shandong (China),
eiseres,
advocaat mr. F.H. Aalderink te Rotterdam,
[gedaagde]
gedaagde,
advocaat mr. H.S. Bugter te Bennekom.
Partijen zullen hierna Haier Electrical Appliances en [gedaagde] genoemd worden.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 november 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 26 januari 2011
Daarna is vonnis bepaald.
De vaststaande feiten
1.1. Haier Electrical Appliances is onderdeel van de Haier groep, een multinationale onderneming die zich bezig houdt met de productie en verkoop van witgoed, televisies en mobiele telefoons.
1.2. [gedaagde] is eigenaar en president van de vennootschap naar Iers recht Mares Associates Ltd (hierna Mares), gevestigd te Dublin (Ierland), behorende tot de Mares groep. De tot die groep behorende ondernemingen zijn actief in verschillende Europese landen in de sector van marketing en handelsbemiddeling.
1.3. In 1998 is Mares als handelsagent voor een tot de Haier groep behorende onderneming (Haier Qingdao China) gestart met de verkoop van witgoed in diverse landen van Europa. Nadien zijn tussen Mares/[gedaagde] en de Haier groep diverse overeenkomsten gesloten, waaronder:
- op 25 november 1998 een “Marketing Cooperation Agreement” (ook wel aangeduid als MCA) tussen Mares en Haier Group Company, waarbij Mares de promotie op zich nam van producten van de Haier groep in verschillende Europese landen;
- op 18 mei 2000 een “Joint Venture Agreement” tussen Mares en Haier Europe Holding B.V., waarbij Haier Europe Trading, gevestigd te Varese, Italië, werd opgericht en [gedaagde] werd benoemd tot directeur van deze vennootschap.
1.4. In verband met de beëindiging van de Joint Venture Agreement, de afwikkeling daarvan en het voornemen de Marketing Cooperation Agreement (vervaldatum 31 december 2003) niet te verlengen, alsmede met het oog op een verdere toekomstige samenwerking tussen Mares/[gedaagde] en de Haier groep, zijn op 15 augustus 2003 twee overeenkomsten gesloten tussen Haier Electrical Appliances (in de overeenkomsten aangeduid als HQD), Haier Europe Holding B.V. en Haier Europe Trading S.r.l. enerzijds en Mares Associates Ltd en [gedaagde] anderzijds.
1.5. Op grond van deze overeenkomsten moest Haier Electrical Appliances voor 31 december 2003 € 2.000.000,-- en voor 31 januari 2004 € 1.000.000,-- aan Mares betalen. Die betalingen waren volgens de overeenkomsten bedoeld “for the commission of the future business”. Het eerste bedrag is door Haier Electrical Appliances aan Mares betaald, het tweede bedrag niet.
1.6. In verband met de hiervoor genoemde door Haier Electrical Appliances aan Mares te betalen commissie hebben Mares en [gedaagde] ten behoeve van deze vennootschap op 29 augustus 2003 een Letter of Guarantee afgegeven en wel als volgt:
“(…)
Now, hereof, Mares undertakes and guarantee as follows:
1. Mares agrees to repay the Advancer Amount by deducting ¼ of each Mares commission but at latest pay back all the Advance Amount by not later than August 15, 2008 (…).
2. The Advance Amount shall become immediately due and payable by Mares upon the occurrence of any of the following events:
A. (…)
(…)
H. The assets of Mares (or any subsidiary of Mares) are sold, transferred or disposed of other than where HQD has given its prior written consent to such sale, transfer or disposal (…)
(…)
This letter and the agreement constituted between HQD, Mares and Mr. [gedaagde] resulting from its signature shall be governed by and construed in accordance with the laws of England (…)”.
De Letter of Guarentee is ondertekend namens Mares ondertekend door F. Bettoni, Managing director en door [gedaagde]. Onder de handtekeningen staat vervolgens:
“Guarantee by Mr. [..] [gedaagde] as follows:
Mr. [gedaagde] should take joint responsibility of recovery for the remaining amount of payment if Mares (including its subsidiary) has the activity to transfer the assets”.
Deze verklaring is eveneens ondertekend door [gedaagde], met het onderschrift “Guarantor”.
1.7. Mares heeft Haier Europe Trading S.r.l., Haier Europe Holding B.V., Haier Electrical Appliances en HAH (HK) Company Ltd gedagvaard om op 10 juni 2005 te verschijnen voor de rechtbank te Varese, Italië. In die procedure heeft Mares onder meer gesteld, zakelijk weergegeven, dat HET, HEH en HQD zijn tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst van 15 augustus 2003. Op grond daarvan hebben zij gevorderd die overeenkomst te ontbinden en gedaagden te veroordelen aan haar te betalen een schadevergoeding van niet minder dan € 15.000.000,--. Verder heeft Mares gevorderd te “verklaren dat eiseres gehouden is tot het terugstorten van de som van € 2.000.000,00 ten gunste van HQD, na schuldvergelijking met de door Mares aan HQD verschuldigde provisies ten opzichte van de contracten die tussen de partijen gesloten zijn, in de mate die op basis van de resultaten van de rechtszitting verschuldigd blijkt, met veroordeling van HQD tot betaling van het restant”.
1.8. Op 20 maart 2008 heeft de rechtbank te Varese zich onbevoegd verklaard van de hiervoor bedoelde vordering van Mares kennis te nemen, maar bij uitspraak van 24 mei 2011 heeft het Hof in Milaan de beslissing van de rechtbank vernietigd.
1.9. Op 12 september 2007 is Haier Electrical Appliances een gerechtelijke procedure tegen Mares en [gedaagde] begonnen voor de rechtbank in eerste aanleg te Qingdao, Provincie Shandong, China. Zij heeft in deze procedure terugbetaling van de door haar aan Mares/[gedaagde] vooruitbetaalde commissie ad € 2.000.000,-- gevorderd. Haier Electrical Appliances heeft aan die vordering ten grondslag gelegd dat Mares en [gedaagde] hebben gehandeld in strijd met de Letter of Guarantee, omdat Mares UK Ltd., een door Mares voor 99% gecontroleerde dochtervennootschap, op 22 juli 2004 nagenoeg alle vermogensbestanddelen (assets) van Mares UK Ltd hebben verkocht zonder haar instemming.
1.10. Bij vonnis van 16 januari 2009 heeft de rechtbank te Qingdao de vordering van Haier Electrical Appliances toegewezen en zijn Mares en [gedaagde] hoofdelijk veroordeeld aan Haier Electrical Appliances te betalen een bedrag van € 1.973.721,-- (voormelde € 2.000.000,--, verminderd met een reeds door Mares/[gedaagde] aan Haier Electrical Appliances betaald bedrag), te vermeerderen met rente, alsmede tot betaling van de proceskosten tot een bedrag van RMB (Renminbi) 143.447,--.
1.11. [gedaagde] is van dit vonnis in appel gegaan bij het Shandong Province Higher Court of the People. Bij uitspraak van 12 oktober 2010 is het hoger beroep ongegrond verklaard en is het vonnis in eerste aanleg bekrachtigd, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten ad RMB 143.447,--.
1.12. In de onder 1.8 bedoelde procedure hebben Mares en [gedaagde] een bevoegdheidsincident opgeworpen. De rechtbank (Intermediate People’s Court) heeft zich bevoegd verklaard van de vordering van Haier Electrical Appliances kennis te nemen. In appel heeft het Shandong Province Higher People Court bij ‘civil verdict’ van 16 november 2008 deze beslissing bekrachtigd. In laatstbedoelde beslissing heeft dit hof, in de door Haier overgelegde vertaling, overwogen:
“Upon trial our court thinks that this case is foreign affairs involved commercial dispute, the Guarantee Letter issued by Mares Company and [gedaagde] to Haier Company apparently stated that the said Letter was signed by Mares Company, [gedaagde] and then faxed to Haier Company. Upon the receipt of the said Letter, Haier’s remitance of money to Mares Company meant his acceptance of the said Letter. According to Art. 25 of the Contract Law of the People’s Republic of China which is stipulated as “A contract is established when the acceptance becomes effective,”; the 1?? Paragraph of Art. 34 of the same law which is stipulated as “The place of effectiveness of an acceptance shall be the place of the establishment of the contract”. It is not illegal for the Intermediate People’s Court of Qingdao City, Shandong Province to jurisdict the said case on basis of the signature place as the connecting point. Thus our court does not support the appealing requests of the appellant”.
1.13. Onder verwijzing naar de uitspraak van het Higher Court van 12 oktober 2010 heeft Haier Electrical Appliances op 9 december 2010 verlof gevraagd ten laste van [gedaagde] conservatoir derdenbeslag te mogen leggen. De voorzieningenrechter te Amsterdam heeft het verlof op diezelfde datum verleend, met begroting van de vordering op € 2.269.779,-- en onder de voorwaarde dat het instellen van de eis in de hoofdzaak geschiedt binnen een termijn van twee maanden na het leggen van het beslag. Vervolgens heeft Haier Electrical Appliances op 9 december 2010 ten laste van [gedaagde] conservatoir derdenbeslag laten leggen onder gerechtsdeurwaarder A.R. Hennink, verbonden aan het kantoor Incassade Weltevrede B.V. te Amsterdam.
Het geschil
2. Haier Electrical Appliances heeft gevorderd [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen al hetgeen waartoe hij bij de uitspraken van 16 januari 2009 en 12 oktober 2010 is veroordeeld, te weten
a. € 1.973.721,-- wegens hoofdsom,
b. RMB 143.447,-- wegens de kosten van de procedure in eerste aanleg en
c. RMB 143.447,-- wegens de kosten van de procedure in hoger beroep,
alles te vermeerderen met rente en met veroordeling van [gedaagde] voorts in de proceskosten, de kosten van het beslag en de nakosten daaronder begrepen.
3. Aan deze vorderingen heeft Haier Electrical Appliances ten grondslag gelegd het bepaalde in artikel 431, tweede lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Zij heeft aangevoerd dat de Nederlandse rechter op de voet van genoemd artikellid zonder een eigen inhoudelijke behandeling een buitenlandse veroordelende uitspraak waarop, zoals hier het geval is, geen verdrag van toepassing is, kan erkennen en een veroordeling kan uitspreken overeenkomstig die buitenlandse uitspraak, als aan een aantal, in de rechtspraak ontwikkelde, vereisten is voldaan. Volgens Haier Electrical Appliances is in dit geval aan al die vereisten voldaan, omdat (a) de Chinese rechter op basis van een internationaal algemeen aanvaarde grond bevoegd was van het geschil kennis te nemen, (b) de uitspraak tot stand is gekomen na een behoorlijke rechtspleging, (c) de uitspraak niet in strijd is met de openbare orde naar de in Nederland geldende maatstaven en (d) de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. [gedaagde] dient dan ook overeenkomstig de hiervoor onder 1.10 en 1.11 bedoelde uitspraken te worden veroordeeld.
4. [gedaagde] heeft de vorderingen gemotiveerd weersproken op gronden die hierna, voor zover nodig, aan de orde zullen komen.
De beoordeling van het geschil.
5. De rechtbank Arnhem is op grond van artikel 431 Rv bevoegd van de vordering kennis te nemen.
6. Vooropgesteld wordt het volgende. In artikel 431 Rv staat dat, behoudens het bepaalde in de artikelen 985-994 Rv, beslissingen door vreemde rechters gegeven niet binnen Nederland ten uitvoer kunnen worden gelegd en dat de gedingen opnieuw bij de Nederlandse rechter worden behandeld en afgedaan. Nu er geen verdrag of wet in werking is getreden krachtens welke een Chinese rechterlijke beslissing in Nederland uitvoerbaar is, is artikel 431 Rv in het onderhavige geval van toepassing en dient een hernieuwde behandeling plaats te vinden. De Chinese uitspraken in eerste aanleg en in appel behoeven evenwel niet zonder betekenis te blijven, omdat de rechter ook in deze hernieuwde procedure vrij is om te beoordelen of en in hoeverre hij daaraan gezag toekent (vgl. HR 14 november 1924, NJ 1925, 91). Komen deze uitspraken voor erkenning in Nederland in aanmerking dan geldt dat Haier Electrical Appliances in deze procedure kan volstaan met het vorderen dat [gedaagde] zal worden veroordeeld tot datgene waartoe hij krachtens die uitspraken gehouden is, zoals Haier Electrical Appliances ook heeft gedaan. Dan kan worden volstaan met een onderzoek naar de vraag of de Chinese uitspraken voldoen aan de criteria voor erkenning in Nederland. Voor deze erkenning is in ieder geval vereist, zoals Haier Electrical Appliances terecht heeft gesteld, dat de buitenlandse rechter zich op een internationaal algemeen aanvaarde grond bevoegd heeft geoordeeld, dat de uitspraak tot stand is gekomen na een behoorlijke rechtspleging en dat erkenning van de beslissing niet in strijd is met de Nederlandse openbare orde.
7. Ten aanzien van het eerste vereiste, dat de buitenlandse rechter bevoegd was om van de zaak kennis te nemen, geldt als maatstaf niet het internationaal bevoegdheidsrecht van de vreemde rechter en evenmin het Nederlands internationaal bevoegdheidsrecht. Beslissend is of de vreemde rechter op een internationaal algemeen aanvaarde grond rechtsmacht toekwam (onder meer Hof Amsterdam 16 november 2010, JOR 2011, 162). Met inachtneming daarvan wordt het volgende overwogen.
8. [gedaagde] heeft zich, zo volgt uit de feiten, niet vrijwillig onderworpen aan de rechtsmacht van de Chinese rechter. In het door [gedaagde] opgeworpen bevoegdheidsincident heeft de Chinese rechter zich bevoegd verklaard van het geschil kennis te nemen op de grond dat, zo volgt uit de hiervoor onder 1.12 weergegeven uitspraak van het Higher Court van 16 november 2008, de Letter of Guarantee door de ondertekening/acceptatie door Haier Electrical Appliances in China, “effective” is geworden (art. 25 van de Contract Law of the People’s Republiek of China) en dat op grond van art. 34 van die wet “the place of effectiveness of an acceptance shall be the place of the establishment of the contract”. De rechter in eerste aanleg heeft op grond daarvan, aldus het Higher Court, kunnen aannemen dat zij rechtsmacht heeft op basis van de ondertekening van de Letter of Guarantee in Shandong, China, als “the connecting point”.
9. Haier Electrical Appliances heeft gesteld dat de Chinese rechter aldus zijn bevoegdheid heeft ontleend aan de plaats waar de overeenkomst tot stand is gekomen. [gedaagde] heeft gesteld dat de Chinese rechter ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat de overeenkomst met betrekking tot de letter of guarantee in China tot stand is gekomen. Daaraan vooraf gaat echter de vraag of die bevoegdheidsgrond een internationaal algemeen aanvaarde grond voor rechtsmacht is, welke vraag de rechtbank in beginsel ambtshalve zal moeten beantwoorden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft daarover onvoldoende debat plaatsgevonden. De partijen zullen zich daarover nog mogen uitlaten. Aan Haier Electrical Appliances wordt verzocht ook een vertaling van de uitspraak van de lagere Chinese rechter in het bevoegdheidsincident over te leggen.
10. De zaak zal naar de rol worden verwezen voor akte aan de zijde van Haier Electrical Appliances om zich over de onder 9 genoemde vraag uit te laten. [gedaagde] zal op die akte mogen reageren. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
De beslissing
De rechtbank
verwijst de zaak naar de rol van 25 april 2012 voor akte aan de zijde van Haier Electrical Appliances,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E.B. ter Heide en in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2012.