ECLI:NL:RBARN:2012:BY4306
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuurders wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 31 oktober 2012 uitspraak gedaan in een kort geding over de aansprakelijkheid van bestuurders op basis van kennelijk onbehoorlijk bestuur, zoals bedoeld in artikel 2:248 BW. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.A. Hage, heeft de gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Smeekes, aangeklaagd wegens het niet naar behoren vervullen van hun taken als bestuurders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestuurders een onjuist en geflatteerd beeld hebben gegeven van de financiële situatie van de onderneming, wat heeft bijgedragen aan het faillissement van de vennootschap. De rechtbank oordeelde dat de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die door hun onbehoorlijke bestuur is veroorzaakt.
De procedure begon met een tussenvonnis op 23 mei 2012, waarin de rechtbank al had geoordeeld dat er sprake was van kennelijk onbehoorlijk bestuur. De gedaagden hebben geprobeerd om de aansprakelijkheid te matigen, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank overwoog dat de aard en ernst van het onbehoorlijk bestuur, evenals de andere oorzaken van het faillissement, niet voldoende onderbouwd waren om tot matiging over te gaan. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld tot betaling van de door de curator geleden schade, die opgemaakt moet worden bij staat en vereffend volgens de wet. Tevens zijn de gedaagden in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 2.624,31.
De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en heeft alle overige vorderingen afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.J. Meijer.