zaaknummer / rolnummer: 235211 / KG ZA 12-554
Vonnis in kort geding van 18 oktober 2012
[eiseres]
wonende te [woonplaats],
[eiseres]
gevestigd te [woonplaats II],
eiseressen,
advocaat mr. V.J.A. Hetterscheidt te Doetinchem,
de naamloze vennootschap
SNS BANK BANK N.V.,
gevestigd te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. R.H.J. van Houts te Utrecht.
Partijen zullen hierna [eiseres] c.s. en SNS Bank genoemd worden. [eiseres] c.s zullen afzonderlijk aangeduid worden als [eiseres] en [eiseres sub 2].
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling, waarop de eis is gewijzigd
- de pleitnota van [eiseres] c.s.
- de pleitnota van SNS Bank.
1.2. Aan het eind van de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter in verband met de spoedeisendheid van de zaak mondeling uitspraak gedaan, welke uitspraak op 1 november 2012 (gemotiveerd) op schrift is gesteld.
2. De feiten
2.1. Op respectievelijk 11 juni 2002, 31 januari 2003, 26 februari 2006 en 11 maart 2008 zijn er tussen SNS Bank en [eiseres] overeenkomsten van geldlening gesloten op basis waarvan SNS Bank aan [eiseres] in totaal een krediet van € 1.035.620,00 heeft verstrekt.
2.2. De restantvordering ter zake van de bedoelde kredieten zonder achterstanden of overige kosten bedraagt per 10 oktober 2012 € 937.939,68. Per diezelfde datum bedragen de achterstanden op de verstrekte kredieten € 128.688,27. Voorts is er nog een aantal andere kredieten verstrekt aan [eiseres] op basis waarvan SNS Bank € 74.440,72 heeft te vorderen van [eiseres]. De totale vordering van SNS Bank op [eiseres] bedraagt op 10 oktober 2012 € 1.141.068,72.
2.3. Ter verzekering van de nakoming door [eiseres] van haar verplichtingen uit die kredietovereenkomsten heeft SNS Bank bij hypotheekakten van 2 augustus 2002, 5 maart 2003 en 16 maart 2006 respectievelijk een eerste, tweede en derde recht van hypotheek verkregen op de aan [eiseres] in eigendom toebehorende onroerende zaken te [woonplaats II] aan de [adres] 12 en 14 (hierna: de panden te [woonplaats II]). [adres] 12 is een bedrijfsgebouw en [adres] 14 is een woonhuis. Tevens is door [eiseres] als zekerheid voor de nakoming van haar verplichtingen uit die kredietovereenkomsten aan SNS Bank een eerste en tweede recht van hypotheek verstrekt op de aan haar in eigendom toebehorende onroerende zaken aan de [adres] 11-13 en 15B te [woonplaats] (hierna: de panden te [woonplaats]). De betreffende hypotheekakten zijn alle zogenaamde bankhypotheken waarbij het recht van hypotheek wordt verleend voor al hetgeen de bank nu of in de toekomst van de hypotheekgever uit welke hoofde dan ook te vorderen heeft.
2.4. In de hypotheekakten en de op de kredietovereenkomsten van toepassing verklaarde algemene voorwaarden is bepaald dat zonder voorafgaande toestemming van SNS Bank het verbondene niet mag worden verhuurd of verpacht door [eiseres] (hierna: het huurbeding).
2.5. [eiseres] is geruime tijd in gebreke gebleven met de voldoening van haar verplich¬tingen jegens SNS Bank die voortvloeien uit de hiervoor vermelde kredietovereenkomsten.
2.6. SNS Bank heeft met [eiseres] hierover verschillende malen overleg gevoerd. [eiseres] heeft daarin meermaals toegezegd voor betaling zorg te dragen, welke toezeggingen zij niet is nagekomen.
2.7. SNS Bank heeft bij brief van 5 juni 2012 de kredietovereenkomsten met [eiseres] opgezegd en de kredieten van [eiseres] met onmiddellijke ingang opgeëist, met bevel tot betaling van het ontstane debetsaldo van € 1.116.310,68 uiterlijk op 19 juli 2012 en met aanzegging dat bij niet betaling tot uitwinning van de aan SNS Bank gestelde zekerheden, zijnde de panden te [woonplaats] en [woonplaats II], zal worden overgegaan.
2.8. Op 2 augustus 2012 hebben partijen over deze executie een gesprek gevoerd, waarbij namens [eiseres] bij dat gesprek aanwezig waren: de heer [.] [partner van eiseres], de partner van [eiseres], haar zoon [zoon] en de advocaat van [eiseres] c.s. en namens SNS Bank de heer [.] [betrokkene] van de afdeling Bijzonder Beheer Zakelijk.
2.9. Bij brief van 6 augustus 2012 heeft SNS Bank aan de advocaat van [eiseres] een verslag van de bespreking van 2 augustus 2012 toegestuurd. Deze brief vermeldt onder meer:
“U hebt kennis genomen van onze correspondentie en van het gegeven dat de rente en aflossingsverplichtingen over de afgelopen 8 maanden niet werden nagekomen waardoor de bank is overgegaan tot opeising van de kredieten en het aanzeggen van de veiling van de als zekerheid verbonden bedrijfspanden in [woonplaats] en [woonplaats II]. (…)
De heer Ter [partner van eiseres] wil de komende 2 a 3 maanden de mogelijkheden voor aankoop en financiering van het bedrijfspand onderzoeken. Met betrekking tot een kredietaanvraag bij SNS Bank kan ik niet expliciet de naam van een accountmanager zakelijk aangeven. (…)
Met betrekking tot het pand [adres] te [woonplaats II] spraken wij af dat de heer Ter [partner van eiseres] c.q. zijn zoon in de gelegenheid zal worden gesteld om een financiering aan te trekken om het bedrijfspand aan te kopen. Hiertoe zullen diverse financiers w.o. SNS Bank worden benaderd. Ook hier geldt in eerste instantie een periode van maximaal 2 a 3 maanden om een financiering aan te trekken en ook hier geldt dat de veilingprocedure werd aangezegd via Dirkzwager te Nijmegen met als veiling planning medio/eind november 2012. Indien er een mogelijke onderhandse verkoop kan plaatsvinden zal de veiling procedure worden opgeschort c.q. gecancelled, de verkoopopbrengst dient ons conveniërend te zijn. Voorwaarde hierbij is dat de rente en aflossingsverplichtingen voor genoemde periode maandelijks dienen te worden voldaan. Op basis van de kredieten berekenden wij een maandtermijn van € 3.500,00. Genoemd bedrag kan worden overgemaakt op rekening [nummer] t.n.v. [..] [eiseres] o.v.v. lasten [adres]/[woonplaats II] mnd augustus e.v.”
2.10. SNS Bank heeft een notaris van het notariskantoor Dirkzwager te Arnhem opdracht gegeven om de executieveilingen van zowel de panden te [woonplaats] als de panden te [woonplaats II] aan te vangen. Bij brief van 21 september 2012 heeft de notaris aan [eiseres] de executieveiling van de panden te [woonplaats] en [woonplaats II] aangezegd. De veiling zal op 20 november 2012 plaatsvinden en de aankondiging hiervan zal op 19 oktober 2012 in de krant worden geplaatst.
2.11. Bij brief van 5 oktober 2012 heeft de advocaat van [eiseres] c.s., voor zover van belang, als volgt gereageerd:
“Met betrekking tot de panden [adres] 14 (woonhuis) en [adres] 12 (bedrijfspand) is een andere regeling besproken in die zin dat de zoon [zoon] de mogelijkheid zou worden geboden deze panden onderhands te kopen en dat de SNS Bank iemand naar voren zou schuiven om de financiering aan te bieden. (…) echter niemand van de SNS Bank heeft zich gemeld voor hypotheekverstrekking aan zoon [zoon].
Een in de toekomst mogelijke openbare verkoop van de panden aan de [adres] zou zondermeer worden opgeschort i.v.m. de realisering van de aankoopplannen van zoon [zoon]. Dit is met u overeengekomen! Het is niet juist dat voor het verwezenlijken van die plannen een termijn van 2 a 3 maanden is gesteld. (…)
Voorts hebben wij u begin augustus jl. meegedeeld dat het woonhuis aan de [adres] 14 aan de zonen [zoon] en [zoon II] is verhuurd en dat de bedrijfshal no. 12 is verhuurd aan de [eiseres sub 2] B.V. Met deze huurders moet ook rekening worden gehouden.”
2.12. SNS Bank heeft bij exploten d.d. 9 oktober 2012 aan de huurders van het woonhuis aan de [adres] 14 te [woonplaats II], de twee zonen van [eiseres] en de vriendin van één van hen en aan de huurder van het bedrijfspand aan de [adres] 12 te [woonplaats II], de hiervoor vermelde [eiseres sub 2] (hierna: [eiseres sub 2]), de openbare verkoop van de panden te [woonplaats II] aangezegd en tevens met inroeping van het huurbeding een beroep gedaan op de vernietiging van de huur¬overeen¬komsten, die deze huurders met [eiseres] gesloten hebben met betrekking tot de panden te [woonplaats II].
2.13. De advocaat van [eiseres] c.s. heeft bij brief van 10 oktober 2012 aan de executerende notaris verzocht de verkoop van de panden te [woonplaats II] tot 1 maart 2013 op te schorten en aan SNS Bank verzocht om de notaris opdracht te geven de veiling voor die periode uit te stellen en de publieke aankondiging van de veiling op 19 oktober 2012 niet te plaatsen.
2.14. Bij brief van 10 oktober 2012 heeft SNS Bank gereageerd op de brief van
5 oktober 2012 van de advocaat van [eiseres] c.s. en medegedeeld dat de veiling doorgaat. Deze brief vermeldt onder meer:
“Met betrekking tot het pand [adres] te [woonplaats II] werd inderdaad afgesproken dat de heer Ter [partner van eiseres] dan wel de zoon de gelegenheid zouden hebben om een financier aan te trekken om tot aankoop van het pand over te gaan. Hiervoor werd ook een periode van 2 a 3 maanden vastgesteld. Hiertoe zouden SNS Bank en ook andere financiers worden benaderd. Aan cliënt wordt medegedeeld dat de SNS Bank niet bereid is tot herfinanciering. (…)
Voor wat betreft uw opmerking over verhuur kan ik u meedelen dat hiervoor door cliënte nimmer toestemming aan de bank werd gevraagd. De SNS Bank was hiervan niet op de hoogte behoudens dat cliënte het woonhuis zelf in gebruik had. Door de notaris zal het huurbeding dan ook worden ingeroepen.”
3.1. [eiseres] c.s. vorderen na eiswijziging bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. SNS Bank te gebieden tot onmiddellijke opschorting voor een periode van vier maanden, van de thans door SNS Bank aangevangen executoriale maatregelen jegens [eiseres] c.s. ten aanzien van de aan [eiseres] in eigendom toebehorend onroerende zaken gelegen aan de [adres] 12 en 14 te [woonplaats II], waaronder de in opdracht van SNS Bank aangekondigde gedwongen verkoop/veiling van deze panden te [woonplaats II] en de publicatie van de veiling op 19 oktober 2012, en wel binnen 1 dag na betekening van dit vonnis op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 500.000,00 voor het geval SNS Bank in gebreke blijft met de stopzetting/ opschorting van de executie/veiling;
2. SNS Bank te veroordelen om aan [eiseres] c.s. ten titel van kosten van juridische bijstand en proceskosten een bedrag van € 4.000,00 te betalen en SNS Bank tevens te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2. Aan hun vorderingen leggen [eiseres] c.s. ten grondslag dat SNS Bank misbruik maakt van haar executiebevoegdheid, zodat de executie moet worden gestaakt of geschorst. Zij stellen dat de openbare executieveiling alleen het belang van SNS Bank dient en volstrekt onevenredig is gezien de belangen van [eiseres] c.s. bij het uitstellen van de executieveiling. [eiseres] c.s. stellen dat ten aanzien van de panden te [woonplaats II] met SNS Bank is overeengekomen dat zoon [zoon] van [eiseres] de mogelijkheid zou worden geboden om deze panden onderhands te kopen en dat in verband met de realisering van de aankoopplannen van zoon [zoon] een in de toekomst mogelijke openbare verkoop van de panden te [woonplaats II] zonder meer zou worden opgeschort. Voorts stellen [eiseres] c.s. dat de panden te [woonplaats II] verhuurd zijn aan [eiseres sub 2] (de bedrijfsruimte aan de [adres] 12) en de zonen van [eiseres] en de vriendin van één van die zonen (het woonhuis aan de [adres] 14), waardoor SNS Bank ook met de belangen van deze huurders rekening moet houden bij de voorgenomen executie. [eiseres] c.s. stellen een groot belang te hebben bij een spoedige opschorting van de publicatie en de openbare verkoop van de panden te [woonplaats II], mede omdat zoon [zoon] de mogelijkheid moet krijgen om deze panden aan te kopen en [eiseres sub 2] de mogelijkheid moet worden geboden om elders huurruimte te vinden en te verhuizen.
3.3. SNS Bank voert verweer. SNS Bank voert daartoe kort gezegd aan dat zij op grond van de tussen partijen geldende kredietovereenkomsten, de hypotheekakten en de wet rechtmatig gebruik maakt van het aan haar toekomend recht van parate executie, nu er sprake is van een zeer aanzienlijke betalingsachterstand van [eiseres], welke achterstand bovendien toeneemt, [eiseres] ondanks de vele aanmaningen en sommaties en de meerdere toezeggingen harerzijds bij voortduring in gebreke is gebleven in de nakoming van haar financiële verplich¬tingen uit de kredietovereenkomsten en er voorts geen enkel concreet zicht bestaat op betaling door [eiseres] in de toekomst.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Met de aard van het gevorderde en het daaraan ten grondslag gelegde acht de voorzieningenrechter het spoedeisend belang van [eiseres] c.s. bij de gevraagde voorziening gegeven.
4.2. [eiseres] c.s. hebben geen bezwaar tegen de executoriale verkoop van de panden te [woonplaats], maar alleen tegen de executieveiling van de panden te [woonplaats II]. Het onderhavige geschil heeft dan ook alleen maar betrekking heeft op de executie van deze panden. Kernvraag daarbij is of SNS Bank als hypo¬theekhouder bevoegd is over te gaan tot openbare verkoop van die panden.
4.3. Onweersproken is dat SNS Bank de kredietrelatie met [eiseres] rechtsgeldig heeft opgezegd en dat daardoor de uitstaande geldleningen opeisbaar zijn geworden. Evenmin is weersproken dat de achterstal¬lige rente- en aflossingsverplichtingen opeisbaar zijn. SNS Bank heeft de geldleningen inclusief de achterstanden en kosten opgeëist van [eiseres], zonder dat dit tot betaling heeft geleid. De conclusie kan dan ook niet anders zijn dan dat [eiseres] in verzuim is met de voldoening van haar beta¬lings¬verplichtingen uit de krediet¬overeenkomsten waarvoor de hypotheken op de panden te [woonplaats II] tot waarborg strekken. Gezien het bepaalde in artikel 3:268 lid 1 BW is SNS Bank gerechtigd van haar recht op parate executie gebruik te maken. Alleen wanneer SNS Bank misbruik van deze bevoegdheid zou maken, zou hierover anders geoordeeld kunnen worden.
4.4. Met betrekking tot het beroep van [eiseres] c.s. op misbruik van bevoegdheid door SNS Bank wordt als volgt overwogen.
4.5. De vordering van SNS Bank op [eiseres] bedraagt per 10 oktober 2012
€ 1.141.068,72. Hiervoor is al aangegeven dat de vordering van SNS Bank toeneemt, omdat de maandelijks verschuldigde rente- en aflossingstermijnbedragen niet (volledig) worden voldaan door [eiseres]. Ter zitting is eveneens gebleken dat [eiseres] geen enkele concrete toezegging kan doen dat de achterstand, althans een substantieel deel daarvan, binnen afzienbare tijd zal worden voldaan dan wel dat daarvoor zekerheid kan worden gesteld. [eiseres] heeft zelfs aangegeven dat zij thans niet in staat is om de lopende maandelijkse betalings¬verplichtingen te voldoen. In dit verband wordt tevens overwogen dat hetgeen door [eiseres] ter zitting is verklaard over bedragen waarover zij na een gerechtelijke procedure, die haar vader in België voert, zou kunnen beschikken, vaag en weinig concreet is. Aan deze mededelingen van [eiseres] kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet de verwachting worden ontleend dat een spoedige nakoming van betalingsbetalingen jegens SNS Bank realistisch is. Van belang is voorts dat SNS Bank overleg met [eiseres] heeft gevoerd en geduld heeft getoond bij de betaling van de achter¬standen, zodat [eiseres] ruim voldoende de gelegen¬heid heeft gehad om de achterstanden in te lopen. Tenslotte is gesteld noch gebleken dat er voor SNS Bank concrete alternatieven beschikbaar zijn om haar vordering op [eiseres] voldaan te krijgen anders dan door verhaal op de opbrengst van de openbare verkoop van de panden te [woonplaats II]. Dit alles leidt tot de conclusie dat de belangen van SNS Bank bij voortzetting van de executieveiling zwaarder wegen dan de belangen van [eiseres] c.s. bij de schorsing daarvan, zodat SNS Bank geen misbruik van bevoegdheid kan worden tegengeworpen.
4.6. Wat betreft het beroep van [eiseres] c.s. op de tussen [eiseres] en SNS Bank in het gesprek van 2 augustus 2012 gemaakte afspraak over de schorsing van de openbare verkoop van de panden te [woonplaats II] ten einde zoon [zoon] de gelegenheid te geven deze panden onderhands te kopen, geldt het volgende.
4.7. SNS Bank erkent dat deze mogelijkheid is besproken met [eiseres], maar stelt dat zij daarbij nooit kenbaar heeft gemaakt dat zij het executietraject zou staken of dat zij bereid zou zijn de aankoop van het object door zoon [zoon] te financieren. Uit de brief van 6 augustus 2012 blijkt dat SNS Bank uitdrukkelijk de voorwaarde heeft gesteld dat de maandelijkse rente- en aflossings¬verplichtingen zouden worden voldaan door [eiseres]. Vaststaat dat dit niet gebeurd is. Bovendien staat in deze brief dat de veiling maximaal drie maanden wordt aangehouden. De thans aangekondigde veiling voldoet aan deze voorwaarde. Het beroep op toezeggingen van SNS Bank die tot aanhouding van de executie zouden moeten leiden, kan dan ook niet gehonoreerd worden.
4.8. Ten aanzien van de vordering van [eiseres sub 2] en het belang van de huurders bij aanhouding van de executie waarop [eiseres] zich - ook - beroepen heeft, wordt als volgt overwogen.
4.9. De gevraagde voorziening is gebaseerd op de stelling dat SNS Bank geen beroep op het huurbeding in de hypotheekakten kan doen. De voorzieningenrechter constateert dat de hypotheekakten een huurbeding bevatten in de zin van artikel 3:264 BW. SNS Bank heeft nadat de executoriale verkoop van het onderpand is aangezegd aan [eiseres], het huurbeding ingeroepen tegen [eiseres sub 2]. SNS Bank stelt zich op het standpunt dat [eiseres] dit pand in strijd met het huurbeding zonder haar toestem¬ming aan [eiseres sub 2] heeft verhuurd.
4.10. Niet in geschil is dat [eiseres] geen toestemming heeft gevraagd aan en verkregen van SNS Bank om de huurovereenkomst met [eiseres sub 2] te sluiten. [eiseres sub 2] heeft echter een beroep gedaan op het bepaalde in het vierde lid van artikel 3:264 BW en stelt dat SNS Bank het huurbeding aan haar als opvolgende huurder van de bedrijfsruimte niet kan tegen¬werpen. Zij wijst erop dat in de hypotheekakte van 16 maart 2006 is opgenomen dat de bedrijfsruimte ten tijde van de vestiging van deze hypotheek was verhuurd aan [X] B.V. [eiseres sub 2] voert aan dat zij aangemerkt moet worden als een opvolgende huurster van deze vennootschap.
4.11. De voorzieningenrechter overweegt met betrekking tot dit beroep dat voor de bescherming van de opvolgende huurder is vereist dat de nieuwe verhuring niet op ongewone voor de hypotheekhouder meer bezwarende voorwaarden heeft plaatsgevonden. Daarvan is bij de verhuur aan [eiseres sub 2] naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter wel degelijk sprake. Dit blijkt allereerst uit het feit dat de met [eiseres sub 2] overeen¬gekomen maandelijkse huur € 1.000,00 minder is dan de huur die [X] betaalde. Daarbij komt dat de huurovereenkomst waarop de [eiseres] en [eiseres sub 2] zich beroepen, dubieus is en vragen oproept. Zo is de overgelegde huurovereenkomst tussen [eiseres] en [eiseres sub 2] niet gedateerd, heeft [eiseres] het huurcontract als verhuurster en als huurster ondertekend, was [eiseres] bestuurster van de [eiseres sub 2] en zijn haar zonen aandeelhouder van deze vennootschap. Dit alles leidt tot de conclusie dat het beroep van [eiseres sub 2] op het bepaalde in artikel 3: 264 lid 4 BW wordt verworpen.
4.12. Ten aanzien van de huurders (de twee zonen van [eiseres] en de vriendin van één van hen) van het pand te [woonplaats II] aan de [adres] 14 (het woonhuis) geldt dat deze geen partij zijn in het onderhavige kort geding, zodat alleen al om deze reden hun eventuele belangen in deze procedure niet kunnen worden betrokken.
4.13. Uit al het voorgaande volgt dat de vorderingen van [eiseres] c.s. zullen worden afgewezen.
4.14. [eiseres] c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van SNS Bank worden begroot op:
- griffierecht € 575,00
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.391,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt [eiseres] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van SNS Bank tot op heden begroot op € 1.391,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.J.C van Emden-Geenen en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2012 en vervolgens op 1 november 2012 schriftelijk vastgelegd.