ECLI:NL:RBARN:2012:BY3558

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
23 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 12/361, AWB 12/363, AWB 12/364 en AWB 12/365
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen tegen belastingaanslagen en verzoeken om voorlopige voorzieningen

Op 23 oktober 2012 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst/Oost, kantoor Doetinchem. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de aan hem opgelegde aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2007 en 2008, evenals tegen de aanslagen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) voor dezelfde jaren. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gehouden op 12 oktober 2012, waarbij eiser in persoon aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door een gemachtigde.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeken van eiser om voorlopige voorzieningen worden afgewezen, omdat verweerder al tegemoetgekomen is aan het verzoek van eiser om uitstel van betaling. De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de beroepen van eiser niet-ontvankelijk zijn, omdat verweerder de aanslagen inmiddels volledig heeft verminderd naar nihil en het betaalde griffierecht aan eiser heeft vergoed. Dit betekent dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beroepen tegen de aanslagen.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gedaan. Eiser kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem. De rechtbank heeft de beroepen tegen de aanslagen IB/PVV en Zvw voor 2007 en 2008 niet-ontvankelijk verklaard en de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
registratienummers: AWB 12/361, AWB 12/363, AWB 12/364 en AWB 12/365
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak ingevolge artikel 8:67 en artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 23 oktober 2012
inzake
[X], wonende te [Z], eiser,
tegen
de inspecteur van de Belastingdienst/Oost, kantoor Doetinchem, verweerder.
De bestreden uitspraken op bezwaar
De uitspraken van verweerder van 9 december 2011 op de bezwaarschriften van eiser tegen de aan eiser opgelegde aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) 2007 en 2008 (aanslagnummers: [000].H.76 en [000].H.86) en de aanslagen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) 2007 en 2008 (aanslagnummers [000].W.76 en [000].W.86).
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden te Arnhem op 12 oktober 2012. Eiser is daar in persoon verschenen. Namens verweerder is verschenen [gemachtigde].
1. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart de beroepen tegen aanslagen IB/PVV en Zvw voor 2007 en 2008 niet-ontvankelijk;
- wijst de verzoeken om voorlopige voorzieningen met betrekking tot de aanslagen IB/PVV en Zvw voor 2007 en 2008 af.
2. Gronden
De definitieve aanslagen IB/PVV en Zvw 2007 en 2008 zijn met respectievelijk dagtekening 17 december 2010 en
24 december 2010 aan eiser opgelegd.
Verweerder heeft met dagtekening 2 augustus 2012 en 16 augustus 2012 de aanslagen IB/PVV en Zvw 2007 en 2008 volledig verminderd naar nihil. Verweerder heeft tevens het betaalde griffierecht aan eiser vergoed.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat de beroepen van eiser gericht tegen de aanslagen IB/PVV en Zvw 2007 en 2008 niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard wegens gebrek aan procesbelang, nu verweerder volledig tegemoet gekomen is aan de beroepen van eiser en tevens het griffierecht aan eiser zal worden vergoed.
Gelet op de omstandigheid dat verweerder eveneens aan het verzoek van eiser om uitstel van betaling tegemoetgekomen is, worden de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen.
Aan het voorgaande kan eisers verzoek om voeging inzake de procedures in het kader van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, Wet openbaarheid van bestuur (hierna: WOB) en de Wet bescherming persoonsgegevens, niet afdoen. Ook als die procedures gevoegd hadden kunnen worden, dan zou dat niets kunnen veranderen aan de beslissingen van de rechtbank over de belastingaanslagen. Daarbij komt nog, dat verweerder ter zitting, onweersproken, heeft verklaard dat inmiddels meerdere uitspraken zijn gedaan ten aanzien van de WOB-verzoeken van eiser en dat rechtbank niet bekend is met deze uitspraken. Ook in zoverre kan aan het verzoek van eiser om voeging van deze procedures niet worden tegemoetgekomen.
Gelet op het vorenoverwogene zijn de beroepen niet-ontvankelijk en worden de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M.W. van de Sande, rechter, in tegenwoordigheid van mr. G. Schokker, griffier.
De griffier, De rechter,
Uitgesproken in het openbaar op: 23 oktober 2012
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.