ECLI:NL:RBARN:2012:BY1895

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
26 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
828573 CV Expl. 12-4156
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zaakwaarneming door politie bij aantreffen hennepplantage en kostenvergoeding aan Uniglas

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 26 oktober 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen Uniglas B.V. en een gedaagde partij, die eigenaar en verhuurder was van een woning. De zaak kwam voort uit een incident waarbij de politie op 22 januari 2011 een woning betrad door een raam te ontzetten, omdat er een hennepplantage was aangetroffen. De politie gaf Uniglas de opdracht om het raam af te dichten, waarna Uniglas kosten in rekening bracht bij de gedaagde partij. Uniglas vorderde een bedrag van € 219,48, bestaande uit de kosten voor het afdichten van het raam, rente en buitengerechtelijke kosten.

De kantonrechter oordeelde dat de politie handelde als zaakwaarnemer voor de gedaagde partij, wat betekent dat de politie in naam van de gedaagde de opdracht aan Uniglas kon geven. De rechter stelde vast dat de politie op redelijke grond handelde, aangezien het ontzette raam de woning toegankelijk maakte voor derden. De kantonrechter wees de vordering van Uniglas toe, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten, en veroordeelde de gedaagde partij tot betaling van het totaalbedrag.

De uitspraak benadrukt het principe van zaakwaarneming, zoals vastgelegd in artikel 6:198 BW, en bevestigt dat de politie bevoegd is om in te grijpen bij een redelijk vermoeden van een strafbaar feit. De rechter concludeerde dat de belangen van de gedaagde partij adequaat waren behartigd door de politie, en dat de kosten voor de werkzaamheden van Uniglas terecht op de gedaagde partij konden worden verhaald. De gedaagde partij werd ook veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter werden begroot op een totaal van € 252,17.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
burgerlijk recht, sector kanton
Locatie Nijmegen
zaakgegevens 828573 \ CV EXPL 12-4156 \ 407 \ 392
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap Uniglas B.V.
gevestigd te Groningen
eisende partij
gemachtigde AGC gerechtsdeurwaarders & Incasso Groningen
tegen
[gedaagde partij]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna Uniglas en [gedaagde partij] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 juni 2012 met producties
- de conclusie van antwoord met een productie
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2. De feiten
2.1. [gedaagde partij] is eigenaar van de woning aan de [adres] (hierna: ‘de woning’). Hij verhuurt deze woning.
2.2. Op 22 januari 2011 is de politie de woning binnengetreden. Daartoe is een raam van de woning ontzet. In de woning was een hennepkwekerij aanwezig die in opdracht van de politie is verwijderd.
2.3. De politie heeft Uniglas opdracht gegeven het raam dat door de politie was ontzet af te dichten.
2.4. Uniglas heeft [gedaagde partij] op 7 juli 2011 een bedrag van € 175,89 in rekening gebracht voor de door haar verrichte werkzaamheden.
3. De vordering en het verweer
3.1. Uniglas vordert, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van een bedrag van € 219,48 (bestaande uit een hoofdsom van € 175,89, reeds vervallen rente van € 6,59 en buitengerechtelijke kosten van € 37,00), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 175,89 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening. Tevens vordert Uniglas veroordeling van [gedaagde partij] in de kosten van de procedure.
3.2. Uniglas legt aan haar vordering ten grondslag dat zij in opdracht van de politie de ruit heeft afgedicht. De politie handelde als zaakwaarnemer voor [gedaagde partij] en kon derhalve in zijn naam de opdracht aan Uniglas verstrekken.
3.3. [gedaagde partij] voert gemotiveerd verweer waarop hierna, waar nodig, wordt ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. [gedaagde partij] stelt dat niet hij, maar de politie opdracht heeft gegeven de ruit te herstellen zodat de politie ook de betreffende kosten dient te dragen.
4.2. De kantonrechter oordeelt als volgt. Aan de vordering is zaakwaarneming (artikel 6:198 BW) ten grondslag gelegd. Zaakwaarneming is het zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen.
4.3. De Politiewet biedt de politie de bevoegdheid binnen te treden wanneer een redelijk vermoeden van een strafbaar feit bestaat. Daarvan kan hier worden uitgegaan nu de politie daadwerkelijk een hennepplantage heeft aangetroffen en op dit punt niets anders is gesteld of gebleken. De opdracht tot herstel van de gevolgen van de binnentreding valt niet onder de op die wijze aan de politie toekomende bevoegdheid. Derhalve kan in beginsel sprake zijn van zaakwaarneming in het onderhavige geval.
4.4. Vervolgens is de vraag of de belangen van [gedaagde partij] door de politie op redelijke grond en naar behoren zijn behartigd door het verstrekken van de opdracht aan Uniglas. Doordat een raam was ontzet zou de woning voor iedereen toegankelijk zijn als daartegen geen maatregelen werden getroffen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de politie daarom op redelijke grond opdracht tot afdichting gegeven. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken waaruit moet worden afgeleid dat de politie de belangen van [gedaagde partij] op andere – betere – wijze had kunnen of dienen te behartigen. Daarom is de kantonrechter van oordeel dat de politie in naam van [gedaagde partij] opdracht kon geven aan Uniglas (6:201 BW). [gedaagde partij] moet de kosten daarvan dragen, welke Uniglas rechtstreeks van hem kan vorderen. Dat leidt tot toewijzing van de vordering in hoofdsom ad € 175,89. Ook de gevorderde rente, tot datum van dagvaarding gesteld op € 6,59, wordt toegewezen.
4.5. [gedaagde partij] stelt dat hij op 9 juli 2011 schriftelijk heeft gereageerd op de door Uniglas gestuurde factuur, doch dat hij daarop nimmer een reactie heeft gekregen van Uniglas. Omdat Uniglas dat betwist en voorts naar het oordeel van de kantonrechter terecht stelt dat [gedaagde partij] op de nadien gestuurde aanmaningen had kunnen reageren toen hij merkte dat een reactie op zijn beweerde brief uitbleef, staat die stelling niet in de weg aan de toewijzing van buitengerechtelijke kosten.
4.6. Op grond van de overgelegde aanmaningen is aannemelijk dat Uniglas buitengerechtelijke werkzaamheden heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten ad € 37,00 is in overeenstemming met de gebruikelijke en redelijke tarieven en wordt daarom toegewezen.
4.7. [gedaagde partij] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1. veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling aan Uniglas van een bedrag van € 219,48, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 175,89 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
5.2. veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Uniglas begroot op € 83,17 aan dagvaardingskosten, € 109,00 aan griffierecht en € 60,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.3. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. A.E.M. Overkamp en in het openbaar uitgesproken op