Parketnummer : 05/901110-11
Datum zitting : 17 september 2012
Datum uitspraak : 1 oktober 2012
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
raadsvrouw : mr. M. van Keulen, advocaat te Arnhem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 04 januari 2011
tot en met 09 september 2011 te Ede (telkens) opzettelijk één of meer
hoeveelhe(i)d(en) geld (totaal ongeveer 828.231,64 euro), in elk geval enig
goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [naam 1] en/of [naam 2]
en/of [naam 3], in elk geval (telkens) aan een ander of
anderen dan aan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte (telkens) uit
hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als schadecorrespondent
en/of schadebehandelaar, en aldus anders dan door misdrijf onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 04 januari 2011
tot en met 09 september 2011, te Ede en/of te Enschede en/of te Zwolle en/of
te Leeuwarden en/of te Harlingen, althans (telkens) in Nederland, (telkens)
een voorwerp, te weten één of meer geldbedrag(en)(totaal ongeveer 828.231,64
euro) en/of één of meer partijen kleding en/of winkelinventaris(sen) en/of een
personenauto (Seat Alhambra, kenteken [kenteken 1]) en/of een Acer laptop en/of
een personenauto (Volkswagen Scirocco, kenteken [kenteken 2]) en/of een
bedrijfsauto (Mercedes Sprinter, kenteken [kenteken 3]) en/of een personenauto
(Audi Cabrio, kenteken [kenteken 4]), heeft verworven, voorhanden heeft gehad,
heeft overgedragen en/of omgezet, althans (telkens) van een voorwerp, te weten
die/dat geldbedrag(en) en/of die personenauto('s) en/of die bedrijfsauto en/of
die Laptop en/of die (partijen) kleding en/of winkelinventaris(sen), gebruik
heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 17 september 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. M. van Keulen, advocaat te Arnhem.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd [naam 2]. Als benadeelde partij is voorts ter terechtzitting verschenen [benadeelde partij].
De officier van justitie, mr. A. Reah, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs1
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte door [aangever 1], namens [naam 1], p. 37 e.v.;
- het proces-verbaal van aangifte door [aangever 2], namens [naam 3], p. 139 e.v.;
- stam proces-verbaal, p. 15 en 16, en;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 september 2012.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft op tijdstippen in of omstreeks de periode van 04 januari 2011 tot en met 09 september 2011 in Ede geldbedragen van in totaal ongeveer € 828.231,64 verduisterd.en overgeboekt naar zijn bankrekening2 In diezelfde periode heeft verdachte over dit geld beschikt en dit geld deels contant opgenomen en deels doorgeboekt naar andere bankrekeningen3. Met dat geld is voorts in Ede, Zwolle, Leeuwarden en Harlingen onder meer één of meer partijen kleding4, één of meer winkelinventaris(sen)5, een Acer laptop6, een personenauto (Volkswagen Scirocco, kenteken [kenteken 2])7, een bedrijfsauto (Mercedes Sprinter, kenteken [kenteken 3])8 en een personenauto (Audi Cabrio, kenteken [kenteken 4])9 gekocht.10 Op 9 augustus 2011 heeft verdachte een Seat Alhambra (met kenteken [kenteken 1]) gekocht.11
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de Seat met kenteken [kenteken 1] niet heeft gekocht met het verduisterde geld, maar met geld dat hij heeft ontvangen in verband met de overname van zijn baan bij [naam 2] door [naam 3].
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft op 25 mei 2011 € 12.199,- betaald voor de Seat Alhambra met kenteken [kenteken 5].12 Verdachte heeft verklaard dat hij van zijn werkgever een aanzienlijk bedrag heeft ontvangen in verband met de overgang van [naam 2] naar [naam 3].13 Op 23 juni 2011 is er een bedrag van € 17.888,70 op de rekening van verdachte gestort.14 Bij de aanschaf van de tweede Seat Alhambra met kenteken [kenteken 1] in augustus 2011 heeft verdachte de Seat Alhambra met kenteken [kenteken 5] ingeruild.15
Ten overstaan van de politie heeft verdachte verklaard dat hij de Seat Alhambra met kenteken [kenteken 5] heeft betaald van een deel van de uitkering die hij heeft gekregen in verband met de overgang van [naam 2] naar [naam 3]. Geconfronteerd met het feit dat die uitkering vermoedelijk pas op 23 juni 2011 heeft plaatsgevonden, heeft hij verklaard dat hij denkt dat hij ten tijde van de betaling op 25 mei 2011 al wist dat hij de uitkering zou krijgen.
Aangezien de Seat Alhambra met kenteken [kenteken 5] reeds was gekocht voordat verdachte de uitkering in verband met de overname had ontvangen, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat deze auto deels met door verduistering verkregen geld is betaald. Nu het vermogen van verdachte inmiddels was vermengd met het verduisterde geld en nu bij de aanschaf van de Seat Alhambra met kenteken [kenteken 1], de oude Seat Alhambra met kenteken [kenteken 5] was ingeruild, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de Seat Alhambra met kenteken [kenteken 1] in ieder geval middellijk van misdrijf afkomstig was.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 04 januari 2011 tot en met 09 eptember 2011 te Ede (telkens) opzettelijk één of meer hoeveelhe(i)d(en) geld (totaal ongeveer 828.231,64 euro) toebehoorde(n) aan [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3], en welk(e) goed(eren) verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als schadecorrespondent en/of schadebehandelaar, en aldus anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 04 januari 2011 tot en met 09 september 2011, te Ede en/of te Zwolle en/of te Leeuwarden en/of te Harlingen, (telkens) een voorwerp, te weten één of meer geldbedrag(en)(totaal ongeveer 828.231,64 euro) en/of één of meer partijen kleding en/of winkelinventaris(sen) en/of een personenauto (Seat Alhambra, kenteken [kenteken 1]) en/of een Acer laptop en/of een personenauto (Volkswagen Scirocco, kenteken [kenteken 2]) en/of een bedrijfsauto (Mercedes Sprinter, kenteken [kenteken 3]) en/of een personenauto (Audi Cabrio, kenteken [kenteken 4]), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Verduistering, gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zicht heeft, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 2:
Witwassen, meermalen gepleegd.
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en onder 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren. De officier van justitie is tot deze eis gekomen vanwege de ernst van het feiten, de lange periode waarin en de frequentie waarmee verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen gevangenisstraf, maar een werkstraf op te leggen.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
* het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 24 augustus 2012; en
* een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, d.d. 5 januari 2012, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft tijdens zijn werkzaamheden als schadebehandelaar gedurende een lange periode een groot aantal keren (ongeveer 700 keer) geld verduisterd door steeds opnieuw geldbedragen naar zijn eigen rekeningnummer over te maken. Het gaat in totaal om een bedrag van ruim € 820.000,-. Dit is een zeer ernstig feit. Verdachte heeft keer op keer, acht maanden lang en 700 keer, bij iedere opdracht tot overboeking, zichzelf verrijkt ten koste van een ander of anderen en zich zelf iedere keer bevoordeeld zonder zich te laten weerhouden door de strafbaarheid van zijn handelen of door het steeds verder oplopende nadeel dat hij die andere(n) berokkende. Verdachte heeft hiermee een grote inbreuk gemaakt op het door zijn werkgever in hem gestelde vertrouwen.
Uit het reclasseringsrapport komt naar voren dat verdachte een beperkt sociaal leven kent. Eenzaamheid is mogelijk een drijfveer geweest om tot dit delict te komen. Verdachte heeft verklaard dat hij door persoonlijke omstandigheden minder weerbaar was.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. Een deel van deze straf zal voorwaardelijk worden opgelegd als waarschuwing voor verdachte om zich voortaan van het plegen van delicten te onthouden.
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven personenauto (Seat Alhambra, kenteken [kenteken 1]) betreft een voorwerp dat aan de veroordeelde toebehoort en dat geheel of grotendeels uit de baten van het strafbare feit is verkregen. De rechtbank zal deze personenauto verbeurd verklaren.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
Benadeelde partij [naam 2]
De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 823.000,-.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie refereert zich aan het oordeel van de rechtbank, omdat hij niet weet of het bedrag kan worden toegewezen nu er reeds een uitspraak van de kantonrechter ligt waarin het gevorderde bedrag is toegewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering, omdat het bedrag reeds is toegewezen door de kantonrechter in de civielrechtelijke procedure.
Beoordeling door de rechtbank
Bij vonnis van 21 december 2011 heeft de kantonrechter in Wageningen de hoofdvordering van [naam 2] ten bedrage van € 823.000,- toegewezen. Van dit vonnis is geen hoger beroep ingesteld zodat het in kracht van gewijsde is gegaan.
De rechtbank zal de vordering van [naam 2] afwijzen omdat de gestelde schade een aanspraak betreft waaromtrent tussen dezelfde partijen reeds in een rechterlijk vonnis is beslist. Gelet op de bindende kracht van dit vonnis heeft [naam 2] als benadeelde partij geen belang meer bij onderhavige vordering. Daarom komt haar ingevolge artikel 3:303 BW geen rechtsvordering (meer) toe.
Desondanks zal de rechtbank ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan [naam 2] in haar hoedanigheid van slachtoffer wel de schadevergoedingsmaatregel opleggen, aangezien verdachte - ingevolge voornoemd vonnis van de kantonrechter - naar burgerlijk recht wel degelijk aansprakelijk is jegens [naam 2] voor de door haar geleden schade als gevolg van de verduistering. Voor zover de vordering van [naam 2] al is voldaan uit opbrengsten van bij verdachte en medeverdachten in beslag genomen goederen - waar al dan niet reeds afstand van is gedaan - gaat de rechtbank er vanuit dat daar bij de (eventuele) executie van de schadevergoedingsmaatregel rekening mee wordt gehouden.
Benadeelde partij [benadeelde partij]
De benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 82.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering omdat de gestelde schade niet rechtstreeks is toegebracht door enig bewezen verklaard feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, nu de schade niet is veroorzaakt door tenlastegelegde feiten.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering omdat de gestelde schade niet rechtstreeks is toegebracht door enig bewezen verklaard feit.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 33a, 36f, 57, 321, 322 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 8 (acht) maanden niet tenuitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen en nog niet teruggegeven personenauto (Seat Alhambra, kenteken [kenteken 1]).
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 2].
Wijst af de vordering van de benadeelde partij.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover een medeverdachte betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [naam 2] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [naam 2], te betalen € 823.000,- (achtduizend tweehonderdendrieëntwintig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 365 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij].
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door:
mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. D.R. Sonneveldt en mr. J. Wiersma, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. B.C.C. van den Bosch, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 oktober 2012.
1 Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland-Midden, Divisie Recherche, Bureau Financiële Recherche, opgemaakte proces-verbaal, zaaknummer BFR 11.36, gesloten op 4 januari 2012, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina's van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2 Proces-verbaal van aangifte door [aangever 1], namens [naam 1], p. 37 e.v. en verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 september 2012.
3 Proces-verbaal van bevindingen p. 15 en 16 en een schriftelijk bescheid in de vorm van een door het bureau Financiële Rechreche opgesteld "schema mutatieoverzichten verduisterde gelden", p. 736.
4 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige], p. 802 en 803.
5 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een factuur, p. 856.
6 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een kassabon, p. 746.
7 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uittreksel van kentekengegevens, p. 147.
8 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uittreksel van kentekengegevens, p. 149.
9 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een uittreksel van kentekengegevens, p. 148.
10 Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 september 2012.
11 Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 september 2012 en een schriftelijk bescheid in de vorm van een uittreksel van kentekengegevens, p. 146.
12 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 506 en een schriftelijk bescheid in de vorm van een bankafschrift, p. 406.
13 Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 september 2012.
14 Een schriftelijk bescheid in de vorm van een bankafschrift, p. 214.
15 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 506.