ECLI:NL:RBARN:2012:BX7328
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Studiekostenbeding in arbeidsovereenkomst en de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap Sportstudio Re-action BV en een werkneemster over de terugbetaling van studiekosten na ontslag. De werkneemster, die sinds 1 november 2001 in dienst was, werd op 27 maart 2011 op staande voet ontslagen. Dit ontslag werd door de werkneemster bestreden, waarna de kantonrechter op 27 september 2011 de arbeidsovereenkomst ontbond en een vergoeding van € 7.000,- toekende aan de werkneemster. De werkgever vorderde vervolgens terugbetaling van studiekosten die zij had gemaakt voor opleidingen die de werkneemster had gevolgd, met een beroep op een studiekostenbeding in de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter oordeelde dat het studiekostenbeding, hoewel geldig, in dit geval niet kon worden ingeroepen. De rechter overwoog dat het onredelijk zou zijn om de werkneemster te verplichten de kosten volledig te vergoeden, gezien de omstandigheden van het ontslag op staande voet, dat uiteindelijk nietig bleek te zijn. De kantonrechter nam daarbij in aanmerking dat de werkneemster geen profijt had gehad van de opleidingen, omdat zij na het ontslag niet meer als sportinstructeur werkzaam was en dat de werkgever zelf voordeel had gehad van de gevolgde cursussen. De vordering van Re-Action werd afgewezen, en de werkgever werd veroordeeld in de proceskosten van de werkneemster.
De uitspraak benadrukt de rol van redelijkheid en billijkheid in arbeidsrelaties, vooral in situaties waarin ontslag en terugvordering van kosten aan de orde zijn. De rechter concludeerde dat de terugvordering van de studiekosten in dit geval niet in overeenstemming was met de redelijke verwachtingen van de partijen, gezien de omstandigheden van het ontslag en de gemaakte kosten.