zaaknummer / rolnummer: 232810 / KG ZA 12-420
Vonnis in kort geding ex artikel 438 lid 4 Rv. van 23 augustus 2012
[eisers]
eisers,
advocaat mw. mr. I. van Ast te Arnhem,
1[gedaagden]
gedaagden,
advocaat mr. C.F.H. Donners te Nijmegen.
Partijen zullen hierna [eiser] c.s. en [gedaagde] c.s. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het proces-verbaal ex artikel 438 lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
- de mondelinge behandeling
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Mr. J.H. Rutten, kandidaat-gerechtsdeurwaarder bij Alkema Vloet Kuijpers Gerechtsdeurwaarders (hierna te noemen: de deurwaarder) is belast met de tenuitvoerlegging van de grosse van het vonnis van de Rechtbank Arnhem, sector civiel recht van 13 juni 2012 in de zaak van [gedaagde] c.s. en [eiser] c.s., waarin in reconventie voor recht is verklaard dat de samenwerkingsovereenkomst ‘Lusaro 2, uitbreiding op Lusaro 1’ niet rechtsgeldig is beëindigd en [gedaagde] c.s. is veroordeeld de samenwerking conform de samenwerkingsovereenkomst en de daarin genoemde partijsamenstelling ten aanzien van het project Lusaro 2 voort te zetten op straffe van een dwangsom en om het prototype van de neuswielmodule aan [eiser] c.s. terug te geven.
2.2. Met betrekking tot de hiervoor bedoelde veroordelingen wordt overweging 3.11. van het vonnis van 13 juni 2012 geciteerd:
(…) De (afzonderlijk) gevorderde dwangsom zal worden afgewezen omdat het ter beschikking stellen van de neuswielmodule wordt beschouwd als een element van de voortzetting van de samenwerking, waartoe [gedaagde] reeds op straffe van een dwangsom zal worden veroordeeld (…).
2.3. Op 14 juni 2012 is de grosse van het vonnis van 13 juni 2012 aan [gedaagde] c.s. betekend met gelijktijdig bevel om aan rechtsoverweging 4.5. van het vonnis te voldoen, namelijk de samenwerking conform de samenwerkingsovereenkomst en de daarin genoemde partijsamenstelling ten aanzien van het project Lusaro 2 voort te zetten.
2.4. Op 20 juli 2012 heeft de deurwaarder in opdracht van [eiser] c.s. een exploot aan [gedaagde] c.s. betekend waarin hem is aangezegd dat hij in gebreke is gebleven om aan de veroordeling 4.5. in het vonnis van 13 juni 2012 te voldoen, waardoor hij tot en met 20 juli 2012 dwangsommen heeft verbeurd ten bedrage van zes maal € 10.0000,00, dus in totaal € 60.0000,00. Tevens is [gedaagde] c.s. bij dit exploot bevolen:
(…) om binnen twee dagen na vandaag ten behoeve van degene op wiens verzoek dit exploot wordt gedaan bij Alkema | Vloet | Kuijpers Gerechtsdeurwaarders te betalen:
- hoofdsom € 60.000,00
- kosten van dit exploot, (…) € 66,14
- totaal € 60.066,14
(…)
MET AANZEGGING:
dat bij niet tijdige voldoening aan de inhoud van voormelde executoriale titel en het ten deze gedane bevel, zal worden overgegaan tot de tenuitvoerlegging van de hiervoor aangeduide executoriale titel door de inbeslagname en verkoop van de roerende en/of onroerende zaken van gerekwireerde en verder door alle andere middelen en wegen van executie (…)
2.5. Op 25 juli 2012 heeft de deurwaarder in opdracht van [eiser] c.s. ten laste van [gedaagde] c.s. executoriaal derdenbeslag onder de ING Bank N.V., de Rabobank De Liemers U.A., de Stichting Hogeschool Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland gelegd.
2.6. Deze exploten heeft de deurwaarder op 27 juli 2012 aan [gedaagde] c.s. betekend.
2.7. Bij exploot van eveneens 27 juli 2012 heeft [eiser] c.s. aan [gedaagde] c.s. aangezegd dat hij over de periode 21 juli 2012 tot en met 27 juli 2012 nog eens een bedrag van € 70.000,00 aan dwangsommen heeft verbeurd wegens het niet voldoen aan het vonnis. [gedaagde] c.s. is hierbij gelijktijdig bevel gedaan tot betaling binnen twee dagen van deze dwangsommen. Voor deze dwangsommen zijn tot op heden nog geen executiemaatregelen getroffen.
2.8. Bij brief van 31 juli 2012 heeft [gedaagde] c.s. onder meer het volgende aan de deurwaarder geschreven:
(…) 2. Samenwerkingsovereenkomst
Ten tweede verzoek ik u binnen 3 dagen alle bevelen en beslagen inzake het vonnis van 13 juni 2012 (…) ongedaan te maken en mij hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. Indien u niet binnen 3 dagen reageert, zal ik een klacht indienen bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam. De reden van deze klacht is dat u onrechtmatig handelt en u net als bij het caravanchassis zich wederom te veel heeft laten leiden door het standpunt van uw opdrachtgever. De onderhavige Samenwerkingsovereenkomst is namelijk hersteld op 2 juli 2012, bijgaand treft u hiervan een kopie. Uw opdrachtgever heeft geen enkele grond om nu te stellen dat de Samenwerkingsovereenkomst niet hersteld is, er is dan ook geen enkel bewijs aangedragen waarin gerekwireerde in gebreke zou zijn gebleven (…).
2.9. Uit de brief van 2 juli 2012 van de voormalig advocaat van [gedaagde] c.s. aan de advocaat van [eiser] c.s., die als bijlage bij de brief van 31 juli 2012 aan de deurwaarder is verzonden, wordt geciteerd:
(…) Ten slotte merk ik nog op dat cliënt tijdens alle gerechtelijke procedures herhaaldelijk heeft aangegeven dat de neuswielmodule van de boottrailer uit het Lusaro1 project niet meer aanwezig is. Dit is in het tussenvonnis van de bodemprocedure bij de rechtbank ook zo begrepen. Door een misverstand heeft de rechtbank in haar eindvonnis per abuis aangenomen dat cliënt nog wel in het bezit zou zijn van de neuswielmodule van de boottrailer uit het Lusaro1 project. Dit is dus onjuist (…).
2.10. [gedaagde] c.s. heeft niet aan het in het exploot van 20 juli 2012 genoemde bevel voldaan.
3.1. De deurwaarder verzoekt de voorzieningenrechter om een onverwijlde voorziening te treffen ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Rechtbank Arnhem, sector civiel van 13 juni 2012 en te beslissen of:
? [gedaagde] c.s. al dan niet aan de hierboven aangehaalde veroordelingen heeft voldaan;
? [gedaagde] c.s. dwangsommen heeft verbeurd, en zo ja, tot welk bedrag;
? [eiser] c.s. gerechtigd is te verlangen dat de executie wordt voortgezet.
3.2. Bij exploten van 3 augustus 2012 heeft de deurwaarder [gedaagde] c.s. en [eiser] c.s. opgeroepen om op 15 augustus 2012 ter terechtzitting van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem te verschijnen.
3.3. Op 7 augusutus 2012 heeft [gedaagde] c.s. [eiser] c.s. gedagvaard om eveneens op 15 augustus 2012 ter terechtzitting van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem te verschijnen ter behandeling van zijn vorderingen tot opheffing van de gelegde executoriale beslagen en staking van de executie van het vonnis van 13 juni 2012 (zaak/rolnummer: 232888 / KG ZA 12-424).
3.4. Beide zaken zijn vervolgens ter mondelinge behandeling van 15 augustus 2012 om 09:00 uur behandeld.
3.5. In het executie-kort geding is op 16 augustus 2012 vonnis gewezen.
4. De beoordeling
4.1. De spoedeisendheid van de onderhavige vordering vloeit voort uit de aard van de zaak.
4.2. Allereerst wordt overwogen dat [eiser] c.s. en [gedaagde] c.s. zich ter mondelinge behandeling akkoord hebben verklaard dat de processtukken in de zaak met rolnummer 232888 /KG ZA 12-424 in deze procedure als herhaald en ingelast worden beschouwd.
4.3. In dit kort geding dienen de vragen zoals verwoord in overweging 3.1. te worden beantwoord.
4.4. Overwogen wordt dat de voorzieningenrechter in het vonnis van 16 augustus 2012 (232888 / KG ZA 12-424) heeft beslist dat met onvoldoende mate van zekerheid vast staat dat een bodemrechter zal oordelen dat [gedaagde] c.s. met de door hem verrichte handelingen niet aan het gebod tot voortzetting van de samenwerkingsovereenkomst heeft voldaan en daarom dwangsommen heeft verbeurd. De voorzieningenrechter heeft daarom aanleiding gezien om de executie van het vonnis van 13 juni 2012, voorzover het dwangsommen betreft tot en met 16 augustus 2012 te schorsen tot het moment waarop daarover in een bodemprocedure is beslist. Gelet hierop kan [eiser] c.s. thans niet gerechtigd verlangen dat de executie op de gronden zoals hierboven vermeld wordt voortgezet.
4.5. Aangezien de deurwaarder zijn bevoegdheid tot het starten van de onderhavige procedure niet nodeloos heeft uitgeoefend, wordt [eiser] c.s. als executant in de kosten van deze procedure veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] c.s. worden begroot op:
- griffierecht € 575,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.391,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. verstaat dat de executie van het vonnis van 13 juni 2012 (met zaaknummer/rolnummer 216310 / HA ZA 11-828) bij vonnis van de rechtbank Arnhem van 16 augustus 2012 (zaaknummer / rolnummer: 2328888 / KG ZA 12-424), voor zover het dwangsommen betreft tot en met 16 augustus 2012 is geschorst tot het moment waarop daarover in een bodemprocedure is beslist;
5.2. veroordeelt [eiser] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] c.s. tot op heden begroot op € 1.391,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E.B. ter Heide en in het openbaar uitgesproken op
23 augustus 2012.