ECLI:NL:RBARN:2012:BX6864
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.W. Huijgen
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen vordering tot betaling van juridische kosten en de vraag naar volmachtverlening
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 22 augustus 2012 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De eiseres, Ross Advocaten, had een vordering ingesteld tegen de gedaagde, [ged1/eis1verzet], met betrekking tot de betaling van juridische kosten die voortvloeiden uit werkzaamheden die door Ross Advocaten waren verricht. De rechtbank diende te beoordelen of er sprake was van een geldige volmacht die de Duitse advocaat, [getuige1], in staat stelde om namens [ged1/eis1verzet] de opdracht aan Ross Advocaten te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat Ross Advocaten niet heeft bewezen dat [ged1/eis1verzet] [getuige1] heeft gevolmachtigd om deze opdracht te geven. De getuigenverklaringen van [getuige1] en [ged1/eis1verzet] stonden lijnrecht tegenover elkaar, waarbij [ged1/eis1verzet] stelde dat hij niet op de hoogte was van de kosten die Ross Advocaten in rekening zou brengen. De rechtbank concludeerde dat Ross Advocaten niet gerechtigd was om de kosten rechtstreeks bij [ged1/eis1verzet] in rekening te brengen, omdat er geen toereikende volmacht was en de kosten niet waren besproken. De vorderingen van Ross Advocaten werden afgewezen en het verstekvonnis werd vernietigd. De rechtbank veroordeelde Ross Advocaten in de kosten van de verzetprocedure, maar bepaalde dat de kosten van de betekening van het verstekvonnis voor rekening van [ged1/eis1verzet] kwamen, omdat deze kosten het gevolg waren van het niet verschijnen van [ged1/eis1verzet].