ECLI:NL:RBARN:2012:BX6367

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
8 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
205441
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schadevergoeding en vernietiging van rechtshandeling in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Arnhem op 8 augustus 2012 uitspraak gedaan in de zaak tussen Möbelwerke Lauenau GmbH en verschillende gedaagden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overdracht van activa van P&F aan P+F per 1 januari 2002 vernietigbaar was op grond van artikel 3:45 van het Burgerlijk Wetboek. Möbelwerke Lauenau heeft deze rechtshandeling rechtsgeldig vernietigd bij brief van 19 februari 2007. De rechtbank heeft de vorderingen van Möbelwerke Lauenau in conventie toegewezen, waarbij de rechtbank oordeelde dat zij in de situatie moest worden gebracht alsof het onrechtmatige handelen niet had plaatsgevonden. Dit houdt in dat het vermogen van P&F onbereikbaar is gemaakt voor Möbelwerke Lauenau door de overdracht aan P+F.

De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van Möbelwerke Lauenau begroot op € 10.634,99, inclusief dagvaarding, griffierecht en salaris advocaat. In reconventie zijn de vorderingen van de gedaagden afgewezen, en zijn zij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Möbelwerke Lauenau, begroot op € 2.580,00. De rechtbank heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, evenals de nakosten, die onder bepaalde voorwaarden zijn toegewezen.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is een belangrijke uitspraak in het kader van civiel recht, waarbij de rechtbank de gevolgen van paulianeus handelen en de toewijzing van schadevergoeding heeft behandeld.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 205441 / HA ZA 10-1800
Vonnis van 8 augustus 2012
in de zaak van
de rechtspersoon naar Duits recht
MÖBELWERKE LAUENAU GMBH SITZ ISERNHAGEN I.L.,
gevestigd te Lauenau, Duitsland,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. T.M. Maters te Huissen,
tegen
1. [ged.1conv./eis.1reconv.],
wonende te [woonplaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[ged.2conv./eis.2reconv.],
gevestigd te [vest.plaats],
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[ged.3conv./eis.3reconv.].,
gevestigd te [vest.plaats],
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. E.H.W. van Nijnatten te Eindhoven.
Partijen zullen hierna Möbelwerke Lauenau en [gedn.conv./eis.reconv.] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 mei 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 25 juli 2012.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
in conventie
2.1. Nu op de comparitie van 25 juli 2012 niets naar voren gekomen is dat tot een andere beslissing zou moeten leiden, volgt de rechtbank de beslissingen neergelegd in het vonnis van 2 mei 2012. Dit betekent toewijzing van de vorderingen zoals in dat vonnis onder 2.20 is aangegeven.
2.2. Wat de schadevergoeding betreft, merkt de rechtbank naar aanleiding van het ter comparitie verhandelde op dat zij er vanuit gaat dat Möbelwerke Lauenau in de situatie moet worden gebracht alsof het paulianeuze/onrechtmatige handelen niet heeft plaatsgevonden. Dit is de situatie waarin het vermogen van P&F paulianeus onbereikbaar is gemaakt voor Möbelwerke Lauenau door de overdracht aan P+F per 1 januari 2002.
2.3. De rechtbank zal bij de bepaling van de kosten, in het bijzonder het salaris van de advocaat uitgaan van de intrinsieke waarde van de vordering van Möbelwerke Lauenau.
2.4. De beslagkosten worden begroot op € 1.388,97 voor verschotten en € 2.580,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 2.580,00).
2.5. De rechtbank zal de vordering ter vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten voor € 5.160,00, toewijzen.
2.6. [gedn.conv./eis.reconv.] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat een aanzienlijk deel van het gevorderde bedrag wordt afgewezen, begroot de rechtbank de proceskosten aan de zijde van Möbelwerke Lauenau op basis van het toegewezen bedrag op:
- dagvaarding € 103,99
- griffierecht 211,00
- salaris advocaat 10.320,00 (4,0 punten × tarief € 2.580,00)
Totaal € 10.634,99
2.7. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in reconventie
2.8. Zoals overwogen in het tussenvonnis van 2 mei 2012 onder 2.24 en 2.25 zullen de reconventionele vorderingen worden afgewezen en zal [gedn.conv./eis.reconv.] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Möbelwerke Lauenau worden begroot op € 2.580,00 (2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 2.580,00) voor salaris advocaat.
2.9. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
3. De beslissing
De rechtbank
in conventie
3.1. verklaart voor recht dat de overdracht van de activa van P&F aan P+F per 1 januari 2002 vernietigbaar was op grond van art. 3:45 BW en dat Möbelwerke Lauenau deze rechtshandeling bij brief van 19 februari 2007 rechtsgeldig heeft vernietigd,
3.2. veroordeelt [gedn.conv./eis.reconv.] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, tot vergoeding van de schade, op te maken bij staat, die geleden is als gevolg van het onder 3.1 bedoelde handelen van [gedn.conv./eis.reconv.] c.s.,
3.3. veroordeelt [gedn.conv./eis.reconv.] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 3.968,97,
3.4. veroordeelt [gedn.conv./eis.reconv.] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan Möbelwerke Lauenau van € 5.160,00 ter vergoeding van de gemaakte buitengerechtelijke incassokosten,
3.5. veroordeelt [gedn.conv./eis.reconv.], zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van Möbelwerke Lauenau tot op heden begroot op € 10.634,99, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.6. veroordeelt [gedn.conv./eis.reconv.] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedn.conv./eis.reconv.] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
3.7. verklaart de veroordelingen in dit vonnis in conventie onder 3.3, 3.4, 3.5 en 3.6 uitvoerbaar bij voorraad,
3.8. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
3.9. wijst de vorderingen af,
3.10. veroordeelt [gedn.conv./eis.reconv.] in de proceskosten, aan de zijde van Möbelwerke Lauenau tot op heden begroot op € 2.580,00,
3.11. veroordeelt [gedn.conv./eis.reconv.] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedn.conv./eis.reconv.] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
3.12. verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling met inbegrip van de veroordeling in de nakosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 8 augustus 2012.