ECLI:NL:RBARN:2012:BX0109
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geurhinder door pluimveehouderij en aansprakelijkheid van gedaagden
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem diende, hebben de woningeigenaren (eisers) een rechtszaak aangespannen tegen de pluimveehouderij (gedaagden) vanwege geuroverlast. De procedure begon met een tussenvonnis op 29 februari 2012, waarin de rechtbank de partijen vroeg om hun standpunten te verduidelijken over een brief van 31 maart 2008. Deze brief werd door de rechtbank beschouwd als een aanmaning, die gedaagden verzocht om aansprakelijkheid voor de schade te erkennen. De rechtbank oordeelde dat de brief een stuitingshandeling was, waardoor de vorderingen van de eisers niet waren verjaard. De rechtbank benadrukte dat gedaagden zich bewust moesten zijn van de claims van andere leden van de Vereniging van Eigenaren Villapark, die zich bij de vordering konden aansluiten.
Tijdens de verdere beoordeling hebben de woningeigenaren hun vorderingen aangepast en de rechtbank heeft deze vorderingen toegewezen, aangezien er geen bezwaar was gemaakt tegen de berekening. De rechtbank oordeelde dat gedaagden onrechtmatig hadden gehandeld en hen hoofdelijk aansprakelijk stelde voor de schadevergoeding aan de eisers. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld tot betaling van verschillende bedragen aan de eisers, vermeerderd met wettelijke rente, en hen ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 27 juni 2012 door mr. R.J.J. van Acht en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De rechtbank heeft in haar beslissing de belangen van de woningeigenaren vooropgesteld en de aansprakelijkheid van de gedaagden bevestigd, wat een belangrijke uitspraak is in het kader van geuroverlast door agrarische bedrijven.