ECLI:NL:RBARN:2012:BX0093
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tekortkoming van rentmeester bij verkoop van percelen en benoeming deskundige
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, staat de vraag centraal of de rentmeester tekortgeschoten is in zijn verplichtingen bij de verkoop van percelen. De eiser, Stichting Vicarieën van Waardenburg en Neerijnen, stelt dat de rentmeester niet de juiste prijs heeft bedongen voor de percelen die aan een derde zijn verkocht. De rechtbank heeft op 13 juni 2012 een tussenvonnis uitgesproken waarin zij overweegt dat er mogelijk een te lage verkoopprijs is gerealiseerd en dat dit aanleiding geeft om een deskundige te benoemen. De partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hun mening te geven over de voorgenomen benoeming van deze deskundige.
De procedure is gestart met een tussenvonnis van 1 februari 2012, gevolgd door een comparitie van partijen op 18 april 2012. De gedaagde, een besloten vennootschap, heeft als rentmeester gefunctioneerd van 2003 tot 2010 en is betrokken geweest bij de verkoop van percelen die eigendom zijn van de stichting. De stichting verwijt de gedaagde dat hij bij de verkoop van de percelen niet heeft geanticipeerd op de bebouwingsmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, waardoor een hogere verkoopprijs had kunnen worden bedongen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde zich beroept op een arbitraal beding, maar dat de Stichting Rentmeesterskamer niet langer als arbitrage-instituut fungeert voor dit soort geschillen. Hierdoor is de rechtbank bevoegd om de zaak te behandelen. De rechtbank concludeert dat er mogelijk sprake is van een tekortkoming van de gedaagde en dat dit verder onderzocht moet worden. De zaak is verwezen naar de rol voor het doen van voorstellen omtrent de deskundige(n) die de rechtbank zal benoemen om de waarde van de percelen te taxeren. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan totdat de partijen hun voorstellen hebben gedaan.