ECLI:NL:RBARN:2012:BW9001

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
25 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
782088 Cv Expl. 11-7185
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en verjaring van vordering

In deze zaak vordert de werknemer, aangeduid als [werknemer], een verklaring voor recht dat zijn ontslag op staande voet door de werkgever, Intellogic B.V., nietig is. Het ontslag vond plaats op 22 september 2010, na een reeks van klachten over de communicatie van de werknemer en het niet behalen van de gestelde targets. De werknemer stelt dat er geen dringende redenen voor het ontslag waren en dat het ontslag niet onverwijld is gegeven. De werkgever voert aan dat de werknemer onterecht heeft gehandeld en dat er wel degelijk dringende redenen waren voor het ontslag.

De kantonrechter overweegt dat de werknemer in zijn brief van 26 september 2010 een beroep heeft gedaan op vernietiging van het ontslag. De rechter stelt vast dat de werknemer tijdig heeft gereageerd en dat de verjaring van de vordering niet aan de orde is. De kantonrechter beoordeelt de redenen voor het ontslag en concludeert dat de communicatie van de werknemer als onprofessioneel en intimiderend is ervaren door collega's en zakenpartners. Dit, in combinatie met het niet behalen van de omzetdoelen, rechtvaardigt volgens de rechter het ontslag op staande voet.

De vordering van de werknemer wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de kosten van de procedure. De uitspraak is gedaan door de kantonrechter mr. M.J. Blaisse op 25 mei 2012.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
burgerlijk recht, sector kanton
Locatie Nijmegen
zaakgegevens 782088 \ CV EXPL 11-7185 \ MB/364
uitspraak van 25 mei 2012
vonnis
in de zaak van
[werknemer]
wonende te [woonplaats]
eisende partij
gemachtigde mr. P.G.W. van Wees
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Intellogic B.V.
gevestigd te Tiel
gedaagde partij
gemachtigde mr. B.J. Stuiver
Partijen worden hierna [werknemer] en Intellogic genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 10 oktober 2011 met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek met producties
- de conclusie van dupliek.
2. De feiten
2.1. Partijen hebben op 22 april 2010 een overeenkomst gesloten op grond waarvan [werknemer] per 1 mei 2010 in dienst is getreden van Intellogic als verkoper tegen een salaris van € 4.500,00 bruto per maand voor een periode van 1 jaar. De overeenkomst bevat een bonusregeling (Addendum A). Daarin is het volgende opgenomen:
Werknemer heeft recht op een bonus regeling boven op het basisloon. Het bonusplan is gebaseerd op persoonlijke targets voor Qlikview licenties en Qlikview services.
De volgende persoonlijke targets worden gesteld voor de duur van dit contract:
Target 2010 – Mei t/m Dec:
• Qlikview licenties : 180.000 EUR
• Qlikview services : 440.000 EUR
Target 2011 (…)
2.2. Op 15 september 2010 (om 11.42 uur) heeft [persoon A] van Intellogic [werknemer] onder meer het volgende ge-e-mailed :
(…) Je stuurt gisteren na 17.00 uur een SMS naar me met de mededeling dat je morgen niet naar kantoor komt omdat er een schilder bij je thuis moet schilderen die door de woningbouwvereniging kennelijk is ingepland. Ik geef als antwoord dat ik graag morgenochtend met je wil spreken op kantoor naar aanleiding van feedback die we van onze leverancier Qliktech hebben gekregen. Vanochtend was het enige dagdeel dat ik en [persoon B], directie – ktr) beschikbaar waren. (…) Als antwoord op mijn bericht stuur je een SMS dat ik morgen maar moet bellen Vervolgens later op de avond stuur je een SMS dat je toch komt en daarna eentje vanochtend rond 7.30 uur dat je niet komt en we welkom zijn bij jou thuis als we face-to-face willen spreken.
[voornaam werknemer], dit werkt bij geen enkele werkgever op deze manier. Je kunt deze mail als een officiële waarschuwing beschouwen. (…) Je overschrijdt wat mij betreft onze grenzen.
Het doel van het gesprek vanochtend was om je op de hoogte te stellen van een telefoontje dat vorige week van Qliktech is gekomen ten aanzien van jouw manier van communiceren. Dit is begin deze week door Qliktech opgevolgd met een email waarin staat dat verschillende medewerkers je manier van communiceren als agressief ervaren die er toe leidt dat zij je niet meer te woord willen staan (vandaar dat je vorige week ook niemand te pakken kreeg). Er worden woorden gebruikt door Qliktech als “onbeschoft”en “intimiderend”in relatie tot jouw manier van communiceren. Qliktech waarschuwt Intellogic dat ze graag zaken met ons willen blijven doen maar door jouw wijze van communiceren één en ander zullen (her)overwegen.
Wanneer we het bovenstaande koppelen aan de in de sollicitatieprocedure besproken deadline van 5 maanden na indiensttreding waarbinnen je een eerste Qlikview SMB-server verkocht zou moeten hebben om de cashflow op gang te houden, komen we tot de conclusie dat die omzet in september niet meer wordt gefactureerd. (…) We gaan er dan ook niet meer van uit dat je de deadline qua omzet haalt waar [persoon B] je ook op 25 augustus jl. via email nog aan heeft herinnerd. Het budget om een verkoper te bekostigen zonder dat er omzet binnenkomt, is simpel gewoon op na 5 maanden. We moeten dus het vertrouwen in je opzeggen.
De waarschuwing van Qliktech en het ontbreken van omzet deze maand, brengt me bij het tweede doel van het gesprek vanochtend. In dit gesprek wilden we je een vaststellingsovereenkomst geven waarin wij, jij als werknemer en Intellogic BV als werkgever, afspreken op welke wijze wij met wederzijds goedvinden onze samenwerking beëindigen. (…) en wil je graag uitnodigen voor een persoonlijk gesprek over het bovenstaande a.s. vrijdag om 14.00 uur (…). Tot die tijd ben je vrijgesteld van het verrichten van arbeid voor Intellogic.
We betreuren dat het één en ander op deze manier verloopt maar als startend ondernemer kunnen we niet anders dan deze weg bewandelen.
2.3. Bij e-mail van later die dag (17.04 uur) heeft [werknemer] als volgt geantwoord:
(…) Dat zgn. Qliktech verhaal is natuurlijk onzin en komt goed van pas om een goede reden aan te wenden om te kappen.
Dat ik heb gevochten voor omzet en ook van L&H en datgene heb gezegd om dat af te dwingen wat jullie niet durfden, krijg ik nu op mijn bord ? Geen probleem, als je dat een goed gevoel geeft. Die [persoon D] probeerde hem in te pikken weet je nog ?
Jullie doen als of je neus bloed maar ik weet als een tijdje het een en ander over jullie acties. Hoe rare snuiter jullie me ook vinden er zijn altijd mensen die juist mijn harde werken waarderen en het totaal niet gunnen dat ik door achterbakse streken wordt benadeeld.
Ik ben getipt door iemand intern bij (…). Ik ken daar namelijk ook mensen en als de eigenaar er achter komt dat jullie me buiten spel hebben gezet ism Qlikview om me geen commissie te hoeven te betalen dan wil ik nog wel eens zien hoe ze naar jullie kijken. (…)
Ik weet de acties uit de eerste hand wat binnen Qliktech is bekokstoofd en ik zal tzt dat exact aantonen aan de hand van iemand die kennelijk een hekel heeft aan de gang van zaken daar.
(…)
Jullie zijn bewust bezig geweest om me te naaien dus wil ik jullie graag een wederdienst bewijzen. Als jullie denken dat je wegkomt om me, net nu alles binnen begint te stromen, af te poeieren met niks dan heb je het goed mis. De fik erin. Ik niks jullie niks.
Dus je zegt dat er niks binnen is ? Klopt. Dus wat er nu uit staat is dan ook niks toch ? Geloof me je zult er misschien een paar kunnen pikken maar als ik klaar ben met de markt kun je beter weer projecten gaan doen.
Jullie zijn begonnen dus ik maak het graag voor jullie af. Ik zal er voor zorgen dat je, ook al heb je er een paar ingepikt, kunt vergeten om nog zaken te doen in de markt.
Tip: CA was ook een bedrijf dat op het laatst de boel belazerde en die door een groep verkopers naar de klote is geholpen.
Dit had ik nooit achter jullie gezocht maar sinds een tijdje druppelde informatie per toeval naar me toe. Ik hoop dat je happy bent [met - ktr] jullie achterbakse naaierijen want dat zal zo over zijn.
Alle acties achter mijn rug om van [persoon B] naar oa klanten nog buiten beschouwing gelaten. Ook hier heb ik bewijzen van.
Je moet een aap niet leren klimmen. Ik heb me uit de naad gewerkt om jullie nog niets zeggende bedrijfje op de kaart te zetten bij bedrijven en dat beantwoorden jullie met deze vuile streken. ?
Doe maar lekker of je neus bloed en maak me lekker nog kwader maar ik heb bewijzen die je nog zullen verrassen.
Zie jullie vrijdag.
2.4. Bij brief van 16 september 2010 heeft Intellogic door middel van een brief van Business Support B.V. [werknemer] op non-actief gesteld. De tekst van deze brief luidt voor zover hier van belang, als volgt:
(…) Middels dit schrijven stelt cliënt u per direct op non-actief omdat er een onwerkbare situatie is ontstaan. Tijdens deze non-actief periode zal er een onderzoek plaatsvinden naar de aanwezigheid van dringende redenen; gedragingen en eigenschappen die bij uw werkgever hebben geleid tot deze ingrijpende maatregel. Dit onderzoek zal slechts een week in beslag nemen.
Wij zullen u zo spoedig mogelijk op de hoogte brengen omtrent de vorderingen maar wij zullen aansturen op beëindiging van de arbeidsovereenkomst. (…)
2.5. Op 22 september 2010 heeft Intellogic [werknemer] op staande voet ontslagen. In de brief waarbij het ontslag is gegeven, schrijft Intellogic kort samengevat dat (i) het CV van [werknemer] onjuistheden bevat (werkgevers bij wie [werknemer] niet in dienst blijkt te zijn geweest, of waarvan het bestaan niet kan worden vastgesteld, opleidingen waar [werknemer] niet bekend is of waarvan het bestaan niet kan worden vastgesteld), (ii) [werknemer] de in de arbeidsovereenkomst opgenomen targets niet heeft gehaald en (iii) van diverse business partners klachten zijn ontvangen over de werkhouding van en benadering door [werknemer]. Intellogic schrijft in verband met het laatste punt dat na een officiële waarschuwing [werknemer] zou hebben gereageerd met bedreigingen en dat daardoor een onwerkbare situatie is ontstaan.
2.6. Bij brief van 26 september 2010 heeft [werknemer] bezwaar gemaakt tegen de op non-actiefstelling en het ontslag en zich beschikbaar gehouden voor werk. In diezelfde brief erkent [werknemer] dat hij ten onrechte Oracle als werkgever in zijn CV heeft genoemd.
2.7. Op verzoek van Intellogic heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen voor zover vereist ontbonden per 24 december 2010 onder toekenning van een vergoeding aan [werknemer] van € 4.860,00 bruto (op basis van C=1).
3. De vordering en het verweer
3.1. [werknemer] vordert een verklaring voor recht dat ontslag op staande voet op 22 september 2010 door Intellogic nietig is met veroordeling van Intellogic in de kosten van de procedure.
3.2. [werknemer] legt aan zijn vordering ten grondslag dat het ontslag op staande voet op 22 september 2010 nietig is omdat dringende redenen voor dat ontslag ontbreken. [werknemer] voert voorts aan dat het ontslag niet onverwijld is gegeven.
3.3. Intellogic voert verweer. Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang voor de beoordeling worden ingegaan.
4. De beoordeling
Onjuiste dagvaarding ?
4.1. Intellogic heeft zich primair op het standpunt gesteld dat zij op onjuiste wijze is gedagvaard nu de dagvaarding niet op haar vestigingsadres in betekend. Dit verweer wordt verworpen. Gesteld noch gebleken is dat Intellogic door de wijze van dagvaarden in haar belangen is geschaad.
Verjaring ?
4.2. Intellogic heeft voorts een beroep op verjaring gedaan op grond van artikel 7:683 lid 1 BW. Het ontslag op staande voet is gegeven op 22 september 2010, terwijl de dagvaarding is uitgebracht op 10 oktober 2011. [werknemer] heeft daartegen ingebracht dat hij de rechts-vordering heeft ingesteld bij brief van 26 september 2010 en daarmee tijdig heeft gereageerd.
4.3. De kantonrechter overweegt als volgt. Artikel 7:683 lid 1 BW bepaalt (voor zover hier van belang) dat de rechtsvordering krachtens artikel 677 lid 4 BW verjaart na verloop van zes maanden. Dat gaat dus om de schadevorderingen in verband met een onregelmatige opzegging (waarbij niet de juiste opzegtermijn in acht is genomen) en waarbij de werknemer het einde van de arbeidsovereenkomst als zodanig aanvaardt maar aanspraak maakt op schadevergoeding. Stuiting van die verjaring is mogelijk door het instellen van een eis in rechte (artikel 3:316 BW). Artikel 7:677 BW is alleen maar van toepassing als een opzegging niet (meer) vernietigbaar is of wanneer de werknemer ervoor kiest geen beroep op vernietiging te doen. Volledigheidshalve merkt de kantonrechter op dat ook lid 2 niet van toepassing is, nu dat gaat om schadevorderingen bij opzeggingen in strijd met de opzegverboden van artikel 7:677 lid 5 BW. Van een verjaring op de voet van artikel 7:683 BW is dus geen sprake.
4.4. [werknemer] vordert in deze procedure een verklaring voor recht dat hij het ontslag rechtsgeldig heeft vernietigd. Hij stelt dat hij dat heeft gedaan bij zijn brief van 26 september 2010.
4.5. Vernietiging moet beschouwd worden als gegrond op artikel 9 BBA en voor die rechtshandeling geldt een vervaltermijn van 6 maanden. [werknemer] heeft gesteld dat hij een beroep op vernietiging heeft gedaan in zijn brief van 26 september 2010. Bij antwoord heeft Intellogic de ontvangst van die brief in twijfel getrokken. De kantonrechter acht het verweer op dit punt echter onvoldoende onderbouwd en neemt de ontvangst van deze brief dus als vaststaand aan.
4.6. De kantonrechter is verder van oordeel dat uit de brief van 26 september 2010 voldoende duidelijk blijkt dat [werknemer] zich niet heeft neergelegd bij het ontslag. De kantonrechter beschouwt dat als een beroep op vernietiging en dat beroep is tijdig gedaan. Verjaring van de vordering zoals nu ingesteld, als ook van de mogelijke vordering tot doorbetaling van loon indien het ontslag rechtsgeldig vernietigd blijkt te zijn, geschiedt vervolgens volgens de regels van boek 3 BW. Het beroep op verjaring faalt .
Ontslag terecht vernietigd ?
4.7. Vervolgens ligt de vraag voor of de in de ontslagbrief van 22 september 2010 genoemde redenen voor het ontslag op staande voet een dringende reden opleveren als bedoeld in artikel 7:677 lid 1 BW en of dat ontslag onverwijld is gegeven. Voor de werkgever gaat het dan om zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan worden gevergd het dienstverband te laten voortduren. Volgens vaste jurisprudentie moet de rechter bij de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van het ontslag de omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang, in aanmerking nemen. Hij moet daarbij de aard en ernst van de dringende reden afwegen tegen de door de werknemer aangevoerde persoonlijke omstandigheden.
4.8. [werknemer] stelt dat de aangevoerde redenen niet kwalificeren als een dringende reden en voorts dat het ontslag niet onverwijld is gegeven. Intellogic heeft dat betwist.
4.9. De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de overgelegde stukken blijkt dat Intellogic ontevreden was met de resultaten van de inspanningen van [werknemer]. Uit de hiervoor geciteerde e-mail van [persoon A] van 15 september 2010 blijkt ook dat [werknemer] daarop in ieder geval op 25 augustus 2010 al is aangesproken.
Bij het schrijven van genoemde e-mail van 15 september 2010 waren die tegenvallende resultaten voor Intellogic kennelijk onvoldoende voor een ontslag op staande voet want Intellogic wilde overleg om tot een beëindiging in onderling overleg te komen. Dat gold ook voor de berichten die Intellogic hadden bereikt over de wijze van communiceren door [werknemer]. Ook dat was voor Intellogic een onderwerp waarover zij met [werknemer] wilde spreken.
4.10. Op het moment van het schrijven van die e-mail op 15 september 2010 was wel de situatie ontstaan dat er ernstige problemen op tafel lagen; Intellogic heeft onbetwist gesteld dat haar financiële situatie er niet in voorzag dat zij langer dan vijf maanden een dure verkoper als [werknemer] kon betalen die geen omzet binnenbracht, tussen partijen is voorts niet in geschil dat de door hen beide voorziene omzet er nog niet was en er waren serieuze klachten over de wijze van communiceren door [werknemer] bij onder andere een belangrijke leverancier, althans volgens Intellogic mogelijk een bedreiging vormden voor het voortbestaan van Intellogic.
4.11. [werknemer] heeft er vervolgens blijk van gegeven de ernst van de situatie niet te onderkennen door voorrang te geven aan een schilder boven een uitnodiging van zijn leidinggevende en dat bovendien op het laatste moment te doen en met een onduidelijke berichtgeving (eerst wel, toen weer niet en dat alles via sms). Daarvoor heeft hij een officiële waarschuwing gekregen. Ook dat was op dat moment voor Intellogic nog geen reden voor een ontslag op staande voet.
4.12. In die setting heeft [werknemer] zijn antwoord gestuurd bij e-mail van 15 september 2010. De kantonrechter acht deze e-mail in alle opzichten ongepast; zowel de toon en woordkeuze als het dreigende karakter daarvan. [werknemer] wist dat hij op scherp stond, hij wist dat het bedrijf financieel krap zat en hij wist dat er in de ogen van Intellogic ernstige bezwaren waren over zijn wijze van communiceren. Deze e-mail past niet, zeker niet gelet op de ontstane situatie en het niveau waarop [werknemer] werkzaam was. Deze e-mail kan ook niet afgedaan worden als een emotionele reactie, zoals [werknemer] bij repliek heeft gesteld. Daarbij komt dat gesteld noch gebleken is dat [werknemer] op enig later moment zijn verontschuldigingen heeft aangeboden.
4.13. De e-mail van [werknemer] is verzonden om 17.04 uur, aan het einde van die werkdag. Intellogic, voor wie de maat vol was, heeft vervolgens kennelijk de bijstand van Business Support B.V. ingeroepen. Die heeft [werknemer] direct de volgende dag – op 16 september 2010 geschorst, gemeld dat sprake was van een onwerkbare situatie en hem aangekondigd dat nader onderzoek gedaan zou worden naar een dringende reden. Er is dus direct aangegeven hoe ernstig Intellogic de situatie opnam en dat zij wilde aansturen op beëindiging van het dienstverband. Er is aangekondigd dat het onderzoek een week zou duren en er is ook binnen die termijn nadere actie ondernomen.
4.14. Dat onderzoek heeft meer inzicht geboden in de klachten over de communicatie door [werknemer], waarbij woorden zijn gebruikt als “vreemd en onprofessioneel” (mail [persoon E] dd. 14 september 2010), “brutaal en agressief” (mail [persoon F] d.d. 7 oktober 2010). Eerder waren er als kwalificaties “onbeschoft en intimiderend”. Dat een deel van de berichten van zakelijke relaties dateert van na het ontslag, doet aan de inhoud niet af nu het gaat om gevraagde bevestigingen van eerdere berichten.
Dat onderzoek heeft ook duidelijk gemaakt dat [werknemer] gelogen heeft over zijn CV. [werknemer] heeft aangevoerd dat al in mei 2010 (toen [werknemer] net in dienst was) twijfels bestonden over het CV en dat Intellogic toen onderzoek is gaan doen. Ook was al eerder duidelijk dat [werknemer] had gelogen over een op het CV vermeld dienstverband bij Oracle, dat in werkelijkheid nooit heeft bestaan. Dat maakt echter niet dat het boek van het CV daarmee gesloten was. Intellogic heeft aangevoerd dat nader onderzoek heeft geleerd dat de weergave van de opleidingen en de werkervaring – kort gezegd – vrijwel volledig verzonnen was. [werknemer] heeft dat niet, althans niet gemotiveerd, betwist. Uit nader onderzoek is voorts gebleken – [werknemer] heeft dat niet betwist - dat [werknemer] gedurende 2,5 jaar gedetineerd heeft gezeten. Het CV maakt daarvan geen melding terwijl er evenmin een “gat” in het CV zit, waaruit dat had kunnen blijken.
4.15. Naar het oordeel van de kantonrechter kan niet gesteld worden dat een dringende reden voor het ontslag op staande voet ontbreekt. [werknemer] heeft geen persoonlijke omstandigheden aangevoerd die Intellogic tot een andere beslissing dan het ontslag op staande voet, hadden moeten brengen. De vordering van [werknemer] zal dus worden afgewezen, met veroordeling van [werknemer] in de kosten van de procedure.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1. wijst de vordering af;
5.2. veroordeelt [werknemer] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Intellogic tot op heden begroot op € 600,00.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.J. Blaisse en in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2012.