ECLI:NL:RBARN:2012:BW7903
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.C. Quak
- C.M.E. Lagarde
- L.M. Moerings
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de rechtbank Arnhem inzake poging tot diefstal met geweld door twee of meer verenigde personen
In de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem tegen verdachte [verdachte] heeft de rechtbank Arnhem op 8 juni 2012 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij geweld of bedreiging met geweld tegen medewerkers van een juwelierszaak werd gepleegd. De feiten vonden plaats op 10 februari 2012 te Zaltbommel, waar de verdachte samen met een medeverdachte met een kloofhamer naar de juwelierszaak liep, met de intentie om deze te beroven. Tijdens de zitting op 25 mei 2012 werd de verdachte bijgestaan door zijn raadsman, mr. T.P. van Dijken, terwijl de officier van justitie, mr. A. Reah, het woord voerde. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor het gebruik of de dreiging van geweld tegen personen, en sprak de verdachte vrij van dat onderdeel van de tenlastelegging. Echter, de rechtbank achtte de poging tot diefstal wettig en overtuigend bewezen, gebaseerd op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen waren vervat. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 105 dagen en een werkstraf van 180 uren op, met de bepaling dat de werkstraf binnen een jaar na het onherroepelijk worden van het vonnis moet worden voltooid. De rechtbank overwoog dat de verdachte en zijn medeverdachte goed voorbereid te werk waren gegaan, maar dat de uitvoering van het misdrijf niet was voltooid door de aanwezigheid van een getuige, die hen opmerkte. De rechtbank hield rekening met de impact van het delict op de slachtoffers en de maatschappij, en oordeelde dat dergelijk gedrag een gevoel van onveiligheid creëert.