ECLI:NL:RBARN:2012:BW7736
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van Nederlands recht op aannemingsovereenkomst tussen Nederlandse consumenten en Duitse aannemer
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, gaat het om de vraag welk recht van toepassing is op een aannemingsovereenkomst tussen Nederlandse consumenten en een Duitse aannemer, VSK Projektentwicklung Niederrhein GmbH. De eisers, wonende in Nederland, hebben de overeenkomst ontbonden en vorderen schadevergoeding. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat zij bevoegd is om over de vorderingen van eisers te oordelen. De partijen zijn het erover eens dat er geen rechtskeuze is gemaakt, wat betekent dat het toepasselijke recht moet worden vastgesteld aan de hand van het Nederlandse internationale privaatrecht en het EVO-verdrag.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de contractuele relatie van partijen nauwer verbonden is met Nederland dan met Duitsland. Dit oordeel is gebaseerd op verschillende feiten, waaronder het feit dat de woning in Nederland wordt gebouwd, dat Nederlandse onderaannemers betrokken zijn en dat de aannemingsovereenkomst verwijst naar Nederlandse bouwkundige regelgeving. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, hoewel VSK stelt dat Duits recht van toepassing is, de omstandigheden duidelijk maken dat Nederlands recht van toepassing is op de overeenkomst.
De rechtbank heeft VSK in de gelegenheid gesteld om haar processtukken aan te passen aan de toepasselijkheid van het Nederlandse recht. De zaak is vervolgens naar de rol verwezen voor verdere behandeling. Dit vonnis is gewezen op 16 mei 2012 door mr. J.M.J.M. Doon en in het openbaar uitgesproken.