ECLI:NL:RBARN:2012:BW7718
Rechtbank Arnhem
- Wraking
- W.J. Vierveijzer
- L. van Gijn
- F.M.T. Quaadvliet
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechters van de Rechtbank Arnhem
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 29 mei 2012 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoeker tegen de rechters van de rechtbank. Verzoeker voerde vier gronden aan voor zijn wrakingsverzoek. Drie van deze gronden waren van processuele aard en bestonden uit stellingen en veronderstellingen, terwijl de vierde grond betrof de samenstelling van de wrakingskamer, die uit rechters van het gerecht in kwestie bestond. De rechtbank oordeelde dat deze gronden niet voldoende waren om te concluderen dat de rechters partijdig waren of dat er een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid bestond.
De procedure begon met een wrakingsverzoek van verzoeker op 8 mei 2012, waarop de betrokken rechter op 10 mei 2012 reageerde en zijn zienswijze uiteenzette. Op de zitting van 29 mei 2012 verschenen zowel verzoeker als de rechter niet, wat de behandeling van het verzoek bemoeilijkte. De rechtbank benadrukte dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is voor klachten van processuele aard en dat verzoeker geen concrete feiten had aangedragen die de vrees voor partijdigheid konden onderbouwen.
De rechtbank concludeerde dat de wrakingskamer volgens het wrakingsprotocol van de rechtbank was samengesteld en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een andere samenstelling rechtvaardigden. Daarom werd het verzoek tot wraking afgewezen. De beschikking werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.