ECLI:NL:RBARN:2012:BW7057

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
23 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/700015-12
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor overval met geweld op woning

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 23 mei 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 24-jarige verdachte, die werd beschuldigd van een gewapende overval op een woning in Arnhem op 23 juni 2011. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren. De officier van justitie had een hogere straf geëist, namelijk zeven jaren, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, een lagere straf rechtvaardigden. De overval vond plaats in de aanwezigheid van de kinderen van de slachtoffers, die met geweld en bedreiging werden gedwongen tot afgifte van geld en goederen, waaronder sieraden en een mobiele telefoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen handelde en dat er sprake was van geweld en bedreiging met vuurwapens en een stroomstootwapen. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en de slachtoffers als betrouwbaar aangemerkt en deze gebruikt voor de bewijsvoering. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke misdrijven, wat heeft meegewogen in de strafmaat. Daarnaast zijn er civiele vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot schadevergoeding aan de slachtoffers, inclusief wettelijke rente. De rechtbank heeft de vorderingen van beide benadeelde partijen volledig toegewezen, met een schadevergoeding van € 2.500 aan slachtoffer 1 en € 2.000 aan slachtoffer 2, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige Kamer
Parketnummer : 05/700015-12
Datum zitting : 15 februari 2012 en 9 mei 2012
Datum uitspraak : 23 mei 2012
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in PI Utrecht - HvB locatie Nieuwegein, De Liesbosch 100
Nieuwegein.
Raadsmanman : mr. B.J.W. Tykotte, advocaat te Koog aan de Zaan.
Officier van justitie : mr. J. Schram.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 23 juni 2011 te Arnhem, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2],
althans de bewoners van het pand gelegen aan de [adres], heeft
gedwongen tot de afgifte van:
- een pinpas met bijbehorende pincode en/of
- een hoeveelheid sieraden en/of
- een portemonnee en/of
- een horloge (merk (merk IWC)
- een Iphone 4 en/of
- een identifier van de ABN-AMRO,
althans een hoeveelheid geld en/of goederen, in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] , in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s):
- die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] meerdere, althans een vuurwapen, althans een
daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben voorgehouden en/of
- die [slachtoffer1] en/of een [slachtoffer2] een stroomstootwapen, althans een daarop
gelijkend voorwerp heeft/hebben voorgehouden en/of
- (vervolgens) een stroomstootwapen op het been van voornoemde [slachtoffer1]
heeft/hebben gezet en/of voornoemde [slachtoffer1] een elektrische schok met een
stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en/of
- (vervolgens) tegen voornoemde [slachtoffer1] heeft/hebben gezegd: "Waar ligt het
geld of juwelen of sieraden" en/of "Geef je geld, geef je pasjes, Je weet
wat ik hier heb, dat is een 45", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft/hebben gevraagd naar de
pincode behorende bij de bankpas(sen) van voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2]
en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] een vuurwapen(s) en/of een
stroomstootwapen heeft/hebben voorgehouden en/of daarbij die [slachtoffer1] en/of
[slachtoffer2] laten inloggen op de internetsite van de bank en/of
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] gezegd;"Ik stop jullie in een
koffer. Wij hebben tijd nodig om weg te komen, daarom moeten wij jullie
opsluiten" en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft/hebben vastgebonden;
en/of
hij op of omstreeks 23 juni 2011 te Arnhem, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- een pinpas met bijbehorende pincode en/of
- een hoeveelheid sieraden en/of
- een portemonnee en/of
- een horloge (merk (merk IWC)
- een Iphone 4 en/of
- een identifier van de ABN-AMRO,
althans een hoeveelheid geld en/of goederen, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2], althans aan de
bewoners van het pand gelegen aan de [adres], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of
welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn
mededader(s):
- die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] meerdere, althans een vuurwapen, althans een
daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben voorgehouden en/of
- die [slachtoffer1] en/of een [slachtoffer2] een stroomstootwapen, althans een daarop
gelijkend voorwerp heeft/hebben voorgehouden en/of
- (vervolgens) een stroomstootwapen op het been van voornoemde [slachtoffer1]
heeft/hebben gezet en/of voornoemde [slachtoffer1] een elektrische schok met een
stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en/of
- (vervolgens) tegen voornoemde [slachtoffer1] heeft/hebben gezegd: "Waar ligt het
geld of juwelen of sieraden" en/of "Geef je geld, geef je pasjes, Je weet
wat ik hier heb, dat is een 45", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft/hebben gevraagd naar de
pincode behorende bij de bankpas(sen) van voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2]
en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] een vuurwapen(s) en/of een
stroomstootwapen heeft/hebben voorgehouden en/of daarbij die [slachtoffer1] en/of
[slachtoffer2] laten inloggen op de internetsite van de bank en/of
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] gezegd;"Ik stop jullie in een
koffer. Wij hebben tijd nodig om weg te komen, daarom moeten wij jullie
opsluiten" en/of
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft/hebben vastgebonden;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 9 mei 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. B.J.W. Tykotte, advocaat te Koog aan de Zaan.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek van de tijd dat verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Voorts heeft de officier van justitie verzocht om de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer1] en [slachtoffer2] toe te wijzen, met vergoeding van de wettelijke rente en waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel dient te worden opgelegd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Overweging betrouwbaarheid verklaringen [getuige1]
De verdediging heeft aangevoerd dat de door [getuige1] bij de politie afgelegde verklaringen onvoldoende betrouwbaar zijn om tot het bewijs te kunnen worden gebezigd.
De rechtbank volgt de verdediging hierin niet. Voor zover er in de verklaringen van [getuige1] sprake is van vaagheden of tegenstrijdigheden, maakt dit niet dat zijn verklaringen in hun geheel niet als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt.
De verklaringen van [getuige1] komen immers op hoofdlijnen overeen met de verklaringen van aangever en zijn echtgenote over hetgeen zich bij de overval in hun woning heeft afgespeeld.
[getuige1] heeft in zijn verklaringen bij de politie namen genoemd van zijn mededaders, waaronder de naam van verdachte. De rechtbank ziet geen aanleiding om de verklaring van [getuige1] op dit punt onbetrouwbaar te achten. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat [getuige1] ook over zijn eigen rol heeft verklaard en zichzelf daarmee heeft belast.
De rechtbank constateert bovendien dat in het dossier voldoende ondersteunend bewijs voorhanden is voor de betrokkenheid van verdachte bij de overval op 23 juni 2011 in Arnhem. De rechtbank zal de verklaringen van [getuige1] dan ook gebruiken voor het bewijs.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de volgende bewijsmiddelen zijn vervat.
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant1], hoofdagent Avz/Unit Arnhem Noord/ basis Politiezorg van de politie Gelderland-Midden, en [verbalisant2], brigadier, AvZ/DR/Ondersteuning, Politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, mutatienummer PL0878C 2011073564-2, gesloten op 28 juni 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
de ten overstaan van voornoemde verbalisanten door aangever [slachtoffer1] afgelegde verklaring pag. 143, 144, 145, en 146:
Ik lag vanmorgen, 23 juni 2011, omstreeks 06.45 nog in bed samen met mijn vrouw en twee kinderen. Ik liep naar de deur van de slaapkamer en opende deze. Toen ik deze had geopend stond ik oog in oog met een overvaller. Ik zag dat deze overvaller een op een vuurwapen gelijkend voorwerp was (de rechtbank begrijpt: had). Ik dacht dat het een pistool was. Ik zag dat achter hem nog twee personen stonden. Ik zag dat een andere overvaller een stroomstootwapen liet zien. Hij liet deze zien en zei tegen mij: "Je weet wat dit is he, dus ga op bed liggen". Ik hoorde ook het geknetter van het stroomstootwapen en ik zag een soort van blauw fel licht. Alle drie de overvallers hadden een op een vuurwapen gelijkend voorwerp bij zich. Toen ik op het bed lag kreeg ik op mijn linkerbeen een schok van het stroomstootwapen. Mijn vrouw lag met de twee kindjes ook nog in bed. Ik hoorde de overvaller zeggen: "Kijk uit, want hij is wel doorgeladen, dit is een clock 45, Doe wel voorzichtig", of woorden van gelijke strekking. Ik hoorde er weer een zeggen: "Waar ligt het geld of juwelen, of sieraden". Toen moest ik aanwijzen waar de sieraden lagen. Ik stond op en liep met een overvaller naar de badkamer. In deze kast had ik onder andere een gouden ketting van mijzelf liggen. Ik heb deze ketting aan de overvaller gegeven. Ik werd toen vastgebonden met mijn handen op mijn rug. Ik hoorde dat er gevraagd werd naar bankpasjes. Ze vroegen naar mijn portemonnee, maar ik wist niet waar deze lag. Zij zijn naar beneden gegaan. En na ongeveer 1 minuut, misschien 2 minuten kwamen zij weer naar boven met mijn portemonnee en de bankpas van mijn vrouw.
Ik hoorde dat de overvallers zeiden dat ze wilde inloggen bij de bank. Een van de overvallers probeerde een transactie te maken via het internet bankieren op de laptop van mijn vrouw. Ik hoorde dat hij mij om mijn pincode vroeg en deze heb ik ook gegeven. Toen vroegen ze ook de pincode van mijn vrouw. Toen pakte er een een koffer, en hij zei:"Ik stop jullie in een koffer". We hebben tijd nodig om weg te komen, daarom moeten we jullie op sluiten". Toen moest ik mee naar een andere kamer. Met het touw wat om mijn handen zat hebben ze mij vastgebonden aan het bed wat daar staat. Ze hebben de auto sleutels met ook daaraan de huissleutels zitten meegenomen. Naast de auto hebben ze mijn paspoort, mijn portemonnee, bankpasjes van mijn vrouw en mij en twee laptops meegenomen. Tevens hebben ze ook sieraden meegenomen. Dit was een dunne gouden halsketting van mij. Een Iphone 4, zwart van kleur met het nummer [nummer] is ook meegenomen.
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant1], hoofdagent Avz/Unit Arnhem Noord/ basis Politiezorg van de politie Gelderland-Midden en [verbalisant2], brigadier, Avz/DR/Ondersteuning, Politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, mutatienummer PL0878C 2011073564-8, gesloten op 23 juni 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
de ten overstaan van voornoemde verbalisanten door aangever [slachtoffer2] afgelegde verklaring pag. 167, 168, 169 en 170:
Vanmorgen, 23 juni 2011, lagen mijn man en ik samen met onze kinderen in bed. Voordat ik er erg in had stonden er 3 gemaskerde mannen in onze slaapkamer. Wat mij in eerste instantie opviel was het geflikker van licht blauw licht. Ik herkende het als een stroomstootwapen. Dader twee zei toen: "Waar is het geld, waar is het geld".Ik hoorde dat ze tegen mijn man zeiden: "Kom jij maar mee. Waar zijn de sieraden, of de juwelen". Ik hoor de dat de overvallen tegen hem zei: Geef je geld, geef je pasjes, je weet wat ik hier heb he, het is een 45,"of woorden van gelijke strekking. Mijn man moest op de grond gaan liggen en ik zag dat hij toen een schok kreeg van het stroomstootwapen. Ze vroegen mijn man naar zijn bankpasjes en zijn portemonnee. We konden de portemonnee van mijn man niet vinden, maar ik heb hem wel zijn bankpas gegeven. In het dressoir wat in de hal staat lag nog wel een horloge van het merk IWC. De overvaller heeft dit horloge meegenomen. Ik ben met overvaller 3 naar de zolder gelopen. Ik heb het licht aangedaan en toen zag hij al de portemonnee liggen. De pasjes en calculators van de ABN en Rabobank heeft hij ook meegenomen. Dader 1 en 2 kwamen weer terug de kamer in en ze vroegen aan mij wat de pincode was van mijn bankpasje. Ik heb deze toen gegeven. Dader 3 kwam met een stuk touw en mijn man werd vastgeboden door dader 1 en 2 met zijn handen op zijn rug. Ze hebben toen de kabels voor de computer gepakt en mij daarmee vastgebonden.
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant3], brigadier Avz/Unit Arnhem Zuid/Leiding van de politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, mutatienummer PL0780 2011073564-7, gesloten op 23 juni 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
de ten overstaan van voornoemde verbalisanten door getuige [getuige2], wonende aan de [adres], afgelegde verklaring pag. 178:
Gisteren, 22 juni 2011 tussen 15.00 en 17.00 was ik in mijn tuin bezig. Ik zag toen een auto komen aanrijden. Ik heb het kenteken [nummer] opgeschreven op een briefje en dat heb ik zojuist aan uw collega’s gegeven.
- een schriftelijk bescheid, te weten een lijst tonen kenteken gegevens KTR, pag. 249:
Kenteken : [nummer]
Soort eigenaar : natuurlijk persoon
Naam[medeverdachte]aam].
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant1], hoofdagent AvZ/Unit Arnhem Noord/ basis Politiezorg van de politie Gelderland-Midden, en [verbalisant4], hoofdagent, Politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, 2011073564, gesloten op 7 juli 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Proces-verbaal van bevindingen van voornoemde verbalisanten inzake gesprek van A. [getuige3] met voornoemde verbalisanten pag. 252, 253 en 254:
Het gaat om een Ford Ka, rood van kleur, voorzien van het kenteken [nummer]. De heer [getuige3]s heeft deze auto verkocht op 17 juni 2011. Hij vertelde ons dat het twee mannen en twee vrouwen waren. De heer [getuige3] vertelde dat de jonge vrouw alles regelde en de auto op haar naam werd overgeschreven. Ook zou de jonge vrouw tegen de heer [getuige3] hebben gezegd dat zij de auto op haar naam zou zetten, maar dat de auto voor gebruik van haar broer is, zodat ze ermee naar de stad konden gaan.
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant5], brigadier van de politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, 2011073564, gesloten op 15 juli 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Proces-verbaal van bevindingen van voornoemde verbalisanten inzake aantreffen Ford Ka kenteken [nummer], pag. 256
De rode Ford Ka voorzien van het kenteken [nummer] op naam van[medeverdachte] (geb. [geboortedatum]) werd op 23 juni 2011 aangetroffen door personeel van het beveiligingsbedrijf Securitas om 1.10 bij het winkelcentrum aan de Doctor C. Lelyweg in Arnhem.
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant5], brigadier van de politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, 20110729. 1127, gesloten op 4 augustus 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Proces-verbaal van bevindingen van voornoemde verbalisanten inzake registratie kenteken verkeersprojecten pag. 315, 316, 317, 318 en 319:
Door het bedrijf ARS Traffic en Transport technology Bv werden de volgende registraties aangeleverd van de Ford Ka voorzien van het kenteken [nummer].
Op woensdag 22 juni 2011 om 16.18 uur rijdt de Ford Ka richting Arnhem via de provinciale weg N224.
Op woensdag 22 juni 2011 vanaf 18.18 rijdt de Ford Ka over de rijksweg A12 richting Ede en Utrecht.
Op woensdag 22 juni 2011 om 16.57 uur rijdt de Ford Ka over de Rijksweg A325 richting Nijmegen. Op donderdag 23 juni 2011 om 3.17 wordt de Ford Ka weer geregistreerd op dezelfde apparatuur van die locatie.
Op donderdag 23 juni 2011, de dag van de overval, om 00.35 uur rijdt de Ford Ka richting Arnhem over de rijksweg A12 en gaat er bij de Pleyroute (provinciale weg N325) af om 00.50 uur
Op donderdag 23 juni 2011 van 00.52 tot 00.57 wordt het kenteken van de Ford Ka geregistreerd door verschillende registratieapparatuur, op de Pleyweg, Batavierenweg, Roermondseweg in Arnhem.
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant6], brigadier van de politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, 2011073564, gesloten op 4 augustus 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Proces-verbaal van bevindingen van voornoemde verbalisant pag. 340, 341 en 342:
Op dinsdag 26 juli 2011, heb ik verbalisant de gegevens welke zijn veiliggesteld uit de mobiele telefoon van het merk Samsung type GETUIGE E-1170, kleur zwart in gebruik bij [medeverdachte] geboren [geboortedatum] en wonende te [adres], onderzocht. Uit de gegevens van de onderzochte mobiele telefoon met het Imei-nummer [nummer] blijkt dat het telefoonnummer, welke volgens het onderzoek ( bron: onderzoek Rotterdam-Rijnmond) in gebruik is bij [getuige1] geboren op [geboortedatum] op deze telefoon opgeslagen is onder de naam [getuige1].
Op 22 juni 2011 te 21:38 ontvangt de gebruiker van de Samsung een sms bericht van het telefoonnumm[nummer] opgeslagen onder de naam [verdachte] inhoudende de tekst: Kwart over ben ik er.
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant5], brigadier van de politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, 20111214.1617, gesloten op 14 december 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Proces-verbaal van bevindingen van voornoemde verbalisant pag. 1013 en 1014:
Door het onderzoeksteam van de politieregio Rotterdam-Rijnmond werden de bankafschriften van verdachte [getuige1] opgevraagd waaronder die op 22 en 23 juni 2011. Verdachte [getuige1] bleek een bankrekening te hebben met ING nummer [nummer]. Uit het bankafschrift bleek onder andere: Een pintransactie bij het tankstation Palmpol aan de Rijksweg A1 bij Terschuur op donderdag 23 juni 2011 om 00.11 voor een bedrag van 30,03 euro.
Door het bureau financiële recherche van de politieregio Gelderland-Midden werden de bankafschriften van verdachte [verdachte] opgevraagd op onder andere 22 en 23 juni 2011. Verdachte [verdachte] bleek een bankrekening te hebben bij de ABN-Amro met het nummer [nummer]. Uit het bankafschrift bleek onder andere het volgende: Een pintransactie bij het tankstation Palmpol aan de Rijksweg A1 bij Terschuur op donderdag 23 juni 2011 om 00.13 voor een bedrag van 12,59 euro.
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant5], brigadier van de politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, 20111227.1108, gesloten op 27 december 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen van voornoemde verbalisant pag. 1028, 1029 en 1034:
In de historische printgegevens van telecommunicatie van KPN wordt abusievelijk de mast Marathonweg 1 te Hilversum aangegeven. De Marathonweg 1 te Hilversum bestaat niet. Dit moet zijn de Marathon te Hilversum.
Op 22 juni 2011 tussen 23.28 en 23.44 straalt de telefoon in gebruik bij [verdachte] op de mast Marathon te Hilversum aan.
Op 23 juni 2011 omstreeks 10.36 straalt de telefoon met nummer [nummer] (in gebruik bij [medeverdachte]) aan op de mast Marathonweg 1 te Hilversum.
Op 23 juni 2011 tussen 10.32;37 uur en 11.07;43 uur straalt de telefoon met nummer [nummer] in gebruik bij [verdachte] op de mast Marathon te Hilversum.
Op het adres Marathon 1a en 1b wordt een kantoorruimte gehuurd door [naam], het bedrijf van [getuige1].
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant7], hoofdagent Wvv/Dr/ Ondersteuning Politie Gelderland-Midden , [verbalisant8], agent Wvv/Unit BPz Midden, Politie Gelderland-Midden opgemaakte en [verbalisant9], buitengewoon opsporingsambtenaar van poltie, aktenummer 60155555/1 Avz/Dr/ondersteuning, Politie gelderland-Midden, proces-verbaal, PL074H 2011073564063, gesloten op 28 oktober 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Proces-verbaal van verhoor medeverdachte bevindingen van voornoemde verbalisant pag. 1111 t/m 1117:
Verdachte tekent op een papiertje en noemt hierbij de namen [naam1], [naam2], [naam[naam3], [naam4] en [naam5]. Ik ga verklaren dat er 4 personen bij deze overval waren. Dat waren deze personen en ik zelf en [naam5]. De pui is ingeslagen met een blok uit de tuin. Foto B en A hebben de ruit ingeslagen. [naam5] ging als eerste binnen met het vuurwapen. Alle drie werden we geforceerd door foto B om niet weg te gaan. We hebben de auto op ongeveer een kilometer afstand van de woning geparkeerd en zijn daar naar toe gegaan. [naam5] is als eerste de slaapkamer ingegaan, hun 2, [naam3] en [verdachte] kwamen er achter aan. Op dat moment, ik geloof dat die man in ieder geval iets van weerstand bood. [verdachte] heeft getaserd. [naam3] vroeg om de rekening, [naam3] voert de regie. Ik moest het saldo controleren, stond 20.000 rood. Op een gegeven moment vroegen ze naar juwelen en auto’s. De vrouw is door [naam5] vastgebonden. [verdachte] en ik zijn met de auto weggereden, een zwarte Mercedes of BMW. [naam5] ging lopend naar de Ford Ka, Met zijn vieren in de Ford Ka teruggereden naar Hilversum.
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant8] , agent en [verbalisant7], hoofdagent beiden als tactisch rechercheur werkzaam bij de Politieregio, Gelderland-Midden, Divisie Recherche, regionaal Overvallen team opgemaakte proces-verbaal, 2011073564, gesloten op 12 oktober 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Proces-verbaal van tonen fotobladen pag. 1119,
Fotoblad A: [verdachte], geboren [geboortedatum]
Fotoblad B: [medeverdachte], geboren op [geboortedatum]
- het in de wettelijke vorm door [verbalisant1], hoofdagent van politieregio Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, 2011073564, gesloten op 6 juli 2011, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Proces-verbaal van bevindingen van voornoemde verbalisant inzake bezoek Rotterdam pag. 259 en 260:
Uit het gesprek met genoemde politieambtenaren bleek het volgende. Omdat [getuige1] wat aan de late kant is, hij zou met het openbaar vervoer komen, besluit [naam] te gaan bellen. [getuige1] zegt dat hij er bijna is, hij wordt in Rotterdam met de auto naar het bedrijf gebracht door iemand die de weg kent in Rotterdam (dit blijkt de bij ons ambtshalve bekende [medeverdachte] [geboortedatum] te zijn met de inmiddels bekende Ford Ka (kleur rood/roze/paars). Op aanwijzen van het slachtoffer en het aanwezige personeel wordt [medeverdachte] aangehouden. Bij de fouillering van [medeverdachte] wordt een autosleutel gevonden. De ze sleutel blijkt te passen op een Ford Ka. Deze Ford ka, gekentekend [nummer] wordt in beslag genomen.
Door de inhoud van voormelde bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft de rechtbank de overtuiging verkregen en acht de rechtbank bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op 23 juni 2011 te Arnhem, tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer1] en [slachtoffer2],
heeft gedwongen tot de afgifte van:
- een pinpas met bijbehorende pincode en
- een hoeveelheid sieraden en
- een portemonnee en
- een horloge (merk (merk IWC)
- een Iphone 4 en
- een identifier van de ABN-AMRO,
toebehorende aan die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2]
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s):
- die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] meerdere, vuurwapens, heeft/hebben voorgehouden en
- die [slachtoffer1] en/of een [slachtoffer2] een stroomstootwapen, heeft/hebben voorgehouden en
- (vervolgens) een stroomstootwapen op het been van voornoemde [slachtoffer1]
heeft/hebben gezet en voornoemde [slachtoffer1] een elektrische schok met een
stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en
- (vervolgens) tegen voornoemde [slachtoffer1] heeft/hebben gezegd: "Waar ligt het
geld of juwelen of sieraden" en "Geef je geld, geef je pasjes, Je weet
wat ik hier heb, dat is een 45", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft/hebben gevraagd naar de
pincode behorende bij de bankpas(sen) van voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2]
en
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] een vuurwapen(s) en/of een
stroomstootwapen heeft/hebben voorgehouden en
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer1] en [slachtoffer2] gezegd;"Ik stop jullie in een
koffer. Wij hebben tijd nodig om weg te komen, daarom moeten wij jullie
opsluiten" en
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en [slachtoffer2] heeft/hebben vastgebonden;
en/of
hij op 23 juni 2011 te Arnhem, tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- een pinpas met bijbehorende pincode en
- een hoeveelheid sieraden en
- een portemonnee en
- een horloge (merk (merk IWC)
- een Iphone 4 en
- een identifier van de ABN-AMRO,
toebehorende aan [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2]
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld
en bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en
welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn
mededader(s):
- die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] meerdere, vuurwapens, heeft/hebben voorgehouden en
- die [slachtoffer1] en/of een [slachtoffer2] een stroomstootwapen, heeft/hebben voorgehouden en
- (vervolgens) een stroomstootwapen op het been van voornoemde [slachtoffer1]
heeft/hebben gezet en voornoemde [slachtoffer1] een elektrische schok met een
stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en
- (vervolgens) tegen voornoemde [slachtoffer1] heeft/hebben gezegd: "Waar ligt het
geld of juwelen of sieraden" en "Geef je geld, geef je pasjes, Je weet
wat ik hier heb, dat is een 45", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft/hebben gevraagd naar de
pincode behorende bij de bankpas(sen) van voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2]
en
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] een vuurwapen(s) en/of een
stroomstootwapen heeft/hebben voorgehouden en
- (vervolgens) tegen die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] gezegd;"Ik stop jullie in een
koffer. Wij hebben tijd nodig om weg te komen, daarom moeten wij jullie
opsluiten" en
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer1] en [slachtoffer2] heeft/hebben vastgebonden;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het primair bewezenverklaarde:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en/of
Diefstal voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld, tegen personen, gepleegd met het oogmerk om de diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek van de tijd dat verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Het standpunt verdediging
De verdediging heeft betoogd bij de strafoplegging rekening te houden met het feit dat verdachte tussen het wijzen van dit vonnis en de datum van het bewezenverklaarde feit is veroordeeld en artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. Daarnaast dient de rechtbank rekening te houden met uitspraken in soortgelijke gevallen en de wijze waarop verdachte is verhoord door verbalisanten Vogel en Jas.
De beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
• de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
• de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 27 januari 2012.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte en zijn medeverdachte hebben een gezin overvallen in hun eigen woning. Hier waren de kinderen van de slachtoffers ook aanwezig. De slachtoffers zijn met een vuurwapen bedreigd en vastgebonden. Eén van de slachtoffers kreeg met behulp van een stroomstootwapen een elektrische schok toegediend en een ander slachtoffer werd een kussen op het hoofd gedrukt.
Verdachte en zijn mededaders hebben gehandeld uit geldelijk gewin en hebben daarbij geen enkel oog gehad voor de gevoelens van de slachtoffers. Zij hebben zeer angstige momenten beleefd en ook nu nog ondervinden zij daar psychische gevolgen van.
Daarnaast worden door feiten als de onderhavige de in het algemeen bestaande gevoelens van onveiligheid in de samenleving vergroot.
Verdachte is in het verleden meermalen veroordeeld voor soortgelijke misdrijven.
De rechtbank acht de rol van verdachte bij de afpersing van gelijke grootte als die van zijn medeverdachte [medeverdachte]. De rechtbank komt dan ook tot een strafoplegging die in alle twee de zaken gelijk ligt. De rechtbank heeft bij haar strafoplegging ook gelet op uitspraken van andere rechtbanken en hoven in soortgelijke zaken. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid, dat er tussen de pleegdatum van het feit en het wijzen van dit vonnis een veroordeling heeft plaatsgevonden en dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Alles afwegende, is de rechtbank van oordeel dat slechts een gevangenisstraf van lange duur, recht doet aan de ernst van de feiten. De rechtbank laat daarbij artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht zwaarder wegen dan de officier van justitie en komt tot een gevangenisstraf van na te melden duur.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer1] heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
Hij vordert ter zake van geleden schade een bedrag van € 2.500,00.
Standpunt van de verdediging
Door en namens de verdachte is de vordering van de benadeelde betwist, nu de verdachte het tenlastegelegde ontkent en de raadsman heeft betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het aan hem tenlastegelegde.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen, te weten een bedrag van € 2.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht voldoende bewezen dat [slachtoffer1] door hetgeen hem is aangedaan schade heeft geleden en dat hij uit dien hoofde terecht aanspraak maakt op vergoeding van die schade. De rechtbank zal de vordering geheel toewijzen.
De rechtbank zal tevens de wettelijke rente vanaf de datum van het delict toewijzen en de maatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht toepassen.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer2] heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
Zij vordert ter zake van geleden schade een bedrag van € 2.000,00.
Standpunt van de verdediging
Door en namens de verdachte is de vordering van de benadeelde betwist, nu de verdachte het tenlastegelegde ontkent en de raadsman heeft betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het aan hem tenlastegelegde.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen, te weten een bedrag van € 2.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht voldoende bewezen dat [slachtoffer2] door hetgeen haar is aangedaan schade heeft geleden en dat zij uit dien hoofde terecht aanspraak maakt op vergoeding van de gevorderde schade. De rechtbank zal de vordering geheel toewijzen.
De rechtbank zal tevens de wettelijke rente vanaf de datum van het delict toewijzen en de maatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht toepassen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 55, 63, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van vijf (5) jaren.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoer¬legging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer1].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover één van zijn mededaders betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer1] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer1], te betalen € 2500,- (zegge tweeduizend en vijfhonderd euro)te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2011.
.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 2500,- subsidiair 35 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover één van zijn mededaders betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer1] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer1], te betalen € 2500,- (zegge tweeduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2011, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 35 (vijfendertig) dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer2].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover één van zijn mededaders betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer2] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer2], te betalen € 2000,- (zegge tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2011.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 2000,- subsidiair 30 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover één van zijn mededaders betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer2] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer2], te betalen € 2000,- (zegge tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2011, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 30 (dertig) dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door mr. M. van der Linde, als voorzitter, mr. H.P.M. Kester-Bik, mr. H.G. Eskes, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G. Croes, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 mei 2012.