ECLI:NL:RBARN:2012:BW5819

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
16 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/188836-11, 05/721069-11, 05/731118-11 en 05/730028-12
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 30-jarige verdachte tot ISD-maatregel wegens diverse strafbare feiten inclusief bedreiging, belediging en diefstal met geweld

Op 16 mei 2012 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een 30-jarige verdachte, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder bedreiging, belediging van politieambtenaren, en diefstal met geweld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot de ISD-maatregel voor de duur van twee jaren, gezien zijn verslavingsproblematiek en psychische problemen, die een hoog recidiverisico met zich meebrachten. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan bedreiging met een stuk hout, belediging van ambtenaren in functie, en diefstal van flesjes Salsa mix uit een winkel, waarbij hij geweld gebruikte tegen de winkelmedewerkers. Daarnaast was hij betrokken bij vernielingen van eigendommen van anderen, waaronder auto’s en een tuinscherm. De rechtbank overwoog dat de veiligheid van personen en goederen de oplegging van de ISD-maatregel vereiste, en dat de verdachte niet meewerkte aan een onderzoek naar de wenselijkheid van deze maatregel. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij schadevergoedingen zijn opgelegd voor de geleden schade door de verdachte. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht niet in mindering gebracht op de duur van de maatregel.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige Kamer
Promis II
Parketnummers : 05/188836-11, 05/721069-11, 05/731118-11 en 05/730028-12 (gev. ttz.)
Data zittingen : 25 oktober 2011 (PR), 30 maart 2012 (PR) en 04 mei 2012 (MK)
Datum uitspraak : 16 mei 2012
TEGENSPRAAK
Vonnis van de rechtbank in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats],
woonplaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in het Penitiair Psychiatrisch Centrum Amsterdam.
Raadsman : mr. R.B.J.G. Baggen, advocaat te Arnhem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/188836-11:
1. hij op of omstreeks 01 juli 2011 te Tiel [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een stuk hout getoond en/of laten zien en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd: "wegwezen, ik haal aan", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2. hij op of omstreeks 01 juli 2011 te Tiel opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, die [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "klootzakken, teringlijders, corrupte kankerlijers", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
3. hij op of omstreeks 01 juli 2011 te Tiel, toen de aldaar dienstdoende [slachtoffer1] (agent, Team Neder-Betuwe) en/of [slachtoffer2] (agent, Team Neder-Betuwe) en/of [slachtoffer3] (aspirant, team Neder-Betuwe) en/of [slachtoffer4] (hoofdagent, team Neder-Betuwe) verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 266 en/of artikel 285 Wetboek van Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had(en) aangehouden en vastgegrepen, althans vast
had(den), teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten naar politiebureau te Tiel, zich met geweld tegen bovengenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijner/hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig te rukken en/of te trekken in een richting tegengesteld aan die waarin die ambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden en/of terwijl die ambtenaren hem tegen de muur hadden geplaatst om hem onder controle te brengen, zich met zijn voeten heeft proberen af te zetten tegen die muur.
Ten aanzien van parketnummer 05/721069-11:
hij op of omstreeks 30 juli 2011 te Tiel met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen 4, althans een aantal flesjes Salsa mix, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf C1000 (de Kranshof 3), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer5], [slachtoffer6], [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte wild om zich heen heeft geslagen en/of voornoemd/e personen dreigend de woorden:"Ik kom jullie opzoeken, ik schiet jullie neer, jullie gaan dood" , althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking heeft toegevoegd.
Ten aanzien van parketnummer 05/731118-11:
hij op of omstreeks 01 november 2011 te Tiel, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van de toegangsdeur van café Liberty en/of het daar bovengelegen appartementencomplex gelegen aan het [adres] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer9] en/of [slachtoffer10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door met kracht tegen die deur te trappen en/of door met kracht met zijn lichaam tegen die deur te duwen.
Ten aanzien van parketnummer 05/730028-12:
1. hij op of omstreeks 07 januari 2012 te Tiel opzettelijk en wederrechtelijk diverse goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan eigena(a)r(en)/benadeelde(n), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, hier onder nader te noemen eigen(a)r(en)/benadeelde(n), en aldus dat/die goed(eren) heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar heeft gemaakt, te weten:
- een auto(merk Renault, type Megane Scenic) met kenteken [nummer] toebehorend aan [slachtoffer11]( door tegen (auto)spiegel te slaan/schoppen) (zaak 1) en/of
- een auto(merk Renault, type Megane Scenic) met kenteken [nummer] toebehorend aan [slachtoffer12](door tegen (auto)spiegel te slaan/schoppen) (zaak 2)en/of - een (houten) tuinscherm toebehorend aan [slachtoffer13] (door tegen het houten) tuinscherm te trappen/schoppen en/of te slaan) (zaak 3) en/of
- een auto (merk BMW 318i) met kenteken [nummer] toebehorend aan [slachtoffer14] (door tegen (auto)spiegel te slaan/schoppen) en/of een (aluminium) bankje toebehorend aan [slachtoffer14] (door dit (aluminium) bankje op grond te gooien) (zaak 4) en/of
- een auto (merk Chevrolet, type Matiz) met kenteken [nummer] toebehorend aan [slachtoffer15] (door de achterruit in te slaan) (zaak 6) en/of
- een auto (merk Fiat, type Seicento) met kenteken [nummer] toebehorend aan [slachtoffer16] (door tegen auto te schoppen/slaan)(zaak 7);
2. hij op of omstreeks 07 januari 2012 te Tiel opzettelijk mishandelend [slachtoffer17]), (met kracht) op/tegen het hoofd heeft geslagen/gestompt en/of (vervolgens) voornoemde [slachtoffer17] aan de haren heeft getrokken (richting de grond), waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden (zaak 5).
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is, na verwijzing door de Politierechter d.d. 30 maart 2012, laatstelijk op 4 mei 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. R.B.J.G. Baggen, advocaat te Arnhem.
Ter terechtzitting van 30 maart 2012 zijn de zaken van de officier van justitie in het arron¬dissement Arnhem, onder bovenstaande parketnummers bij afzonderlijke dagvaardingen aanhangig gemaakt, gevoegd.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
- [slachtoffer14];
- [slachtoffer12];
- [slachtoffer11] en
- [slachtoffer15].
De heer [slachtoffer12] was ter terechtzitting aanwezig.
De officier van justitie, mr. A.K.J. Kooij, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Ten aanzien van parketnummer 05/188836-11:
De feiten
Feit 1 en feit 2
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 1 juli 2011 te Tiel hebben verbalisanten [slachtoffer1] en [slachtoffer2] verdachte aangesproken. Verdachte had een stuk hout in zijn handen. Nadat verdachte was aangehouden en geboeid.heeft verdachte tegen de verbalisanten geroepen:‘klootzakken, teringlijders, corrupte kankerlijers’ .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich voor wat betreft de bedreiging gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot de belediging heeft de verdediging aangevoerd dat de uitlatingen van verdachte zijn gedaan terwijl hij erg psychotisch was. Gelet op deze omstandigheden konden de verbalisanten zich niet in hun eer en goede naam aangetast hebben gevoeld.
Beoordeling door de rechtbank
De verbalisanten hebben verklaard zich door de door verdachte gesproken beledigende woorden in hun eer aangetast te hebben gevoeld. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de door verdachte gesproken woorden dusdanig van aard dat de verbalisanten zich ook geobjectiveerd in hun goede naam of eer aangetast konden voelen. Dat verdachte op dat moment mogelijk psychotisch was, doet hier niet aan af.
Met betrekking tot feit 1 hebben de verbalisanten gehoord dat verdachte, toen hij het stuk hout in zijn handen had,op een dreigende/agressieve toon zei: “wegwezen ik haal aan”.
Hoewel geen van de verbalisanten heeft gerelateerd dat zij zich bedreigd hebben gevoeld, is de rechtbank van oordeel dat uit het feit dat verbalisanten verdachte ter zake van bedreiging hebben aangehouden , kan worden afgeleid dat zij zich door de uitlatingen en handelingen van verdachte bedreigd hebben gevoeld.
De rechtbank overweegt dat deze vrees redelijkerwijs gerechtvaardigd was nu verdachte zeer agressief was en een stuk hout met een lengte van 72 cm als slagwapen dreigde te gebruiken.
Feit 3
Met betrekking tot feit 3 is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, pg. 4;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, pg. 25;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 mei 2012.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1. hij op 01 juli 2011 te Tiel [slachtoffer1] en [slachtoffer2] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een stuk hout getoond en (daarbij) dreigend de woorden toegevoegd: "wegwezen, ik haal aan";
2. hij op 01 juli 2011 te Tiel opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [slachtoffer1] en [slachtoffer2], gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, die [slachtoffer1] en [slachtoffer2] in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "klootzakken, teringlijders, corrupte kankerlijers";
3. hij op 01 juli 2011 te Tiel, toen de aldaar dienstdoende [slachtoffer1] (agent, Team Neder-Betuwe) en [slachtoffer2] (agent, Team Neder-Betuwe) en [slachtoffer3] (aspirant, team Neder-Betuwe) en [slachtoffer4] (hoofdagent, team Neder-Betuwe) verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 266 en artikel 285 Wetboek van Strafrecht hadden aangehouden en vastgegrepen teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten naar politiebureau te Tiel, zich met geweld tegen bovengenoemde opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hunner bediening, door opzettelijk gewelddadig te rukken en te trekken in een richting tegengesteld aan die waarin die ambtenaren verdachte trachtten te geleiden en terwijl die ambtenaren hem tegen de muur hadden geplaatst om hem onder controle te brengen, zich met zijn voeten heeft proberen af te zetten tegen die muur.
Ten aanzien van parketnummer 05/721069-11:
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 30 juli 2011 heeft verdachte te Tiel een aantal flesjes Salsa mix, geheel toebehorende aan het winkelbedrijf C1000 (de Kranshof 3) van een schap uit de winkel gepakt en heeft hij, zonder deze flesjes af te rekenen, de winkel verlaten.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal gevolgd door bedreiging met geweld.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft de diefstal bekend, maar heeft ontkend dat hij daarbij geweld heeft gebruikt dan wel heeft gedreigd met geweld. Verdachte werd na de diefstal overmeesterd en vastgehouden. Hierbij is verdachte door een van de omstanders klem gezet bij zijn borstkast. Hiervan ondervond verdachte pijn. De uitlatingen van verdachte waren erop gericht een einde te maken aan deze pijn.
Beoordeling door de rechtbank
Na de diefstal is verdachte door winkelpersoneel bij de uitgang aangesproken. Getuige [slachtoffer5] zag dat verdachte hierop slaande bewegingen naar hem maakte, maar hem niet raakte. Getuige [slachtoffer6] zag dat verdachte bij de uitgang slaande bewegingen maakte.
Hierna is verdachte weggerend. Hij werd achtervolgd en is uiteindelijk overmeesterd door een aantal personen. Deze personen hebben verdachte naar de grond gewerkt en hem daar gehouden tot straatcoaches hem overnamen.
Getuige [slachtoffer6] en getuige [getuige1] hoorden dat verdachte, toen hij op de grond lag, heeft geroepen “ik kom jullie opzoeken, ik schiet jullie neer, jullie gaan dood”. Verdachte werd dat moment in bedwang gehouden door [getuige2] en [slachtoffer6]
Naar het oordeel van de rechtbank kunnen deze woorden voor verdachte slechts tot doel hebben gehad alsnog een vlucht mogelijk te maken. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat verdachte deze woorden heeft gebruikt om aan te geven dat hij pijn had.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op 30 juli 2011 te Tiel met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een aantal flesjes Salsa mix, geheel toebehorende aan het winkelbedrijf C1000 (de Kranshof 3 welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer5], [slachtoffer6], en/of [slachtoffer8], gepleegd met het oogmerk om die diefstal om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte wild om zich heen heeft geslagen en voornoemde personen dreigend de woorden:"Ik kom jullie opzoeken, ik schiet jullie neer, jullie gaan dood” heeft toegevoegd.
Ten aanzien van parketnummer 05/731118-11:
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 1 november 2011 te Tiel heeft verdachte tegen een ruit van de toegangsdeur van café Liberty en het daar bovengelegen appartementencomplex, gelegen aan het [adres], getrapt en geduwd. Hierdoor is deze ruit vernield. Deze ruit behoorde geheel of gedeeltelijk toe aan [slachtoffer9] dan wel aan [slachtoffer10].
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan vernieling van de ruit van de toegangsdeur.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het opzet ontbreekt omdat verdachte alleen wilde aangeven dat hij naar binnen wilde om kleding op te halen. Volgens de verdediging dient verdachte daarom te worden vrijgesproken van dit feit.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft verklaard dat hij tegen de ruit heeft geduwd en een karatetrap heeft gegeven. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de aard van deze gedragingen reeds de opzet op de vernieling van de ruit. Dat verdachte de ruit vernield heeft omdat hij kleding wilde ophalen, doet daar niet aan af. De rechtbank volgt het verweer van de verdediging dan ook niet.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op 01 november 2011 te Tiel, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van de toegangsdeur van café Liberty en het daar bovengelegen appartementencomplex gelegen aan het [adres], geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer9] en/of [slachtoffer10] heeft vernield door met kracht tegen die deur te trappen en door met kracht met zijn lichaam tegen die deur te duwen.
Ten aanzien van 05/730028-12:
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Feit 1
Op 7 januari 2012 werden spiegels van auto’s afgeschopt of afgeslagen. Deze auto’s betroffen:
omstreeks 16.30 uur, een Renault Megane Scenic [nummer] toehorend aan [slachtoffer11] ;
op 7 januari 2012 voor 17.15 uur, een Renault Megane Scenic [nummer], toebehorend aan [slachtoffer12] ;
omstreeks 16.00 uur, een BMW 318i [nummer], toebehorend aan [slachtoffer14] .
Voorts werden die dag in Tiel een houten tuinscherm van [slachtoffer13] en
Op 7 januari 2012 tussen 08.30 uur en 18.30 uur een Fiat Seicento [nummer] van [slachtoffer16] ingedeukt. .
Verdachte heeft die dag omstreeks 16.00 uur een aluminium tuinbankje van [slachtoffer14] vernield door dit op de grond te gooien
Feit 2
Aangever [slachtoffer17] werd op 7 januari 2012 omstreeks 16.25 uur op de Echteldsedijk in Tiel op zijn hoofd geslagen door een man. Tevens is aangever door de man aan de haren richting de grond getrokken. Aangever zag dat de handen van de man onder het bloed zaten. Bloed van de man zat in zijn haar. Aangever omschrijft die man als volgt: normaal postuur, kort geknipt haar, oorbel in het linkeroor, zwart leren jack, rond de 180 cm en rond de 30 jaar oud. Door deze gebeurtenissen heeft aangever pijn ondervonden.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1 en 2.
Het standpunt van de verdediging
Behalve de vernieling van het tuinbankje, kan verdachte zich ten aanzien van feit 1 niets herinneren. De verdediging heeft zich ten aanzien van de onder 1 tenlastegelegde vernielingen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging aangevoerd dat er geen letsel is toegebracht.
Beoordeling door de rechtbank
Getuige [getuige3] heeft verklaard dat hij op 7 januari 2011 omstreeks 16.30 uur zag dat verdachte op de Echteldsedijk te Tiel de linkerzijspiegel van een auto, (merk, type Megane Scenic) met kenteken [nummer] sloeg. Verdachte had bloed aan zijn rechterhand.
Getuige [getuige4] heeft gezien dat een man op 7 januari 2012 omstreeks 16.30 uur op de Echteldsedijk te Tiel tegen de buitenspiegels van twee auto’s van het merk Renault schopte. De man had kort haar en een zwart kort jack en een spijkerbroek aan. De verbalisanten die verdachte op 7 januari 2012 omstreeks 16.40 uur hebben aangehouden hebben gerelateerd dat verdachte gekleed was in een kort model lederen jas, kleur donkergroen, en een spijkerbroek. Hij had donkerblond en kort geschoren haar.
Aangever [slachtoffer14] heeft verklaard dat de BMW vernield is voor de [adres] te Tiel, zijnde de woning van aangever. Hij heeft gezien dat verdachte op 7 januari 2012 omstreeks 16.00 uur aan kwam lopen. Getuige [getuige5], op bezoek bij aangever [slachtoffer14], zag verdachte op 7 januari 2012 omstreeks 16.00 uur aan komen lopen. Hij zag dat verdachte door het dolle heen was. Hij hoorde geluiden van afbrekende spiegels
Aangeefster [slachtoffer16] had haar auto op 7 januari 2012 omstreeks 08.30 uur geparkeerd bij het tankstation op de Havendijk te Tiel. Zij omstreeks 18.30 uur terug kwam bij haar auto zag zij dat op de auto een flinke plas bloed lag.
Getuige [getuige6] heeft verklaard dat zij op 7 januari 2012 omstreeks 16.35 uur een harde klap tegen de deur van het tankstation aan de havendijk 13 te Tiel hoorde. Toen zij naar de deur van het tankstation keek, zag zij een agressieve man staan. Hij had zijn vuisten gebald en schreeuwde: “Fuck you”. Zij omschrijft de man als klein van postuur, kort haar en rond de dertig jaar oud. De man liep weg in de richting van de Echteldsedijk. Buiten werd zij aangesproken door een man die vertelde dat hij was geslagen door een man. Verbalisanten zagen dat de handen van verdachte onder het bloed zaten.
De rechtbank is van oordeel dat bovenstaande vernielingen en de mishandeling van aangever [slachtoffer17], gelet op de onderlinge samenhang en het tijdsverband bewezen kunnen worden.
Enkele getuigen kennen verdachte en het door de getuige opgegeven signalement komt overeen met de omschrijving die de verbalisanten van verdachte hebben gegeven. Voorts melden verschillende getuigen en de verbalisanten dat verdachte bloedt. Verdachte werd aangehouden op het Fabriekslaantje in Tiel . Deze straat is gelegen in de nabijheid van de Echteldsedijk, de Havendijk en de Haven.
De rechtbank is daarentegen van oordeel dat het door de getuige [getuige7] gegeven signalement van de dader te veel verschilt van de omschrijving van verdachte, zoals gegeven door de verbalisanten. Ook overweegt de rechtbank dat de locatie van dit delict zich niet in de directe omgeving van de andere feiten bevindt. Derhalve zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de vernieling van de Chevrolet Matiz.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 07 januari 2012 te Tiel opzettelijk en wederrechtelijk diverse goederen, geheel toebehorende aan, hier onder nader te noemen eigenaren, en aldus die goederen heeft vernield of beschadigd, te weten:
- een auto (merk Renault, type Megane Scenic) met kenteken [nummer] toebehorend aan [slachtoffer11]( door tegen een (auto)spiegel te slaan) (zaak 1) en
- een auto (merk Renault, type Megane Scenic) met kenteken [nummer] toebehorend aan [slachtoffer12] (door tegen een (auto)spiegel te schoppen) (zaak 2) en
- een (houten) tuinscherm toebehorend aan [slachtoffer13] (door tegen het houten) tuinscherm te trappen/schoppen ) (zaak 3) en
- een auto (merk BMW 318i) met kenteken [nummer] toebehorend aan [slachtoffer14] (door tegen een (auto)spiegel te slaan/schoppen) en een (aluminium) bankje toebehorend aan [slachtoffer14] (door dit (aluminium) bankje op grond te gooien) (zaak 4) en
- een auto (merk Fiat, type Seicento) met kenteken [nummer] toebehorend aan [slachtoffer16] (door tegen auto te schoppen/slaan) (zaak 7).
2.
hij op 07 januari 2012 te Tiel opzettelijk mishandelend [slachtoffer17], op het hoofd heeft geslagen en (vervolgens) voornoemde [slachtoffer17] aan de haren heeft getrokken (richting de grond), waardoor deze pijn heeft ondervonden (zaak 5).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05/188836-11:
Ten aanzien van feit 1:
Bedreiging met zware mishandeling
Ten aanzien van feit 2
Eenvoudige belediging, aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
Ten aanzien van feit 3
Wederspannigheid
Ten aanzien van parketnummer 05/721069-11:
Diefstal, gevolgd door geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
Ten aanzien van parketnummer 05/731118-11:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen
Ten aanzien van 05/730028-12:
Ten aanzien van feit 1
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen of beschadigen, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2
mishandeling
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van alle feiten onder genoemde parketnummers zal worden geplaatst in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren. Daarbij stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat de periode van het voorarrest niet in mindering behoefte te worden gebracht op de duur van de maatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest kan worden opgelegd. Daarnaast zou een voorwaardelijke straf kunnen worden opgelegd met de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich laat behandelen voor zijn verslavingsproblematiek in de Piet Roorda kliniek. Eventueel kan een ISD-maatregel als bijzondere voorwaarde worden opgelegd.
Mocht de rechtbank toch overwegen de ISD-maatregel op te leggen, dan verzoekt de verdediging de periode van het voorarrest op de duur van de maatregel in mindering te brengen.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de om¬stan¬dighe¬den waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, d.d. 30 januari 2012;
• een reclasseringsadvies betreffende verdachte, opgemaakt door M.L.B.H. van den Broek, d.d. 10 januari 2012;
• een reclasseringsadviezen betreffende verdachte, opgemaakt door B. Hermes, d.d. 2 december 2010, 17 oktober 2011 en 2 maart 2012, en
• een pro justitia rapport van psychiatrisch onderzoek, betreffende verdachte, opgemaakt door drs. H.A. Gerritsen, forensisch psychiater, d.d. 16 april 2012;
• een traject-consult betreffende verdachte, opgemaakt d.d. 16 januari 2012 door psychiater J.H. Verhoef.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
De door verdachte thans begane feiten zijn misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Verdachte is in de vijf jaren voorafgaande aan deze feiten ten minste drie (of meer) keer wegens een misdrijf onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf en/of maatregel of taakstraf veroordeeld. De rechtbank stelt vast dat verdachte de bewezenverklaarde feiten heeft begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en/of maatregelen.
In voormelde rapportages valt te lezen dat verdachte dagelijks alcohol drinkt en joints rookt en dat hij daarvan psychotisch kan worden wat vervolgens kan resulteren in agressief gedrag.
Verdachte heeft zich in het verleden niet behandeltrouw getoond. Ambulante behandelingen bij Kairos en begeleiding door Humanitas hebben, evenmin als klinische behandelingen, voor stabiliteit en recidivevermindering gezorgd. Voorts volgt uit die rapportages dat verdachte geen huisvesting, dagbesteding en steunend netwerk heeft. Deze combinatie van factoren zorgt ervoor dat verdachte delicten pleegt en dat het recidiverisico hoog blijft.
Gelet hierop, moet er naar het oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal plegen, zodat de veiligheid van personen en goederen het opleggen van de ISD-maatregel eist. De maatregel strekt derhalve tot beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van de verdachte.
Door verdachte is geweigerd mee te werken aan een onderzoek ten behoeve van een advies over de wenselijkheid of de noodzakelijkheid van de ISD-maatregel. In het hierboven genoemde rapport van psychiater Gerritsen is vermeld dat niet is gebleken van contra-indicaties voor het opleggen van de ISD-maatregel en wordt geadviseerd tot oplegging van de ISD-maatregel zodat in dat kader, eventueel na diagnostiek, een behandeling kan plaatsvinden.
Gezien hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders noodzakelijk is. Gelet voorts op het belang van beveiliging van de maatschappij en van beëindiging van de recidive van de verdachte zal de rechtbank de maatregel voor de (maximale) duur van (twee (2) jaren) opleggen en zal zij de tijd die door verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer14] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder parketnummer 05/730028-12 bewezenverklaarde feit 1. Gevorderd wordt een bedrag van € 325,85.
De benadeelde partij [slachtoffer12] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder parketnummer 05/730028-12 bewezenverklaarde feit 1. Gevorderd wordt een bedrag van € 308,46, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De benadeelde partij [slachtoffer11] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder parketnummer 05/730028-12 bewezenverklaarde feit 1. Gevorderd wordt een bedrag van € 76,76, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De benadeelde partij [slachtoffer15] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder parketnummer 05/730028-12 bewezenverklaarde feit 1. Gevorderd wordt een bedrag van € 210.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht dient te worden opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen verweer gevoerd met betrekking tot de vorderingen voor de benadeelde partijen.
Beoordeling door de rechtbank
De vordering van de benadeelde partijen [slachtoffer14], [slachtoffer12] en [slachtoffer11] zijn niet betwist door verdachte en komen de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal de vorderingen dan ook in het geheel toewijzen.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partij, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen. De gevorderde en toegewezen rente zijn daar niet bij inbegrepen.
Verdachte zal worden vrijgesproken voor zover de tenlastelegging ziet op de auto van de benadeelde partij [slachtoffer15]. Derhalve zal de vordering van deze benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 24c, 36f, 38m, 38n, 57, 180, 266, 267, 285, 300, 310, 312 en 350 van het Wetboek van Straf¬recht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 (twee) jaren.
Bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, niet in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer14]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer14], te betalen € 325,85 (driehonderd vijfentwintig euro en vijfentachtig eurocent).
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer14], te betalen € 325,85 (driehonderd vijfentwintig euro en vijfentachtig eurocent) bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 6 (zes) dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer12]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer12], te betalen € 308,46 (driehonderd acht euro en zesenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer12], te betalen € 308,46 (driehonderd acht euro en zesenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 6 (zes) dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer11]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer11], te betalen € 76,76 (zesenzeventig euro en zesenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer11], te betalen € 76,76 (zesenzeventig euro en zesenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 1 (één) dag, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer15]
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door mr. P.C. Quak (voorzitter), mr. J.J.H. van Laethem en mr. H.G. Eskes, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 mei 2012, zijnde de griffier buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.