ECLI:NL:RBARN:2012:BW5116

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
9 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/720085-12, 05/721168-11 en 05/720380-10(TUL)
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging en diefstal met geweld door een inwoner van Renkum

Op 9 mei 2012 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 35-jarige inwoner van Renkum, die werd beschuldigd van twee bedreigingen en een diefstal, gevolgd door geweld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien maanden en de verplichting tot schadevergoeding aan de slachtoffers. De zaak kwam ter terechtzitting op 25 april 2012, waar de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. B. Klunder. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers consistent waren en elkaar ondersteunden, terwijl de verklaring van de verdachte niet aannemelijk werd geacht. De rechtbank achtte de bedreigingen en de diefstal met geweld wettig en overtuigend bewezen. De verdachte had op 14 januari 2012 zijn moeder en een andere persoon bedreigd met een mes, en op 21 augustus 2011 had hij een diefstal gepleegd in een woning, waarbij hij geweld gebruikte tegen een buurman. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en het recidiverisico van de verdachte, die een strafblad had van meerdere pagina's. De rechtbank besloot dat er geen andere straf in aanmerking kwam dan een gevangenisstraf van langere duur, hoewel deze lager was dan de eis van de officier van justitie. Daarnaast werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf toegewezen, en werd de wettelijke rente over de schadevergoeding vanaf 21 augustus 2011 toegewezen. De rechtbank verklaarde het inbeslaggenomen vleesmes verbeurd en gelastte de teruggave van een geldbedrag aan de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Promis II
Parketnummer : 05/720085-12, 05/721168-11 (gevoegd ter zitting) en 05/720380-10 (TUL)
Datum zitting : 25 april 2012
Datum uitspraak : 9 mei 2012
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in Vught PPC, Lunettenlaan 501
Vught.
Raadsvrouw : mr. B. Klunder, advocaat te Amsterdam.
Officier van justitie : mr. J.C. Stikkelman
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is onder parketnummer 05/720085-12
tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 14 januari 2012 te Arnhem,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om opzettelijk [slachtoffer1]
van het leven te beroven, opzettelijk een mes, althans een scherp en/of puntig
voorwerp in de richting van die [slachtoffer1] heeft gehouden en/of gewezen en/of
hiermee stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van die [slachtoffer1],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 14 januari 2012 te Arnhem,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om aan [slachtoffer1]
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp in de richting van die [slachtoffer1]
heeft gehouden en/of gewezen en/of hiermee stekende bewegingen heeft gemaakt
in de richting van die [slachtoffer1],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 14 januari 2012 te Arnhem [slachtoffer1] heeft bedreigd met
enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, hierin
bestaande dat verdachte opzettelijk dreigend een mes, althans een scherp en/of
puntig voorwerp in de richting van die [slachtoffer1] heeft gehouden en/of gewezen
en/of hiermee stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van die
[slachtoffer1];
2.
hij op of omstreeks 14 januari 2012 te Arnhem [slachtoffer2] (zijn moeder)
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware
mishandeling, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk dreigend een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerp in de richting van die [slachtoffer2] heeft
gehouden en/of gewezen en/of hiermee stekende bewegingen heeft gemaakt in de
richting van die [slachtoffer2] en/of (daarbij) voornoemde [slachtoffer2] dreigend de woorden
heeft toegevoegd: "Je gaat er aan" en/of "Er gaan koppen rollen. Jouw kop gaat
er af en die van de hele familie [slachtoffer2]", althans woorden van gelijke dreigende
aard of strekking;
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, onder parketnummer 05/721168-11 tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 21 augustus 2011 te Lunteren, gemeente Ede, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk
van wederrechtelijke toeëigening uit een woning (gelegen aan [adres]) heeft
weggenomen
- een filmcamera, merk LCD, kleur blauw en/of
- een mobiele telefoon, merk Nokia, type 2720a-2, kleur zwart en/of
- een nylontasje, kleur zwart, met inhoud bestaande uit, 82,87 euro, althans
een geldbedrag en/of een rekenmachine en/of pennen en/of stickers, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer3], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen [slachtoffer4] (buurman), gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, die [slachtoffer4] (met kracht) op/tegen het gezicht, althans het hoofd, heeft geslagen en/of gestompt;
1a. De vordering na voorwaardelijke veroordeling
Bij de stukken bevindt zich een vordering na voorwaardelijke veroordeling onder het (in de kop van het vonnis genoemde) parketnummer 05/720380-10.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaken zijn op 25 april 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. B. Klunder, advocaat te Amsterdam.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte met betrekking tot parketnummer 05/721168-11 ter zake van het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde en met betrekking tot het onder parketnummer 05/721168-11 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Voorts heeft de officier van justitie verzocht om de vordering na voorwaardelijke veroordeling toe te wijzen.
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Parketnummer 05/720085-11, ter zake van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde
De rechtbank is van oordeel dat het onderhavige dossier en het verhandelde ter terechtzitting onvoldoende feitelijk gegevens opleveren om aan te nemen dat verdachte opzet heeft gehad op de dood dan wel op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel van
[slachtoffer1]. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Parketnummer 05/720085-11, ter zake van het onder 1 meer subsidiair en 2 tenlastegelegde
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte was op 14 januari 2012 in een woning aan de [adres] in Arnhem . In deze woning waren ook [slachtoffer2], zijnde de moeder van verdachte, en [slachtoffer1] aanwezig . Tussen verdachte, diens moeder en [slachtoffer1] was ruzie ontstaan . Bij verdachte is bij zijn aanhouding een mes inbeslaggenomen .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat de verklaring van aangeefster [slachtoffer2] en de aangifte van [slachtoffer1] voldoende bewijs bieden om beide bedreigingen bewezen te verklaren.
Het standpunt van de verdediging
Door verdachte is ontkend dat hij met een mes [slachtoffer1] dan wel zijn moeder heeft bedreigd is. Daarnaast heeft verdachte ook ontkend zijn moeder mondeling te hebben bedreigd. Verdachte heeft verklaard door zijn moeder en [slachtoffer1] te zijn bedreigd.
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt als volgt.
De moeder van verdachte verklaart dat verdachte op een gegeven moment een mes uit zijn binnenzak haalde en tegelijkertijd tegen haar zei “Er gaan koppen rollen. Jouw kop gaat
er af en die van de hele familie [slachtoffer2]" . Verdachte hield daarbij de punt van het mes naar boven gericht . Verdachte stak toen een aantal keren met de punt van het mes in de richting van haar buik. Ook maakte verdachte een steekbeweging met het mes, met de punt naar voren, richting [slachtoffer1] .
Verdachte verklaart ook zelf dat er ruzie is geweest en dat er een mes bij de ruzie is gebruikt .
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de verklaringen van aangeefster [slachtoffer2] en [slachtoffer1]. De verklaringen zijn consistent en ondersteunen elkaar op belangrijk onderdelen. Daarnaast verklaart verdachte zelf wisselend over hetgeen gebeurd is. Daarom acht de rechtbank de verklaring van verdachte niet aannemelijk. De rechtbank zal dan ook uitgaan van de lezing van [slachtoffer2] en [slachtoffer1]. De rechtbank zal het onder feit 1 meer subsidiair en 2 tenlastegelegde dan ook bewezen verklaren.
Parketnummer 05/721168-11
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte is op 21 augustus 2011 in een woning geweest te Lunteren . Uit deze woning zijn gestolen een filmcamera, merk LCD, kleur blauw, een mobiele telefoon, merk Nokia, type 2720a-2, kleur zwart, een nylontasje, kleur zwart, met daarin geld, een rekenmachine, pennen en stickers . Deze goederen behoorden toe aan [slachtoffer3] . [slachtoffer4] heeft verdachte aangesproken toen hij zich in de woning van [slachtoffer3] bevond . Daarbij heeft [slachtoffer4] de deur voor verdachte proberen dicht te houden
Het standpunt van de verdediging
Door verdachte is ontkend dat hij de in de tenlastelegging genoemde goederen heeft gestolen dan wel dat hij [slachtoffer4] heeft geslagen of gestompt. Verdachte heeft daartoe betoogd dat hij in de woning was om te zoeken naar oud ijzer.
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat de verklaring van aangever en de aangiften van [slachtoffer3] en [slachtoffer4] voldoende bewijs bieden om beide tenlastegelegde bedreigingen bewezen te verklaren.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de verklaring van de heer [slachtoffer4]. Te meer nu verdachte ook heeft verklaard dat hij in de woning is geweest, hij door [slachtoffer4] is aangesproken en dat deze de deur voor verdachte heeft proberen dicht te houden. [slachtoffer4] heeft verklaard dat verdachte hem in het gezicht heeft gestompt, toen [slachtoffer4] de deur probeerde dicht te houden en dat verdachte daarna de woning uitrende .
De verklaring van verdachte dat hij in de woning was om oud ijzer te zoeken acht de rechtbank niet aannemelijk. Met name niet omdat de wijze waarop verdachte heeft gehandeld niet duidt op het zoeken naar oud ijzer. Immers verdachte is zonder iemand aan te spreken de woning ingegaan en is zijn zoektocht pas gestopt toen hij door [slachtoffer4] werd aangesproken.
De rechtbank acht het onder 2 tenlastegelegde bewezen, met dien verstande dat de rechtbank verdachte zal vrijspreken voor het medeplegen. De rechtbank is van oordeel dat het onderhavige dossier en het verhandelende ter terechtzitting onvoldoende aanknopingspunten bieden om aan te nemen dat verdachte het feit tezamen en in verenging met een ander zou hebben gepleegd.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de navolgende tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
Parketnummer 05/720085-11
1 meer subsidiair.
hij op 14 januari 2012 te Arnhem [slachtoffer1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk dreigend een mes, in de richting van die [slachtoffer1] heeft gehouden en hiermee stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van die
[slachtoffer1];
2.
hij op 14 januari 2012 te Arnhem [slachtoffer2] (zijn moeder)
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk dreigend een mes, in de richting van die [slachtoffer2] heeft gehouden en hiermee stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van die [slachtoffer2] en daarbij voornoemde [slachtoffer2] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Je gaat er aan" en "Er gaan koppen rollen. Jouw kop gaat
er af en die van de hele familie [slachtoffer2]",
Parketnummer 05/721168-11
hij op 21 augustus 2011 te Lunteren, gemeente Ede, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning (gelegen aan [adres]) heeft weggenomen
- een filmcamera, merk LCD, kleur blauw en
- een mobiele telefoon, merk Nokia, type 2720a-2, kleur zwart en/of
- een nylontasje, kleur zwart, met inhoud bestaande uit een geldbedrag en een rekenmachine en pennen en stickers, toebehorende aan [slachtoffer3], welke diefstal werd gevolgd van geweld tegen [slachtoffer4] (buurman), gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat verdachte die [slachtoffer4] met kracht op/tegen het gezicht, heeft gestompt;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/720085-11
Ten aanzien van feit 1 meer subsidiair:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Ten aanzien van feit 2:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Parketnummer 05/721168-11
Diefstal, gevolgd van geweld gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad zichzelf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolen te verzekeren
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is strafbaar
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat het inbeslaggenomen vleesmes zal worden ontrokken aan het verkeer en dat het in beslag genomen geldbedrag wordt teruggegeven aan verdachte/de rechthebbende.
Het standpunt verdediging
Door de verdediging is verzocht om de strafeis die door de officier van justitie is gevorderd te matigen. De verdediging kan zich wel vinden in het voorstel van de officier van justitie met betrekking tot het beslag.
De beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 12 april 2012
• een (beknopt) Reclasseringsadvies van Iriszorg, gedateerd 11 november 2011, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een tweetal bedreigingen en een diefstal met geweld, op de wijze zoals is bewezenverklaard. Verdachte is daarbij met de nodige brutaliteit te werk gegaan en heeft geen enkel respect voor de eigendommen en de persoonlijke belangen van anderen..
Verdachte heeft de slachtoffers met zijn handelen schrik en angst aangejaagd. Daarnaast draagt verdachtes handelen bij aan gevoelens van onveiligheid die in de samenleving bestaan.
Verdachte heeft geweigerd mee te werken aan het opmaken van een voorlichtingsrapport zodat over zijn persoonlijke omstandigheden niet veel bekend is geworden.
In het reclasseringadvies wordt verdachte omschreven als een veelpleger die een strafblad heeft van meerdere pagina’s. Verdachte wenst niet mee te werken aan het adviesrapport. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. De reclassering schrijft dat uit eerdere over verdachte opgemaakte rapportages is gebleken dat verdachte zich niet kan of wil houden aan afspraken of aanwijzingen van de reclassering.
Uit het aangehaalde uittreksel uit het algemeen documentatieregister blijkt voorts dat verdachte reeds vele malen is veroordeeld ter zake soortgelijke delicten.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak geen andere straf in aanmerking komt dan een gevangenisstraf van langere duur. De op te leggen straf is lager dan de officier van justitie heeft gevorderd. Dat vindt zijn reden in de omstandigheid dat de rechtbank de poging doodslag en subsidiair de poging zware mishandeling niet bewezen oordeelt.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer3] heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade. De benadeelde partij vordert een bedrag van
€ 172,87 te vermeerderen met wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering toe te wijzen.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is betoogd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering nu verdachte dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht het voldoende onderbouwd en aannemelijk dat het slachtoffer door het bewezenverklaarde feit schade heeft geleden. De rechtbank zal dan ook de vordering toewijzen
De rechtbank zal tevens de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2011 toewijzen en de maatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht toepassen.
6b. Beslag
De rechtbank van oordeel dat het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven vleesmes dient te worden verbeurdverklaard nu het een voorwerp betreft waarmee de bij parketnummer 05/720085-12, onder 1 meer subsidiair en 2 bewezenverklaarde feiten zijn gepleegd;
het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven geld dient te worden teruggegeven aan de verdachte.
6c. De beoordeling van de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling onder het parketnummer 05/720380-10
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering toe te wijzen.
De beoordeling door de rechtbank
Op grond van het verhandelde ter terechtzitting acht de rechtbank de feitelijke grondslag van de vordering van de officier van justitie juist. Verdachte heeft zich na het ingaan van de proeftijd wederom schuldig gemaakt aan strafbare feiten.
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigt het voorgaande zonder meer een onverkorte tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 6 maanden. De rechtbank zal dan ook de vordering toewijzen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14g, 14h, 14i, 14j, 27, 24c, 33, 33a, 36f, 57, 285, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij met betrekking tot het onder parketnummer 05/720085-11, onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van veertien (14) maanden.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven vleesmes
Beveelt teruggave van het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven geld aan de verdachte.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer3].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer3], te betalen € 172,87 (zegge honderd tweeënzeventig euro en zevenentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2011.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 172,87, subsidiair 3 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer3], te betalen € 172,87 (zegge honderd tweeënzeventig euro en zevenentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2011, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 05/801739-07
Wijst de vordering toe en gelast de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige kamer te Arnhem van 13 juli 2011 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 6 maanden.
Aldus gewezen door mr. H.P.M. Kester-Bik, als voorzitter, mr. I.P.H.M. Severeijns, mr. H.G. Eskes, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G. Croes, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 mei 2012.