RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Parketnummer : 05/800155-11
Data zittingen : 10 mei 2011, 25 juli 2011, 26 september 2011, 12 december 2011 en
23 april 2012
Datum uitspraak : 7 mei 2012
Vonnis van de militaire kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
thans verblijvende in FPK Assen, Dennenweg 9 te Assen.
Raadsman : mr. E.C. Kerkhoven, advocaat te 's-Gravenhage.
Officier van justitie : mr. S.Z. Wiarda
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is na wijziging van de tenlastelegging tenlastegelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van januari 2004
tot en met 22 februari 2011 te Monster, gemeente Westland en/of in Wezep,
gemeente Oldebroek in ieder geval in Nederland,
(in totaal) ruim/circa 601, althans een aantal afbeeldingen/multimediafiles (te
weten foto('s) en/of filmfragment(en)),
dan wel één of meerdere gegevensdragers (te weten één of meerdere harde
schijven van een desktop (merk Dell, type Dimension 8100) en/of een USB stick
van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen
is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, die (kennelijk) de leeftijd
van 18 jaar nog niet had(den) bereikt
in zijn bezit heeft gehad en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst
zich de toegang daartoe kon/heeft verschaffen/verschaft
welke afgebeelde seksuele gedraging(en) is algemene zin (telkens)
bestaat/bestaan uit (een) geheel en/of (gedeeltelijk) ontkle(e)d(e)
minderjarige(n) die
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/zijn/hun
geslachtsde(e)l(en) nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, met het
kennelijke doel om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- masturbeert/masturberen en/of
- ontuchtig wordt/worden betast en/of
- door een penis en/of (een) vinger(s), dan wel een vibrator, althans een
voorwerp, wordt/worden gepenetreerd in de vagina en/of de mond en/of de anus
van welke afgebeelde gedraging(en) een selectie bestaat
- een foto (naam:[..] .jpg) (Tussen de 10 en 14 jaar oud) waarop te
zien is een geheel naakt blank meisje dat ligt in een kamer op haar linkerzij
op een bed. Zij steunt op haar linkerarm en kijkt in de camera. Zij heeft haar
benen gespreid waarbij haar rechterbeen is opgetrokken waardoor de aandacht
van de foto is gericht op haar vagina. (Blz 334 pv)
- een foto (naam: [...].jpg) (Tussen de 10 en de 12 jaar oud) waarop een blank
meisje buiten staat voor een groene struik. Zij is gekleed is een blauw/witte
jurk. Voor haar ogen is een wazig balkje gefotoshopt kennelijk met de
bedoeling haar onherkenbaar te maken.
Met haar beide handen trekt zij de onderkant van haar jurk omhoog tot aan
haar navel. Hierdoor is de aandacht van de foto gericht op haar blote vagina.
Van dat zelfde meisje zijn nog 25 foto's aangetroffen (serie) waarop zij naakt
danwel gedeeltelijk naakt poseert. (Blz 334 pv)
- een foto (naam: [...].jpg) (Tussen de 10 en 13 jaar oud) Geheel
naakt blank meisje ligt op haar rug op een bed in een kamer. zij ligt op haar
billen en onderrug en met haar hoofd en bovenlichaam op een kussen. Zij houdt
haar hoofd schuin en kijkt in de camera. Zij heeft haar beide bovenbenen wijd
gespreid en haar beide onderbenen opgetrokken. Daarbij houdt zij haar beide
armen langs haar lichaam naar beneden en houdt met haar beide handen haar
voeten vast. Door deze houding is de aandacht van de foto gericht op haar
vagina. (Blz 450 pv)
- een foto (naam: [...]) (Kennelijk tussen de 11-14 jaar oud) Twee meisjes
gekleed in een rode string liggen op een deken. Ze liggen op hun rug, bijna
tegen elkaar aan. Beide meisjes kijken in de camera, kennelijk vrolijk. Alle
twee de meisjes hebben een hand op de vagina van het andere meisje liggen.
(Blz 465 pv)
- een foto (naam: [...]) (Kennelijk tussen de 11-14 jaar oud) Een meisje
staat met haar armen in haar zij in een woonkamer. Ze draagt een roze slip. Ze
kijkt richting plafond. Een onderarm en hand van een andere persoon zijn ook
zichtbaar op de foto. De hand ligt tegen/op de vagina van het meisje.
(Blz 465 pv)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt:
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 24 november 2007 tot en met 22 februari 2011 te Monster, gemeente Westland, althans in Nederland (telkens), ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig zoon, [slachtoffer],
geboren op 24 november 2007, bestaande die ontucht hierin dat hij verdachte
- (aan) de (stijve) penis van [slachtoffer] heeft gelikt en/of in zijn verdachtes mond heeft gestoken en/of - de (stijve) penis van [slachtoffer] tussen zijn vingers heeft vastgepakt/ vastgehouden en/of heeft "gekneed" en/of
- zijn, verdachtes, (stijve) penis tegen de mond van [slachtoffer] heeft gedrukt en/of gehouden en/of
- [slachtoffer] verdachtes (stijve) penis heeft laten vastpakken en/of vasthouden en/of met zijn hand(jes) de voorhuid op en neer heeft laten bewegen;
hij op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 24 november 2007 tot en met 22 februari 2011 te Monster, gemeente Westland, (telkens), (opzettelijk) handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het bij een ander in de mond steken van zijn, verdachtes, (stijve) penis , heeft gepleegd met [slachtoffer], geboren op 24 november 2007, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 23 april 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. E.C. Kerkhoven, advocaat te 's-Gravenhage.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd en is ter terechtzitting verschenen: [naam], namens [slachtoffer], met als raadsman, mr. S. van der Eijk, advocaat te Wateringen.
De officier van justitie, mr. S.Z. Wiarda, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3a. Bevoegdheid militaire kamer
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer verklaart zich onbevoegd ten aanzien van de onder feit 1 ten laste gelegde periode voor zover dit betreft “januari 2004 tot 23 mei 2005”. Pas op 23 mei 2005 is verdachte als militair in dienst getreden. De militaire kamer is slechts bevoegd een oordeel te geven over de ten laste gelegde feiten vanaf die datum.
3b. Partiële nietigheid dagvaarding
De officier van justitie stelt dat de dagvaarding ten aanzien van de 601 afbeeldingen/multimediafiles met uitzondering van de vijf uitgeschreven foto’s, partieel nietig zal moeten worden verklaard, gelet op het arrest van de Hoge Raad van 20-11-2011, LJN BS1739.
De verdediging heeft zich hierbij aangesloten.
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat de dagvaarding ten aanzien van de 596 niet-omschreven mediabestanden/afbeeldingen onder feit 1, partieel nietig moet worden verklaard. Niet duidelijk is om welke mediabestanden/afbeeldingen het gaat. Het dossier is daarover ook onvoldoende duidelijk. Dit klemt temeer nu de Koninklijke Marechaussee de raadsman desgevraagd niet kon vertellen welke specifieke mediabestanden/afbeeldingen als kinderporno waren beoordeeld.
3c. De beslissing inzake het bewijs
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
• proces-verbaal, betreffende het algemeen overzicht van het opsporingsonderzoek, opgemaakt door opperwachtmeester [verbalisant], p. 4-6;
• de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 april 2012.
• Het opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (multimedia), p. 334.
• Het opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (multimedia), p. 450.
• Het opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (multimedia), p. 465.
Wat betreft de periode en pleegplaats overweegt de militaire kamer als volgt. Zij acht wettig en overtuigend bewezen dat de feiten van januari 2006 tot en met 22 februari 2011 zijn gepleegd te Wezep. Vanaf januari 2006 was verdachte gelegerd op de kazerne te Wezep en op 22 februari 2011 is de kinderporno op zijn kamer op de kazerne te Wezep aangetroffen. Voor de periode daarvoor wordt verdachte vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 2 en 3 ten laste gelegde
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 24 november 2007 is [slachtoffer] geboren uit het huwelijk tussen [naam] en verdachte. Verdachte is de vader van [slachtoffer]. Verdachte is op momenten alleen geweest met [slachtoffer]. Verdachte heeft verklaard dat hij in de periode van 24 november 2007 tot 22 februari 2011 in zijn woning in Monster, meermalen ontucht gepleegd met [slachtoffer]. De ontucht bestond uit
- het aan de (stijve) penis van [slachtoffer] likken en het in de mond steken van die (stijve) penis van [slachtoffer]
- de (stijve) penis van [slachtoffer] tussen vingers vastpakken/vasthouden en het kneden van die (stijve) penis
- zijn, verdachtes, (stijve) penis tegen de mond van [slachtoffer] drukken en/of gehouden
- [slachtoffer] verdachtes (stijve) penis laten vastpakken en/of vasthouden en/of met zijn hand(jes) de voorhuid op en neer heeft laten bewegen.
Op 24 november 2007 is [slachtoffer] geboren uit het huwelijk tussen [naam] en verdachte. Verdachte is de vader van [slachtoffer]. Verdachte is op momenten alleen geweest met [slachtoffer]. Verdachte heeft verklaard dat hij in de periode van 24 november 2007 tot 22 februari 2011 in de woning in Monster, zijn (stijve) penis in de mond van [slachtoffer] gestoken.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 2 en 3.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat bij feiten 2 en 3 sprake is van een “nuda confessio” in de zin van artikel 341 lid 4 Wetboek van Strafvordering. Naast de bekennende verklaring van verdachte bevat het dossier geen steunbewijs waarbij verdachte niet de bron is, voor ontucht en het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer]. Verdachte dient daarvan te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
[naam] heeft aangifte gedaan namens haar zoon. In deze aangifte staat dat verdachte tijdens het voeden of als aangeefster naar de stad of dokter was alleen was met [slachtoffer].
Ter terechtzitting heeft aangeefster [naam] voorts een door haar opgestelde schriftelijke verklaring overgelegd die in het dossier is gevoegd. Hierin staat dat [slachtoffer] precies weet te vertellen wat zijn vader met hem gedaan heeft en dat hij droomt van zijn vader en allemaal piemels. Ook heeft hij gezegd dat papa niet aan zijn “piem” mag zitten.
Op 26 maart 2007, aldus voor de geboorte van [slachtoffer], heeft verdachte ge-sms’t, met een andere persoon, [naam]. De telefoon van deze [naam] is in beslag genomen en de sms berichten veiliggesteld. In de uitgewisselde sms berichten schrijft verdachte dat hij vader zou worden en dat hij wel een foto van het kutje of pikje zou maken als het kindje geboren zou zijn. Ook heeft verdachte aangeboden dat die andere persoon ook wel even aan het kindje mag voelen.
De militaire kamer is van oordeel dat:
- de aangifte van de Moeder van [slachtoffer], waaruit blijkt dat verdachte de gelegenheid heeft gehad om de ten laste gelegde feiten te plegen omdat er momenten zijn geweest dat verdachte alleen was met [slachtoffer];
- de door haar overgelegde verklaring over het gedrag en de woorden van [slachtoffer], waaruit blijkt dat [slachtoffer], nu hij wat ouder is geworden en zich beter verbaal kan uitdrukken, zijn vader associeert met piemels en
- de veiliggestelde sms-berichten, waaruit blijkt dat verdachte [slachtoffer] al voor zijn geboorte tegenover een derde als een seksueel object aanduidde, de gedetailleerde, consequente, volhardende en uitdrukkelijk bekentenissen van verdachte voldoende ondersteunen om niet alleen tot een overtuigende maar ook tot een wettige bewezenverklaring te komen.
Er is dus geen sprake van een “nuda confessio” in de zin van artikel 341 lid 4 Wetboek van Strafvordering.
De militaire kamer acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van januari 2006 tot en met 22 februari 2011 te Monster, in Wezep, gemeente Oldebroek ,
een aantal afbeeldingen/multimediafiles (te weten foto('s) van telkens seksuele gedraging waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt
in zijn bezit heeft gehad welke afgebeelde seksuele gedraging is algemene zin telkens bestaat uit (een) geheel en/of (gedeeltelijk) ontkle(e)d(e) minderjarige(n) die
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar hun geslachtsde(e)l(en) nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, met het kennelijke doel om seksuele prikkeling op te wekken en
- ontuchtig wordt/worden betast en/of
van welke afgebeelde gedraging(en) een selectie bestaat
- een foto (naam: [...].jpg) (Tussen de 10 en 14 jaar oud) waarop te zien is een geheel naakt blank meisje dat ligt in een kamer op haar linkerzij op een bed. Zij steunt op haar linkerarm en kijkt in de camera. Zij heeft haar benen gespreid waarbij haar rechterbeen is opgetrokken waardoor de aandacht van de foto is gericht op haar vagina. (Blz 334 pv)
- een foto (naam: [...].jpg) (Tussen de 10 en de 12 jaar oud) waarop een blank meisje buiten staat voor een groene struik. Zij is gekleed is een blauw/witte jurk. Voor haar ogen is een wazig balkje gefotoshopt kennelijk met de bedoeling haar onherkenbaar te maken. Met haar beide handen trekt zij de onderkant van haar jurk omhoog tot aan haar navel. Hierdoor is de aandacht van de foto gericht op haar blote vagina. (Blz 334 pv)
- een foto (naam: [...].jpg) (Tussen de 10 en 13 jaar oud) Geheel naakt blank meisje ligt op haar rug op een bed in een kamer. zij ligt op haar billen en onderrug en met haar hoofd en bovenlichaam op een kussen. Zij houdt haar hoofd schuin en kijkt in de camera. Zij heeft haar beide bovenbenen wijd gespreid en haar beide onderbenen opgetrokken. Daarbij houdt zij haar beide armen langs haar lichaam naar beneden en houdt met haar beide handen haar voeten vast. Door deze houding is de aandacht van de foto gericht op haar vagina. (Blz 450 pv)
- een foto (naam: [...] )(Kennelijk tussen de 11-14 jaar oud) Twee meisjes gekleed in een rode string liggen op een deken. Ze liggen op hun rug, bijna tegen elkaar aan. Beide meisjes kijken in de camera, kennelijk vrolijk. Alle twee de meisjes hebben een hand op de vagina van het andere meisje liggen. (Blz 465 pv)
- een foto (naam: [...]) (Kennelijk tussen de 11-14 jaar oud) Een meisje staat met haar armen in haar zij in een woonkamer. Ze draagt een roze slip. Ze kijkt richting plafond. Een onderarm en hand van een andere persoon zijn ook zichtbaar op de foto. De hand ligt tegen/op de vagina van het meisje. (Blz 465 pv)
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 24 november 2007 tot en met 22 februari 2011 te Monster, gemeente Westland, telkens, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig zoon, [slachtoffer], geboren op 24 november 2007, bestaande die ontucht hierin dat hij verdachte
- (aan) de (stijve) penis van [slachtoffer] heeft gelikt en/of in zijn verdachtes mond heeft gestoken en
- de (stijve) penis van [slachtoffer] tussen zijn vingers heeft vastgepakt/ vastgehouden en/of heeft "gekneed" en
- zijn, verdachtes, (stijve) penis tegen de mond van [slachtoffer] heeft gedrukt en/of gehouden en
- [slachtoffer] verdachtes (stijve) penis heeft laten vastpakken en/of vasthouden en/of met zijn hand(jes) de voorhuid op en neer heeft laten bewegen;
3.
hij in de periode van 24 november 2007 tot en met 22 februari 2011 te Monster, gemeente Westland, opzettelijk een handeling die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het bij een ander in de mond steken van zijn, verdachtes, (stijve) penis, heeft gepleegd met [slachtoffer], geboren op 24 november 2007, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewe¬zen. Verdach¬te moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
“het een gewoonte maken van het in bezit hebben van afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand, die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken”
“Ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd”
Ten aanzien van de feit 3:
“met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam”
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
Primair heeft de officier van justitie geëist dat de behandeling van deze zaak wordt aangehouden in afwachting van een nadere rapportage en een indicatiestelling zodat aan verdachte terbeschikkingstelling met voorwaarden kan worden opgelegd.
Subsidiair heeft de officier van justitie geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde op te leggen reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt behandeling bij FPK Assen of een soortgelijke instelling waarbij verdachte dient mee te werken aan controle op elk moment door de reclassering op zijn PC en/of het internetgedrag waarbij een proeftijd van 2 jaar geldt en met een proeftijd van 10 jaren voor de algemene voorwaarde dat verdachte geen strafbaar feit pleegt. Voorts dient aftrek plaats te vinden van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie is tot deze eis gekomen vanwege het feit dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan drie ernstige feiten waarbij het lijkt alsof de geboorte van zijn zoontje [slachtoffer] voor verdachte als doel had seksueel misbruik mogelijk te maken. Daarnaast maakt verdachte zich volgens de officier van justitie gedurende langere tijd en bij herhaling schuldig aan het downloaden dan wel uitwisselen van kinderpornografische afbeeldingen. Zelfs een eerdere waarschuwing van de politie hieromtrent in 2000 heeft hem er niet van weerhouden om op oudere leeftijd zich hier wederom schuldig aan te maken. Een behandeling voor een langere duur dan twee jaar, zoals ook geadviseerd door reclassering, is dan ook op zijn plaats. Daarna zou verdachte ook nog lange tijd moeten worden begeleid. Nu een dergelijk lange proeftijd, aldus de officier van justitie, wettelijk niet mogelijk is, dient een tbs met voorwaarden opgelegd te worden.
Het standpunt van de verdediging
Indien verdachte niet wordt vrijgesproken van feit 2 en 3 is de verdediging subsidiair van mening dat een voorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur gepast is. De verdediging vraagt hierbij aandacht voor de positie van verdachte die immers alles is kwijtgeraakt. Daarnaast is voortzetting van de ingezette behandeling in het belang van zowel verdachte als van de samenleving. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur zou het behandeltraject doorkruizen.
Meer subsidiair vraagt de verdediging een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de militaire kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de om¬stan¬dighe¬den waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 24 februari 2011; en
• een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, d.d. 23 februari 2011, 13 september 2011, 7 december 2011 en 20 april 2012, betreffende verdachte;
• een multidisciplinair rapport van drs. J.A.M. Gresnigt, klinisch psycholoog, gedateerd 20 mei 2011 en van drs. P.A. de Mon, psychiater, gedateerd 28 mei 2011.
De militaire kamer overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft met zijn eigen zoon, die toen nog geen drie jaar was, meermalen seksuele en ontuchtige handelingen verricht die mede bestonden uit het binnendringen van zijn lichaam en het betasten van en likken aan zijn geslachtdeel. Daarnaast heeft verdachte al voor de geboorte van zijn zoon aan een ander via SMS laten weten dat hij vader wordt en dat hij foto’s van het geslachtsdeel zou maken en dat de ander ook aan het kindje mocht voelen. Verdachte heeft zowel gedurende het onderzoek als tijdens de zitting meerdere keren verklaard dat er sprake is van een dwangmatig gevoel en dat hij ziek is.
Het moet niet worden uitgesloten, zoals ook uit het ter terechtzitting overlegde schriftelijke bescheid opgemaakt door de moeder van [slachtoffer] ([naam]) lijkt te volgen, dat de zoon van verdachte door de feiten ernstige problemen zal ondervinden in zijn ontwikkeling. Verdachte heeft op ernstige wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen van zijn kind en diens lichamelijke integriteit op grove wijze geschaad.
De militaire kamer neemt het verdachte daarbij zeer kwalijk dat hij al voor de geboorte van zijn kind met de gedachte van seksueel misbruik speelde en dat hij, zich dit realiserende, zoals hij tijdens de zitting verklaarde, geen hulp hiervoor heeft gezocht en dat hij aan een ander zowel voor als na de geboorte middels email dan wel sms contacten van het (voorgenomen en daadwerkelijke) misbruik in kennis heeft gesteld.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het op meerdere tijdstippen in het bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. Weliswaar is het bezit van slechts 5 afbeeldingen bewezen verklaard maar verdachte heeft zelf aangegeven dat het om een veel grotere hoeveelheid ging. Dit zijn zeer ernstig feiten. Bij productie van dergelijke afbeeldingen worden kinderen op aangrijpende wijze seksueel misbruikt door volwassenen die hen juist tegen dit soort handelen in bescherming behoren te nemen. Het behoeft geen betoog dat dergelijk misbruik zeer nadelige gevolgen kan hebben (in de zin van psychische, emotionele en lichamelijke schade) voor de desbetreffende kinderen en dat zij hierdoor ernstig kunnen worden geschaad in hun verdere ontwikkeling. Verdachte heeft door het bezit van een hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van dergelijke verwerpelijke praktijken.
De militaire kamer sluit aan bij hetgeen door psycholoog drs. J.A.M. Gresnigt en psychiater drs. P.A. de Mon in hun rapporten naar voren is gebracht, waaraan het volgende wordt ontleend:
“Bij de heer [verdachte] is sprake van een ziekelijke stoornis in termen van pedofilie en alcoholafhankelijkheid. Er is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens in termen van ontwijkende persoonlijkheidsstoornis (…..) Ook ten tijde van het ten laste gelegde was er sprake van de genoemde pedofilie en persoonlijkheidsstoornis en speelden alcoholgebruik veelal een rol.(….) hij dient als verminderd toerekeningsvatbaar te worden beschouwd.” Op basis van hun onderzoeken concluderen de deskundigen dat er sprake is van een hoog recidiverisico voor wat betreft het bezit van kinderporno en seksueel ontuchtige handelingen met minderjarigen, onder andere gelet op het feit dat verdachte reeds jarenlang bezig is met seksueel deviant en strafbaar gedrag. Door zijn persoonlijkheidsstoornis is verdachte erg geremd in het leggen van gezonde sociale contacten. Daarbij wordt in ogenschouw genomen het feit dat door de alcoholafhankelijkheid zijn gewetenfuncties worden geremd. “Significant zijn echter zijn pedofiele ontwikkeling, het sterk obsessieve en dwangmatige karakter van zijn seksueel deviante gedrag en het gegeven dat hij al vele jaren worstelt met seksueel deviante fantasieën en handelingen, met name het bekijken van kinderporno.”. Verdachte beschikt over weinig adequate copingstrategieën om frustraties en sterke drang naar seks te controleren. “De kans op recidive wordt vergroot door de sociale marginale positie waarin hij dreigt te komen door ontslag, scheiding en ontbreken adequaat steunend sociaal netwerk.”. Mede gelet op recente maatschappelijke ontwikkelingen rond pedoseksuele delicten en kinderporno zal een terugkeer in maatschappij beladen zijn. Positief is de oprechte motivatie voor behandeling, enig ziektebesef en probleeminzicht. Verdachte toont zich voldoende intelligent is om van een behandeling te profiteren. Desalniettemin wordt de kans op recidive als hoog ingeschat.
Behandeling is zeer aangewezen om de herhalingskans te verkleinen waarbij klinisch behandeling de voorkeur verdient. “Een dag- poliklinische klinische setting biedt hem naar alle waarschijnlijkheid te weinig grenzen en structuur mede omdat hij dan in de avonden en weekenden elders zal moet verblijven, met als gevolg dat hij zijn (pedo-)seksuele impulsen onvoldoende zal kunnen controleren en de kans bestaat dat hij spanningen en onlustgevoelens wederom gaat seksualiseren in pedoseksueel gedrag.”.
“Een klinische behandeling zou kunnen worden verzorgd door een forensische psychiatrische kliniek met expertise op het gebied van seksueel delictgedrag, zoals de FPK Assen.”.
Reclassering heeft zich bij dit advies aangesloten. Er is een indicatiestelling afgegeven en verdachte is op 13 april 2012 overgeplaatst naar de FPK te Assen, nadat hij op de FPA te Heiloo was opgenomen geweest in het kader van een proefbehandeling.
De militaire kamer acht, gelet op de bijzondere ernst van de feiten, zoals hierboven geschetst, en gelet op het feit dat verdachte ten tijde van de feiten voldoende inzicht had in de wederrechtelijkheid van hetgeen hij deed, een langdurige gevangenisstraf passend en geboden. Verdachte was echter verminderd toerekeningsvatbaar en hij heeft, naar het oordeel van de militaire kamer, oprechte spijt betoond en zich bereid verklaard aan alles te willen meewerken om herhaling in de toekomst te voorkomen. De militaire kamer houdt hier rekening mee maar sluit, mede gelet op hetgeen de deskundigen hieromtrent hebben geconcludeerd, niet uit dat verdachte in herhaling zal vallen en zal daarom een naast een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te noemen duur een forse voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, ten einde verdachte ervan te weerhouden in de toekomst wederom een soortgelijk delict te plegen.
Gelet op het dwangmatige karakter van het seksuele handelen van verdachte acht de militaire kamer een proeftijd voor de duur van tien jaar noodzakelijk nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Daarbij acht de militaire kamer opname in een forensische psychiatrische kliniek noodzakelijk. Uit de reclasseringsrapportage en hetgeen door deskundige Wassenberg daarover op de zitting heeft verklaard blijkt dat een langdurig klinische traject geboden is, waarbij een termijn van drie jaar wordt genoemd, gevolgd door ambulante begeleiding.
Als bijzondere voorwaarde zal daarom naast de klinische behandeling voor een duur van maximaal 3 jaar tevens worden opgelegd begeleiding door Reclassering Nederland voor de periode van 5 jaar en daarbij dat Reclassering Nederland de bevoegdheid heeft het internetgedrag van verdachte te controleren.
Nu geen van beide voornoemde gedragskundige Gresnigt en Mon terbeschikkingstelling adviseren, de noodzaak daartoe ook niet volgt uit de houding van verdachte, die juist blijk geeft zeer gemotiveerd te zijn voor een intensieve behandeling, en het door de officier van justitie gegeven hoofdargument, dat klinische behandeling voor een lagere duur dan 2 jaar buiten terbeschikkingstelling om niet mogelijk zou zijn, niet juist is, ziet de militaire kamer geen reden om de ter beschikkingstelling van verdachte te bevelen of om de zaak daarvoor nader aan te houden. Daarbij komt dat de door de officier van justitie voorgestane terbeschikkingstelling onder voorwaarden aan een maximumtermijn van 4 jaar gebonden, terwijl de rechtbank langdurigere begeleiding door reclassering geboden acht.
Ten aanzien van het beslag overweegt de militaire kamer het volgende. Verdachte heeft ter terechtzitting heeft verklaard afstand te doen van de bij hem in beslaggenomen en nog niet teruggegeven computers/gegevensdragers die kinderpornografisch materiaal bevatten, zodat er op dat punt geen belang meer is voor het doen van een uitspraak. Voor het overige blijkt niet op welke voorwerpen nog beslag rust.
6a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer], met als gemachtigde S. van der Eijk, heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 2 en 3 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 10.351,- bestaande uit 10.250,- aan immateriële schade en € 101,- aan kosten voor rechtsbijstand, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe te wijzen tot het bedrag van € 2000,= bij wijze van voorschot voor wat betreft de immateriële schade en € 101,- aan kosten voor rechtsbijstand, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 31 dagen hechtenis. Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat primair de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard nu behandeling een onevenredige belasting van het strafproces oplevert, te meer nu de benadeelde partij de vordering in een erg laat stadium heeft ingediend.
Subsidiair stelt de verdediging dat de vordering moet worden afgewezen.
Beoordeling door de rechtbank
De militaire kamer acht voldoende onderbouwd dat [slachtoffer] door hetgeen hem is aangedaan immateriële schade heeft geleden en dat hij daarom terecht aanspraak maakt op vergoeding van die schade. Zij is van oordeel dat in ieder geval een bedrag van € 2.000,- aan schadevergoeding op zijn plaats is zodat zij dit bedrag - bij wijze van voorschot - zal toewijzen aan het slachtoffer. De militaire kamer acht tevens het gevorderde bedrag aan kosten rechtsbijstand van € 101,- toewijsbaar.
De militaire kamer acht in totaal een bedrag van € 2101,- toewijsbaar, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 november 2007.
Voor zover de vordering strekt tot vergoeding van een hoger bedrag wegens immateriële schade zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat het verdere onderzoek naar de hoogte van de schade een onevenredige belasting van het strafproces zou betekenen, en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partij, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht opleggen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 57, 240b, 244 en 249 van het Wetboek van Strafrecht.
De militaire kamer, rechtdoende:
Verklaart zich onbevoegd voor “de periode van januari 2004 tot 23 mei 2005”.
Verklaart de dagvaarding partieel nietig ten aanzien van de 601 afbeeldingen/multimediafiles, behoudens de vijf op de tenlastelegging uitgeschreven foto’s.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde, zoals vermeld onder punt 3c, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 40 (veertig) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 20 (twintig) maanden niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 10 (tien) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit dan wel navolgende bijzondere voorwaarde niet is nagekomen:
• dat veroordeelde zich na de klinische behandeling meldt bij de balie van
Reclassering Nederland, Nieuwe Oeverstaat 65 te Arnhem (telefoonnummer 026-3555333) en zich na de eerste afspraak blijft melden op de afgesproken tijdstippen en locaties zo frequent als en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
• dat veroordeelde zich na het uitzitten van zijn detentie zal laten opnemen en verblijven in FPK Assen, Denneweg 9 te Assen of een soortgelijke instelling, ten einde zich klinisch te laten behandelen, voor de duur van maximaal 3 (drie) jaren, voor zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, of zoveel korter als de leiding van de inrichting in overleg met de reclassering Nederland wenselijk/noodzakelijk acht. De veroordeelde zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de FPK Assen of een soortgelijke instelling zullen worden gegeven;
• dat veroordeelde zich gedurende de eerste 5 (vijf) jaren van de proeftijd dient te gedragen naar de hiermee verband houdende (nadere) aanwijzingen van de reclassering, voor zover en voor zolang dat door de reclassering noodzakelijk wordt geacht, ook als dit inhoudt controle op het internetgedrag van veroordeelde.
Geeft opdracht aan de reclassering om aan veroordeelde bij naleving van voornoemde voorwaarde(n) hulp en steun te verlenen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
Ten aanzien van feit 2 en 3
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan [slachtoffer], gemachtigde S. van der Eijk, te betalen € 2101,- (tweeduizendhonderdeneen euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 november 2007.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], gemachtigde S. van der Eijk, te betalen € 2101,- (tweeduizendhonderdeneen euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 november 2007, bij gebreke van volledi¬ge betaling en volledig verhaal van de hoofdsom, te vervangen door hechtenis voor de duur van 31 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. A.J.H. Steenweg (rechter) en kapitein ter zee van administratie mr. F.N.J. Jansen, in tegenwoordigheid van L.J.M. Visser, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 mei 2012.