Parketnummer : 05/700036-12
Datum zitting : 19 april 2012
Datum uitspraak : 3 mei 2012
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats],
thans gedetineerd in PI Arnhem - De Berg, Arnhem Noord, Wilhelminastraat 16
Arnhem.
Raadsman : mr. J. Velthoven, advocaat te Tiel.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 03 januari 2012 te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, in elk
geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer1] heeft gedwongen tot de afgifte
van een of meerdere geldbedrag(en) en/of een of meerdere slof(fen) sigaretten,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan MCD Ochten, in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer1] heeft/hebben gericht en/of gericht
gehouden en/of die [slachtoffer1] (daarbij) de opdracht te geven het geld uit de
kassalade(s) (behorende bij kassanummers 3 en 4) in een of meerdere plastic
tas(sen) te stoppen;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 03 januari 2012 te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, in elk
geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere
hoeveelhe(i)d(en) geld en/of een of meerdere slof(fen) sigaretten, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan MCD Ochten, in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer1], gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen
gelijkend voorwerp op die [slachtoffer1] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden
en/of (vervolgens) die [slachtoffer1] te dwingen een of meerdere kassalade(s) te
openen;
2.
hij op of omstreeks 30 december 2011 te Tiel, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer2] heeft gedwongen tot de
afgifte van een kassalade en/of een geldbedrag van (ongeveer) 485,02 Euro
en/of een aantal spaarzegels, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Shell, in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen
gelijkend voorwerp op die [slachtoffer2] heeft/hebben gericht en/of gericht
gehouden;
3.
hij op of omstreeks 30 december 2011 te Kesteren, gemeente Neder-Betuwe, in
elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere
kentekenpla(a)t(en) ([nummer]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s);
4.
hij in of omstreeks de periode van 30 december 2011 tot en met 03 januari 2012
te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, en/of te Tiel, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen
van categorie I onder 7°, te weten een nabootsing van een vuurwapen, dat/die
door zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een
pistool (Smith & Wesson, model SW40F), voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 47 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks de periode van 30 december 2011 tot en met 03 januari 2012
te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, en/of te Tiel, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een
(vuur)wapen van categorie III, te weten een gaspistool (merk Rohm), voorhanden
heeft gehad en/of heeft gedragen;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 19 april 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J. Velthoven, advocaat te Tiel.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
• [slachtoffer1] (€ 2607,79 + wettelijke rente)
• [slachtoffer3] (€ 32,99 + wettelijke rente)
• Van Loveren Tankstations BV (€ 75,- + wettelijke rente)
• MCD Supermarkt Ochten (€ 1290,63 + wettelijke rente)
De benadeelde partij [slachtoffer1] heeft ter terechtzitting haar vordering aangevuld tot bovengenoemd bedrag.
De officier van justitie mr. B. Molenaar heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 5 tenlastegelegde zal worden vrijgesproken en ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts verzocht dat de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer1], [slachtoffer3] en Van Loveren Tankstations BV hoofdelijk worden toegewezen, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie verzoekt verder dat de benadeelde partij MCD Supermarkt Ochten niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte het onder 5 tenlastegelegde feit heeft begaan. Verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat hij het gaspistool niet herkende. Uit het dossier blijkt niet anderszins dat verdachte dit wapen voorhanden heeft gehad. Verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de overige feiten sprake is van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt, voor dit feit, volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer1], p. 45-46;
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 april 2012.
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer2], p. 177-179;
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 april 2012.
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer3], p. 190-191;
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 april 2012.
- Het proces-verbaal Wet wapens en munitie, p. 136-137;
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 april 2012.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 03 januari 2012 te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door
bedreiging met geweld [slachtoffer1] heeft gedwongen tot de afgifte van meerdere geldbedragen en/of een of meerdere sloffen sigaretten, toebehorende aan MCD Ochten, in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en zijn mededader(s) een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer1] hebben gericht en gericht gehouden en die [slachtoffer1] (daarbij) de opdracht te geven het geld uit de kassalades (behorende bij kassanummers 3 en 4) in een plastic tas te stoppen;
2.
hij op 30 december 2011 te Tiel, tezamen en in vereniging met anderen, met het
oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer2] heeft gedwongen tot de afgifte van een kassalade en een geldbedrag van 485,02 Euro en een aantal spaarzegels, toebehorende aan Shell, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en zijn mededader een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer2] hebben gericht en gericht gehouden;
3.
hij op 30 december 2011 te Kesteren, gemeente Neder-Betuwe, tezamen en in vereniging met een anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere
kentekenplaten ([nummer]), toebehorende aan [slachtoffer3];
4.
hij in de periode van 30 december 2011 tot en met 03 januari 2012 te Ochten, gemeente Neder-Betuwe, en te Tiel, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, een wapen van categorie I onder 7°, te weten een nabootsing van een vuurwapen, dat
door zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een
pistool (Smith & Wesson, model SW40F), voorhanden heeft gehad;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 en 2 telkens:
Afpersing door twee of meer verenigde personen
Ten aanzien van feit 3:
Diefstal door twee of meer verenigde personen
Ten aanzien van feit 4:
Handelen in strijd met artikel 13, lid 1 van de Wet wapens en munitie
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sanctie(s)
De officier van justitie heeft gevorderd zoals weergegeven onder punt 2.
De verdediging heeft verzocht een lagere straf op te leggen dan geëist om behandeling van verdachte mogelijk te maken. De verdediging stelt een gevangenisstraf voor van 36 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk.
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke financiële omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 16 maart 2012; en
• een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, gedateerd 10 april 2012, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft samen met twee vrienden een tankstation en een supermarkt overvallen. Verdachte en een van zijn mededaders droegen daarbij bivakmutsen zodat ze niet herkenbaar waren. Ze hebben een medewerker van het tankstation en een medewerkster van de supermarkt onder bedreiging met twee imitatievuurwapens gedwongen geld af te geven, terwijl de derde dader buiten met een vluchtauto wachtte. Om niet via die auto te worden getraceerd, is gebruik gemaakt van gestolen kentekenplaten. Tussen de beide overvallen zat een periode van slechts vier dagen.
De medewerkster van de supermarkt lijdt nog steeds zwaar onder de gevolgen van de overval, zoals blijkt uit haar schriftelijke slachtofferverklaring. Zij is nog steeds bang, slaapt slecht, heeft concentratieproblemen en haar schoolprestaties zijn erdoor beïnvloed. Zij is sinds het gebeuren onder behandeling van een psycholoog en het einde van dat traject is nog niet in zicht.
Verdachte en zijn mededaders hebben slechts oog gehad voor hun eigen financiële gewin, de gevolgen die hun handelen voor de slachtoffers kon hebben, hebben zij daarbij volstrekt genegeerd.
Feiten als het onderhavige zorgen daarbij niet alleen voor gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers maar ook binnen de samenleving in het algemeen.
De rechtbank is van oordeel dat duidelijk moet worden opgetreden tegen mensen die zich schuldig maken aan het plegen van dit soort overvallen. Het aantal van dergelijke overvallen neemt de laatste tijd toe. Veelal worden daarvoor relatief gemakkelijke doelwitten gekozen zoals benzinestations, cafetaria’s en supermarkten. De rechtbank rekent het daarbij verdachte zwaar aan dat hij vier dagen na het plegen van de eerste gewapende overval op identieke wijze een volgende gewapende overval heeft gepleegd.
Naar het oordeel van de rechtbank doet een straf zoals voorgesteld door de raadsman geen recht aan de ernst van de feiten en de ernstige gevolgen ervan. Dergelijke feiten rechtvaardigen een gevangenisstraf van langere duur. De rechtbank acht een gevangenisstraf van 5 jaren passend en geboden en zal die daarom opleggen. Een eventueel behandeltraject kan reeds in detentie een aanvang nemen. Voor het overige kan een dergelijk traject worden ingepast in de voorwaarden die worden gesteld bij een vervroegde invrijheidstelling.
6a. De beoordeling van de civiele vorde¬ring(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
De benadeelde partij [slachtoffer1] vordert een bedrag van € 2607,79 te vermeerderen met wettelijke rente. Hiervan bestaat € 1700,- uit immateriële schade.
De officier van justitie heeft verzocht de vordering in haar geheel toe te wijzen.
De verdediging is van mening dat de kosten voor de psycholoog niet voor toewijzing vatbaar zijn omdat de psycholoog niet BIG-geregistreerd is en de verzekering daarom de kosten niet vergoedt. Door geen BIG-geregistreerde psycholoog te zoeken heeft de benadeelde partij niet voldaan aan haar plicht de schade te beperken.
De verdediging acht voorts het bedrag voor immateriële schade te hoog en vindt een bedrag van € 1000,- meer op zijn plaats.
De rechtbank overweegt als volgt.
Ter terechtzitting heeft de vertegenwoordiger van de benadeelde partij verklaard dat het niet mogelijk was voor de benadeelde partij om op korte termijn een BIG-geregistreerde psycholoog te vinden waar zij direct terecht kon. Het was van belang dat de benadeelde partij snel psychologische hulp zou krijgen om te voorkomen dat een posttraumatische stressstoornis zou optreden.
Het vorenstaande is door de verdediging niet betwist. De rechtbank is van oordeel dat het door de benadeelde partij genoemde argument het inschakelen van een niet in het BIG-register opgenomen psycholoog rechtvaardigde. Zij zal dit gedeelte van de vordering toewijzen.
Ten aanzien van de immateriële schade: de rechtbank acht het gevorderde bedrag voldoende onderbouwd en toewijsbaar.
De overige schadeposten zijn niet door verdachte betwist en voldoende onderbouwd.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank de vordering van de benadeelde partij in haar geheel toewijzen.
De benadeelde partij [slachtoffer3] vordert een bedrag van € 32,99 te vermeerderen met wettelijke rente. De vordering is niet betwist door verdachte en komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal de vordering dan ook in haar geheel toewijzen.
De benadeelde partij Van Loveren Tankstations BV vordert een bedrag van € 75,- te vermeerderen met wettelijke rente. De vordering is niet betwist door verdachte en komt de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal de vordering dan ook in haar geheel toewijzen.
De benadeelde partij MCD Supermarkt Ochten vordert een bedrag van € 1290,63 te vermeerderen met wettelijke rente.
De officier van justitie heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering omdat de bij de vordering gevoegde factuur is gericht aan Boon Sliedrecht B.V., de gemachtigde van de benadeelde partij. Hierdoor is niet duidelijk of MCD Supermarkt Ochten de schade heeft geleden.
De verdediging heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
De rechtbank acht het standpunt van de officier van justitie en de verdediging juist en zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
De toegewezen vorderingen worden hoofdelijk toegewezen in de zin dat verdachte niet meer tot vergoeding gehouden is indien en voor zover het gevorderde door zijn mededaders [medeverdachte1] en [medeverdachte2] is of wordt voldaan.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de in het dictum te noemen wijze.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 57, 91, 310, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 55 en 56 van de Wet wapens en munitie.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder 5 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoer¬legging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeveroordeelden betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer1] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer1] te betalen € 2607,79 (zegge tweeduizendzeshonderdenzeven euro en negenenzeventig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 3 januari 2012 tot aan het moment van algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 2607,791000, subsidiair 36 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeveroordeelden betalen ook veroordeelde daardoor tegenover de Staat zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer1] te betalen € 2607,79 (zegge tweeduizendzeshonderdenzeven euro en negenenzeventig cent) te vermeerderen met de wettelijk rente over dit bedrag met ingang van 3 januari 2012 tot aan het moment van algehele voldoening, bij gebreke van volledi¬ge betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer3]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeveroordeelden betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer3] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer3] te betalen € 32,99 (zegge tweeëndertig euro en negenennegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 31 december 2011 tot aan het moment van algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 32,991000, subsidiair 1 dag hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeveroordeelden betalen ook veroordeelde daardoor tegenover de Staat zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer3] te betalen € 32,99 (zegge tweeëndertig euro en negenennegentig cent) te vermeerderen met de wettelijk rente over dit bedrag met ingang van 31 december 2011 tot aan het moment van algehele voldoening, bij gebreke van volledi¬ge betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Van Loveren Tankstations B.V.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeveroordeelden betalen ook veroordeelde daardoor tegenover Van Loveren Tankstations B.V. zal zijn gekweten - tegen kwijting aan Van Loveren Tankstations B.V. te betalen € 75,00 (zegge vijfenzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 31 december 2011 tot aan het moment van algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 75,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeveroordeelden betalen ook veroordeelde daardoor tegenover de Staat zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Van Loveren Tankstations B.V. te betalen € 75,00 (zegge vijfenzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijk rente over dit bedrag met ingang van 31 december 2011 tot aan het moment van algehele voldoening, bij gebreke van volledi¬ge betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij MCD Supermarkt Ochten
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door mr. P.C. Quak, als voorzitter, mr. J. Barrau, mr. F.M.A. 't Hart, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 mei 2012.