ECLI:NL:RBARN:2012:BW1282
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot dwangakkoord in schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft verzoeker op 8 maart 2012 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Arnhem tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker vroeg de rechtbank om de Nederlandse Energie Maatschappij (NEM) te bevelen in te stemmen met een eerder aangeboden schuldregeling, zoals bedoeld in artikel 287a van de Faillissementswet. Tijdens de zitting op 20 maart 2012 was verzoeker aanwezig, evenals een schuldhulpverlener van PLANgroep Rijnwaarden. De NEM was echter niet vertegenwoordigd.
De schuldregeling hield in dat verzoeker 13,74% van de totale vordering zou betalen tegen finale kwijting. Verzoeker, die onder beschermingsbewind staat en een WAO-uitkering ontvangt, heeft een totale schuldenlast van € 46.551,21, waarvan de vordering van de NEM € 1.942,40 bedraagt. Van de 19 schuldeisers gingen 18 akkoord met de regeling, wat 95,77% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt.
De rechtbank heeft beoordeeld of de NEM in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met de schuldregeling. Het aanbod was goed gedocumenteerd, maar de rechtbank concludeerde dat het voorstel niet het uiterste was waartoe verzoeker financieel in staat was. Er waren aanwijzingen dat de dochter van verzoeker mogelijk financiële middelen had verduisterd, wat niet in de regeling was meegenomen. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat de NEM in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met de regeling.
Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot het opleggen van de schuldregeling aan de NEM afgewezen. De rechtbank heeft tevens bepaald dat op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen bij afzonderlijk vonnis zal worden beslist.