zaaknummer / rolnummer: 220089 / HA ZA 11-1242
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TMG LOGISTICS B.V.,
gevestigd te Buren,
eiseres,
advocaat mr. B.A.J. van Lammeren te Alphen aan den Rijn,
de vennootschap naar Oostenrijks recht
CASA SI MARKETING UND VERTRIEB GMBH,
gevestigd te Wenen,
gedaagde,
advocaat mr. E. Jacobs te Rotterdam.
Partijen zullen hierna TMG Logistics en Casa Si genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 december 2011
- het proces-verbaal van comparitie van 29 februari 2012.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Begin maart 2010 vraagt Casa Si TMG Logistics een offerte uit te brengen voor het uitladen in Rotterdam en vervolgens verpakken, laten vervoeren en afleveren bij Lidl-vestigingen in Engeland, Ierland, België, Nederland, Denemarken, Zwitserland, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Slovenië van een groot aantal strijkplanken.
2.2. De strijkplanken zouden in week 16 en 17 van 2010 per schip uit China in containers in de Rotterdamse haven worden afgeleverd. Het ging om 1000 à 1100 strijkplanken per container, die op ongeveer 1080 pallets verder vervoerd moesten worden.
2.3. Per mail van 3 maart 2010 deelt TMG Logistics de prijs voor ‘sealing, unloading, container trucking en delivering’ van deze Lidl-opdracht mee aan Casa Si. Het gaat om het totaal van twee bedragen, te weten € 31.026,00 en € 23.965,00.
2.4. Casa Si bevestigt de order bij mail van 9 maart 2010:
Herewith we would like tot confirm you the folowing order.
Total QTY 29.232 cartons (…).
PRICE from Port Rotterdam to customer warehouse = 31026
2.5. Daarop bevestigt TMG Logistics de prijs.
2.6. De containers arriveren in de weken 18 en 19 in Rotterdam. Vervolgens doet zich een aantal problemen voor. Er zijn twee containers meer op te halen en te lossen dan door Casa Si aangegeven en volgens TMG Logistics is de verpakking van de strijkplanken er slecht aan toe en blijken er minder strijkplanken dan voorzien op een pallet te passen. Hierop stelt Casa Si een oversize pallet voor als de Lidl-vestigingen die accepteren en anders: ‘we MUST reduce the QTY to 22 pcs.’
2.7. Voor de strijkplanken die naar Polen vervoerd moeten worden, dient een zogenaamde TüV-audit plaats te vinden. Deze wordt uitgesteld, zodat volgens TMG Logistics ingekochte laadruimte geannuleerd moet worden. In Heerenveen worden de strijkplanken geweigerd in verband met de verpakking op de pallets. Na herstel van de verpakking worden ze opnieuw aangeboden en dan aangenomen. In Engeland en Ierland worden leveringen geweigerd in verband met onder meer instabiele pallets.
2.8. TMG Logistics brengt Casa Si op 28 mei 2010 € 107.814,45 in rekening. De factuur is als volgt opgebouwd.
Pallettransport Auftrag Bugelbretter 54.991,00
Extra Kosten der Entladung in Zusammenhang met schlechten Boxen 513,45
Abgelehnt Heerenveen inklusive zuruckzuliefern 700,00
Ladefehler Polen in Zusammenhang mit TUV 8.640,00
Ganze UK IE 21.600,00
509 Paletten extra 20.360,00
2 Containers extra 1.010,00
2.9. Casa Si betaalt € 39.482,05.
2.10. Op 9 september 2010 schrijft de advocaat van TMG Logistics aan de Oostenrijkse advocaat van Casa Si. Daarin zet hij het standpunt van TMG Logistics ten aanzien van het openstaande factuurbedrag uiteen en doet hij een voorstel voor een schikking, een settlement. Op pagina 5 stelt TMG Logistics onder ‘settlement offer’ het volgende voor.
In order to avoid lengthy and costly proceedings, my client is willing tot settle this matter out of court against payment by your client of € 100.000,00, to be paid into trust account no. (…). My client has as yet neither included statutory interest nor compensation for incurred extrajudicial costs in this offer.
The proposal made by my client is valid until September 23rd 2010, failing the acceptance of which it will be withdrawn and your client, whether judicially or extra judicially, will no longer be able to enforce the offer. Failing the full and timely acceptance by your client of my client’s offer, my client has specifically instructed me to commence legal proceedings against your client without further notice, in which case my client will also demand payment by your client of the statutory interest and incurred (extra) judicial costs.
However, I trust that there will be no need for matters to reach that stage and that your client will effect full and timely payment.
3. Het geschil
3.1. TMG Logistics vordert – samengevat – veroordeling van Casa Si tot betaling aan haar van € 71.581,06, vermeerderd met rente en kosten, waaronder buitengerechtelijke kosten en nakosten. Zij stelt dat tussen partijen een expeditieovereenkomst tot stand is gekomen en dat haar factuur ten onrechte niet volledig voldaan is.
3.2. Casa Si voert verweer. Volgens haar is de overeenkomst tussen partijen niet, althans niet uitsluitend, een expeditieovereenkomst, maar geheel of gedeeltelijk een vervoerovereenkomst. Zij stelt vervolgens voorop dat de vordering van TMG Logistics verjaard is. Vorderingen uit een expeditieovereenkomst verjaren negen maanden na de datum waarop afgeleverd had moeten worden en dat is 8 mei 2010. Voor het overige voert zij op een aantal onderdelen van de factuur van TMG Logistics verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen zal de rechtbank hierna, voor zover van belang, nader ingaan.
4. De beoordeling
Toepasselijk recht
4.1. Krachtens art. 4 van de Rome I-Verordening (Verordening (EG) Nr. 593/2008 van 17 juni 2008) is op de overeenkomst tussen partijen hetzij omdat TMG Logistics als dienstverlener in Nederland is gevestigd, hetzij omdat zij als partij die de kenmerkende prestatie moet verrichten, haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft, Nederlands recht van toepassing.
4.2. De eerste vraag die beantwoord moet worden, is die naar de aard van de overeenkomst(en) tussen partijen. TMG Logistics stelt met nadruk dat het om een expeditieovereenkomst gaat. De rechtbank overweegt het volgende.
4.3. Gesteld noch gebleken is dat TMG Logistics zelf de strijkplanken heeft vervoerd. Ter comparitie heeft Casa Si’s directeur Schauerhuber verklaard ervan uitgegaan te zijn dat TMG Logistics verantwoordelijk was voor het vervoer tot aan de klant en dat TMG Logistics ‘misschien deels zelf vervoerde en in ieder geval ook anderen als vervoerder inschakelde’. Casa Si heeft echter geen concrete onderdelen van de overeenkomst genoemd waarbij TMG Logistics zelf vervoerd heeft.
4.4. Gelet op hetgeen onder de feiten 2.1-2.5 is genoemd en het hiervoor onder 4.3 overwogene is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van een expeditieovereenkomst, een overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen. Het gaat er om dat TMG Logistics zich jegens Casa Si heeft verbonden tot het te haren behoeve met een of meer vervoerders sluiten van een of meer overeenkomsten van vervoer van door Casa Si ter beschikking te stellen zaken (zie art. 8:60 Burgerlijk Wetboek (BW)). Hiermee staat tevens de bevoegdheid van deze rechtbank – die Casa Si overigens nadrukkelijk niet wil betwisten – vast.
4.5. Art. 8:1740 BW bepaalt onder meer dat een op een expeditieovereenkomst gegronde rechtsvordering verjaart door verloop van negen maanden, welke termijn begint te lopen met de aanvang van de dag, volgende op de dag van aflevering.
4.6. Als de dag van aflevering moet volgens Casa Si 15 mei 2010 gezien worden. Afgaande op de facturering van 28 mei 2010 moet worden aangenomen dat de als dag van aflevering te beschouwen datum in elk geval ook volgens TMG Logistics voor 28 mei 2010 ligt. De dagvaarding is uitgebracht op 5 juli 2011. Deze datum ligt meer dan negen maanden na 28 mei 2010.
4.7. TMG Logistics stelt dat de verjaring is gestuit door de onder 2.10 geciteerde brief van 9 september 2010. Inderdaad begrijpt de lezer van die brief dat TMG Logistics het er niet bij zal laten zitten als het schikkingsvoorstel – althans het voorstel, zoals bedoeld lijkt, om verder te onderhandelen als Casa Si een bedrag onder de advocaat van TMG Logistics heeft gedeponeerd – niet geaccepteerd wordt. Een andere houding van TMG Logistics, erop neer komend dat zij de zaak zou laten rusten als Casa Si niet op het voorstel inging, zou niet goed denkbaar zijn. Daarin ligt het probleem van deze brief als mogelijke stuitingshandeling. Doet de brief niet méér dan het voor de hand liggende gevolg noemen van niet ingaan op TMG Logistics’ aanbod, dan houdt zij geen stuitingshandeling in.
4.8. Een stuitingshandeling als hier bedoeld strekt er namelijk toe dat de schuldenaar voldoende is gewaarschuwd dat hij er, ook na het verstrijken van de verjaringtermijn, rekening mee moet houden dat hij de beschikking behoudt over zijn gegevens en bewijsmateriaal, opdat hij zich tegen een dan mogelijk alsnog door de schuldeiser ingestelde vordering behoorlijk kan verweren (zie bijvoorbeeld HR 24 november 2006, LJN: AZ0418, NJ 2006, 642 (Renooij/ Noordhollandsche van 1816).
4.9. De lezer van de brief, zowel de advocaat als Casa Si zelf, zal begrepen hebben althans begrepen moeten hebben dat TMG Logistics bij afwijzing van het voorstel niet van haar vordering afzag. Dat is, zoals de rechtbank al overwogen heeft, niet meer dan logisch. De bedoeling van een stuiting is echter ook dat de schuldenaar voldoende wordt gewaarschuwd dat het afwijzen van het voorstel ook na verloop van de verjaringstermijn nog tot een rechtsvordering kan leiden.
4.10. Dit laatste blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet ondubbelzinnig uit de brief van 9 september 2010. De logische vaststelling dat TMG Logistics het er niet bij zal laten zitten als Casa Si haar voorstel niet accepteert, betekent nog niet dat zij zichzelf daarvoor de tijd geeft tot na het verloop van de verjaringstermijn. Sterker nog, de zinsnede ‘to commence legal proceedings (…) without further notice’ duidt er eerder op dat zij als het voorstel niet aanvaard wordt, voort zal maken met het aanspreken van Casa Si. Casa Si mocht er na het lezen van deze brief, gelet op het feit dat er nog ongeveer vijf maanden zouden verlopen tot het einde van de verjaringstermijn, op rekenen dat TMG Logistics, als zij haar vordering zou doorzetten, binnen deze periode maatregelen daartoe zou nemen. Daarom is de verzending van deze brief niet te zien als een stuitingshandeling.
4.11. De verjaringstermijn is ruimschoots verlopen als TMG Logistics de dagvaarding laat uitbrengen. Dit betekent dat de vordering van TMG Logistics moet worden afgewezen.
4.12. TMG Logistics zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Casa Si worden begroot op:
- griffierecht € 1.744,00
- salaris advocaat 1.788,00 (2,0 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 3.532,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt TMG Logistics in de proceskosten, aan de zijde van Casa Si tot op heden begroot op € 3.532,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2012.