ECLI:NL:RBARN:2012:BW0613

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
2 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05-701582-11
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot afpersing door twee verenigde personen met geweld en bedreiging

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 2 april 2012, stond de verdachte terecht voor meerdere feiten, waaronder afpersing en diefstal met geweld. De zaak betreft een reeks overvallen op supermarkten en warenhuizen, waarbij de verdachte en zijn medeverdachte onder bedreiging met een mes de medewerkers dwongen tot het openen van de kassa en het afgeven van geld en goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 2 september 2011 in Arnhem, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, de caissière van supermarkt Spar heeft gedwongen tot de afgifte van geld en sigaretten. Dit werd gedaan door de caissière te bedreigen met een mes. De verdachte heeft ook op 5 september 2011 in Westervoort en op 12 september 2011 in Ommen en Balkbrug soortgelijke feiten gepleegd, waarbij hij telkens met geweld en bedreiging handelde. De rechtbank heeft de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar geacht, gezien zijn psychische toestand en de noodzaak voor behandeling. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van acht jaar, maar de rechtbank heeft een straf van 48 maanden opgelegd, waarvan 16 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor behandeling en toezicht door de reclassering. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder supermarkten en slachtoffers van de overvallen. De beslissing is gebaseerd op de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, evenals de noodzaak voor rehabilitatie van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Promis II
Parketnummer : 05/701582-11
Datum zitting : 19 december 2011, 13 februari 2012 en 19 maart 2012
Datum uitspraak : 2 april 2012
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum],
adres : [adres]
plaats : [woonplaats].
thans gedetineerd in PI Arnhem - De Berg, Arnhem Noord, Wilhelminastraat 16
Arnhem.
Raadsvrouw : mr. M.G. Pekkeriet, advocaat te Zwolle.
Officier van justitie : mr. W.E.M. van Erp.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 02 september 2011 te Arnhem met het oogmerk om zich
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van 80 Euro, althans een
geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
supermarkt Spar [naam ondernemer] (gevestigd aan de [adres]) , in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte ,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte (met de capuchon (ver) over het hoofd getrokken)
- voornoemde supermarkt is binnengelopen en/of zich vervolgens naar de
kassa heeft begeven en/of aan die van [slachtoffer] om twee pakjes L&M
(sigaretten) en een pakje shag heeft gevraagd en/of vervolgens, nadat die
van [slachtoffer] deze goederen uit de winkelvoorraad had gepakt,
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de richting van die van
[slachtoffer] heeft gehouden en/of aan deze getoond en/of
- (dreigend) tegen die van [slachtoffer] heeft gefluisterd/gezegd:"Ik wil
geld" en/of (vervolgens)
- die van [slachtoffer] - onder dreiging van dat mes , althans dat voorwerp- de
kassa heeft doen openen ;
en/of
hij op of omstreeks 02 september 2011 te Arnhem, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee/een pakje(s) sigaretten
(L&M) en/of een pakje shag, geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt
Spar [naam ondernemer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte ,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte,(met zijn capuchon (ver) over het hoofd getrokken)
- voornoemde supermarkt is binnengelopen en/of zich vervolgens naar de
kassa heeft begeven en/of aan die van [slachtoffer] om twee pakjes L& M en een
pakje shag heeft gevraagd en/of vervolgens, nadat die van [slachtoffer] deze
goederen uit de winkelvoorraad had gepakt,
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de richting van die van
[slachtoffer] heeft gehouden en/of aan deze getoond en/of
- (dreigend) tegen die van [slachtoffer] heeft gefluisterd/gezegd:"Ik wil
geld" en/of (vervolgens)
- die van [slachtoffer] - onder dreiging van dat mes , althans dat voorwerp- de
kassa heeft doen openen;
2.
hij op of omstreeks 05 september 2011 te Westervoort tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer1] heeft gedwongen tot de afgifte van ongeveer 240
Euro, althans een geldbedrag en/of een aantal pakje(s) sigaretten , althans
rookwaar , in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
supermarkt Coop (gevestigd aan [adres]), in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader
- voornoemde supermarkt is/zijn binnengelopen en/of zich (vervolgens) naar de
kassa van de servicebalie heeft/hebben begeven en/of (vervolgens) om twee
pakjes JPS en Ruba XL light heeft/hebben gevraagd en/of (vervolgens)
- (dreigend) tegen die van [slachtoffer1] heeft/hebben gezegd: "Geef me de
kassa" en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in zijn/hun hand(en)
heeft/hebben vastgehad en/of met dat mes, althans met dat voorwerp naar
en/of in de richting van die van [slachtoffer1] gewezen en/of (vervolgens)
- die van [slachtoffer1]- onder dreiging van dat mes, althans dat voorwerp - de
kassa heeft/hebben doen openen;
en/of
hij op of omstreeks 05 september 2011 te Westervoort tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen ongeveer 240 Euro, althans een geldbedrag en/of
een aantal pakje(s) sigaretten , althans rookwaar , in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt Coop (gevestigd aan [adres]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer1], gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader
- voornoemde supermarkt is/zijn binnengelopen en/of zich (vervolgens) naar de
kassa van de servicebalie heeft/hebben begeven en/of (vervolgens) om twee
pakjes JPS en Ruba XL light heeft/hebben gevraagd en/of (vervolgens)
- (dreigend) tegen die van [slachtoffer1] heeft/hebben gezegd: "Geef me de
kassa" en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in zijn/hun hand(en)
heeft/hebben vastgehad en/of met dat mes, althans met dat voorwerp naar
en/of in de richting van die van [slachtoffer1] gewezen en/of (vervolgens)
- die van [slachtoffer1]- onder dreiging van dat mes, althans dat voorwerp - de
kassa heeft/hebben doen openen;
3.
hij op of omstreeks 05 september 2011 te Arnhem tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer2] heeft gedwongen tot de afgifte van ongeveer 460 Euro, althans
een geldbedrag en/of drie, althans een aantal pakje(s) sigaretten, in elk
geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt Coop
(gevestigd aan Op het [adres]) , in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader (met capuchon(s) over het hoofd getrokken)
- voornoemde supermarkt is/zijn binnengelopen en/of zich (vervolgens) naar de
kassa van de servicebalie heeft/hebben begeven en/of (vervolgens) om drie
pakjes West heeft/hebben gevraagd en/of,
nadat die [slachtoffer2] de gevraagde goederen op de balie had gelegd,
- (dreigend) tegen die [slachtoffer2] heeft/hebben gezegd: "Ik wil ook de kassa erbij",
althans woorden van gelijke aard of strekking, en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp op de balie heeft/hebben
gelegd en/of (vervolgens)
- (dreigend) tegen die [slachtoffer2] heeft/hebben gezegd: "Schiet eens op.", althans
woorden van gelijke aard of strekking en/of
- die [slachtoffer2] - onder dreiging van dat mes, althans dat voorwerp - de
kassa heeft/hebben doen openen;
en/of
hij op of omstreeks 05 september 2011 te Arnhem tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen ongeveer 460 Euro, althans een geldbedrag en/of
drie, althans een aantal pakje(s) sigaretten, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan supermarkt Coop (gevestigd aan op het [adres]),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer2], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
hij, verdachte en/of zijn mededader (met capuchon(s) over het hoofd getrokken)
- voornoemde supermarkt is/zijn binnengelopen en/of zich (vervolgens) naar de
kassa van de servicebalie heeft/hebben begeven en/of (vervolgens) om drie
pakjes West heeft/hebben gevraagd en/of,
nadat die [slachtoffer2] de gevraagde goederen op de balie had gelegd,
- (dreigend) tegen die [slachtoffer2] heeft/hebben gezegd: "Ik wil ook de
kassa erbij", althans woorden van gelijke aard of strekking,
en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp op de balie heeft/hebben
gelegd en/of (vervolgens)
- (dreigend) tegen die [slachtoffer2] heeft/hebben gezegd: "Schiet eens op.", althans
woorden van gelijke aard of strekking en/of
- die [slachtoffer2] - onder dreiging van dat mes, althans dat voorwerp - de
kassa heeft/hebben doen openen;
4.
hij op of omstreeks 12 september 2011 te Ommen tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] heeft gedwongen tot de afgifte van een
geldbedrag en/of een tas , in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan supermarkt Albert Heijn (gevestigd aan [adres]) , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s)
(met capuchon(s) ver over hun/het hoofd(en) getrokken)
- voornoemde supermarkt is/zijn binnen gelopen en/of zich(vervolgens) naar/aan
de informatiebalie heeft/hebben begeven en/of (vervolgens)
- (dreigend) tegen die [slachtoffer3] heeft/hebben gezegd:"Ik wil
je kassa hebben, dit is geen grapje" en/of"Kun je niet gewoon op het
Eurologo drukken"en/of (vervolgens)
- een mes en/of een briefopener, althans een scherp en/of puntig voorwerp in
zijn/hun hand(en) heeft/hebben vastgehad en/of dat mes en/of die
briefopener, althans dat voorwerp, strak/dicht langs de kassa heeft/hebben
gehouden (zodat niemand deze kon zien) en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer3] en/of die [slachtoffer4] - onder dreiging van dat mes en/of die
briefopener, althans dat voorwerp- de kassa heeft/hebben doen openen en/of
die tas en/of dat geldbedrag heeft/hebben doen afgeven;
en/of
hij op of omstreeks 12 september 2011 te Ommen tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag en/of een tas, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt Albert Heijn (gevestigd
aan [adres]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] , gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s)
(met capuchon(s) ver over hun/het hoofd(en) getrokken)
- voornoemde supermarkt is/zijn binnen gelopen en/of zich(vervolgens) naar/aan
de informatiebalie heeft/hebben begeven en/of (vervolgens)
- (dreigend) tegen die [slachtoffer3] heeft/hebben gezegd:"Ik wil
je kassa hebben, dit is geen grapje" en/of"Kun je niet gewoon op het
Eurologo drukken"en/of (vervolgens)
- een mes en/of een briefopener, althans een scherp en/of puntig voorwerp in
zijn/hun hand(en) heeft/hebben vastgehad en/of dat mes en/of die
briefopener, althans dat voorwerp, strak/dicht langs de kassa heeft/hebben
gehouden (zodat niemand deze kon zien) en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer3] en/of die [slachtoffer4] - onder dreiging van dat mes en/of die
briefopener, althans dat voorwerp- de kassa heeft/hebben doen openen ;
(dossier team Budel, zaakdossier 1)
5.
hij op of omstreeks 12 september 2011 te Balkbrug in de gemeente Hardenberg,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer5] te dwingen tot de afgifte van een kassa(lade) en/of een
geldbedrag en/of sigaretten, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan supermarkt Plus [naam B.V.]., in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met voormeld oogmerk
(met capuchon(s) ver over het/hun hoofd(en) getrokken)
- voornoemde supermarkt is/zijn binnengelopen en/of zich (vervolgens) naar de
kassa heeft/hebben begeven en/of (vervolgens) om sigaretten heeft/hebben
gevraagd en/of (vervolgens)
- (dreigend) meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer5] heeft/hebben
gezegd: "De kassa"en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in zijn/hun hand(en)
heeft/hebben vastgehad en/of met dat mes, althans met dat voorwerp naar en/of
in de richting van die [slachtoffer5] gewezen en/of (vervolgens)
- (dreigend) tegen die [slachtoffer5] iets heeft/hebben gezegd over "steken",
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 12 september 2011 te Balkbrug in de gemeente Hardenberg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie, althans een
aantal pakjes sigaretten (merk West), geheel of ten dele toebehorende aan
supermarkt Plus [naam B.V.]., in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer5], gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s)
(met capuchon(s) ver over het/hun hoofd(en) getrokken)
- voornoemde supermarkt is/zijn binnengelopen en/of zich (vervolgens) naar de
kassa heeft/hebben begeven en/of (vervolgens) om sigaretten heeft/hebben
gevraagd en/of (vervolgens)
- (dreigend) meermalen, althans eenmaal, tegen die [slachtoffer5] heeft/hebben
geroepen/gezegd: "De kassa"en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in zijn/hun hand(en)
heeft/hebben vastgehad en/of met dat mes, althans met dat voorwerp naar en/of
in de richting van die [slachtoffer5] gewezen en/of (vervolgens)
- (dreigend) tegen die [slachtoffer5] iets heeft/hebben gezegd over "steken",
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
(dossier team Budel, zaakdossier 2)
6.
hij op of omstreeks 12 september 2011 in de gemeente Staphorst,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer6] te dwingen tot de afgifte van een kassa(lade) en/of een geldbedrag,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Warenhuis
[naam ondernemer] (HEMA) en/of[slach[naam ondernemer], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met voormeld oogmerk
(met (een) capuchon(s) ver over het hoofd getrokken en/of met een panty over
het hoofd)
- voornoemd warenhuis (HEMA) is/ zijn binnengelopen en/of zich (vervolgens)
naar de kassa en/of toonbank heeft/hebben begeven en/of (vervolgens)
- over de toonbank heeft/hebben geleund en/of zijn/hun hand(en) onder de
toonbank heeft/hebben gehouden en/of een mes, althans een scherp en/of
puntig voorwerp in zijn/hun hand(en) heeft/hebben gehad en/of (vervolgens)
- (dreigend)tegen die [slachtoffer6] heeft/hebben gezegd: "Kassa",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(dossier team Budel, zaakdossier 3)
7.
hij op of omstreeks 12 september 2011 te [naam bv],
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer8] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag en/of een bankpas, in
elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer8], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met voormeld oogmerk
(met een capuchon ver over het hoofd getrokken en/of met een panty over het
hoofd )
in een warenhuis (HEMA), waar die [slachtoffer8] zich op dat moment met haar bankpas
bij een pinautomaat bevond, zich (dreigend) met een mes, althans een scherp
en/of puntig voorwerp in zijn/hun hand(en) in de richting van die [slachtoffer8]
heeft/hebben begeven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(dossier team Budel, zaakdossier 4)
8.
hij op of omstreeks 12 september 2011 te Ommen en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
een wapen van categorie I onder 7°, te weten
een nabootsing van een vuurwapen, dat door zijn vorm en afmetingen een
sprekende gelijkenis vertoonde met een pistool (merk: Glock, type: 17 C)
voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;(dossier team Budel, zaakdossier 5)
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 19 maart 2012 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. M.G. Pekkeriet, advocaat te Zwolle.
De officier van justitie, mr. W.E.M. van Erp, heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 7 ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken en dat verdachte ter zake van de onder 1 t/m 6 en 8 ten laste gelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaar met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm, door verbalisanten van de politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal van onderzoek 07OVT11034, zaaknummer 2011122804, gesloten op 2 november 2011, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen die worden weergegeven, verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde proces-verbaal.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer], p. 25-32;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 december 2011.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 02 september 2011 te Arnhem met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van 80 Euro, toebehorende aan supermarkt Spar [naam ondernemer] (gevestigd aan de [adres] welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij,
verdachte met de capuchon (ver) over het hoofd getrokken
- voornoemde supermarkt is binnengelopen en zich vervolgens naar de kassa heeft begeven en aan die van [slachtoffer] om twee pakjes L&M (sigaretten) en een pakje shag heeft gevraagd en vervolgens, nadat die van [slachtoffer] deze goederen uit de winkelvoorraad had gepakt,
- een mes, in de richting van die van [slachtoffer] heeft gehouden en aan deze getoond en
- (dreigend) tegen die van [slachtoffer] heeft gefluisterd:"Ik wil geld" en vervolgens
- die van [slachtoffer] - onder dreiging van dat mes , de kassa heeft doen openen;
en
hij op 02 september 2011 te Arnhem, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee pakjes sigaretten (L&M) en een pakje shag, toebehorende aan supermarkt Spar [naam ondernemer], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, met zijn capuchon (ver) over het hoofd getrokken
- voornoemde supermarkt is binnengelopen en zich vervolgens naar de kassa heeft begeven en aan die van [slachtoffer] om twee pakjes L& M en een pakje shag heeft gevraagd en vervolgens, nadat die van [slachtoffer] deze goederen uit de winkelvoorraad had gepakt,
- een mes, in de richting van die van [slachtoffer] heeft gehouden en aan deze getoond en
- (dreigend) tegen die van [slachtoffer] heeft gefluisterd/gezegd:"Ik wil geld" en vervolgens
- die van [slachtoffer] - onder dreiging van dat mes, - de kassa heeft doen openen;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal van onderzoek 07OVT11034, zaaknummer 2011122804, gesloten op 2 november 2011, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen die worden weergegeven, verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde proces-verbaal.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer1], p. 35-37;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 december 2011.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
2.
hij op 05 september 2011 te Westervoort tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer1] heeft gedwongen tot de afgifte van ongeveer 240 Euro, toebehorende aan supermarkt Coop (gevestigd aan [adres]), welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader
- voornoemde supermarkt zijn binnengelopen en zich vervolgens naar de kassa van de servicebalie heeft begeven en vervolgens om twee pakjes JPS en Ruba XL light heeft gevraagd en vervolgens
- (dreigend) tegen die van [slachtoffer1] heeft gezegd: "Geef me de kassa" en vervolgens
- een mes, in zijn hand heeft vastgehad en (vervolgens)
- die van [slachtoffer1] - onder dreiging van dat mes, de kassa heeft doen openen;
en
hij op 05 met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aantal pakjes sigaretten toebehorende aan supermarkt Coop (gevestigd aan [adres]), welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader
- voornoemde supermarkt zijn binnengelopen en zich vervolgens naar de kassa van de servicebalie heeft begeven en vervolgens om twee pakjes JPS en Ruba XL light heeft gevraagd en vervolgens
- (dreigend) tegen die van [slachtoffer1] heeft gezegd: "Geef me de kassa" en vervolgens
- een mes, in zijn hand heeft vastgehad en met dat mes,naar en in de richting van die van [slachtoffer1] gewezen en vervolgens
- die van [slachtoffer1] - onder dreiging van dat mes- de kassa heeft doen openen;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Feit 3
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer2], p. 50-55;
- proces-verbaal van bevindingen, p. 58;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 december 2011.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
3.
hij op 05 september 2011 te Arnhem tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer2] heeft gedwongen tot de afgifte van ongeveer 460 Euro toebehorende aan supermarkt Coop (gevestigd aan Op het [adres]), welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader met capuchons over het hoofd getrokken
- voornoemde supermarkt zijn binnengelopen en zich vervolgens naar de kassa van de servicebalie heeft begeven en vervolgens om drie pakjes West heeft gevraagd en, nadat die [slachtoffer2] de gevraagde goederen op de balie had gelegd,
- (dreigend) tegen die [slachtoffer2] heeft gezegd: "Ik wil ook de kassa erbij", en vervolgens
- een mes, op de balie heeft gelegd en vervolgens
- (dreigend) tegen die [slachtoffer2] heeft gezegd: "Schiet eens op.", althans woorden van gelijke aard of strekking en
- die [slachtoffer2] - onder dreiging van dat mes, - de kassa heeft doen openen;
en
hij op 05 september 2011 te Arnhem tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie, pakjes sigaretten toebehorende aan supermarkt Coop (gevestigd aan op het [adres]), welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader met capuchons over het hoofd getrokken
- voornoemde supermarkt zijn binnengelopen en zich vervolgens naar de kassa van de servicebalie heeft begeven en vervolgens om drie pakjes West heeft gevraagd en,
nadat die [slachtoffer2] de gevraagde goederen op de balie had gelegd,
- (dreigend) tegen die [slachtoffer2] heeft gezegd: "Ik wil ook de kassa erbij", en vervolgens
- een mes, op de balie heeft gelegd en vervolgens)
- (dreigend) tegen die [slachtoffer2] heeft gezegd: "Schiet eens op.", en
- die [slachtoffer2] - onder dreiging van dat mes, - de kassa heeft doen openen;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Feit 4
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie IJsselland, dossier team Budel, opgemaakte proces-verbaal OPS-nummer 2011080342, gesloten op 23 oktober 2011, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen die worden weergegeven, verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde proces-verbaal.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer3], p. 126-128;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige (naam getuige) p. 139 e.v.;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer4], p. 146-148;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 december 2011.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde onder
feit 4 heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
4.
hij op 12 september 2011 te Ommen tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer3] en [slachtoffer4] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag en een tastoebehorende aan supermarkt Albert Heijn (gevestigd aan [adres]), welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en zijn mededader met capuchons ver over hun hoofden getrokken
- voornoemde supermarkt zijn binnen gelopen en zich vervolgens naar de informatiebalie heeft begeven en vervolgens
- (dreigend) tegen die [slachtoffer3] heeft gezegd:"Ik wil je kassa hebben, dit is geen grapje" en"Kun je niet gewoon op het Eurologo drukken"en vervolgens
- een mes of een briefopener in zijn hand heeft vastgehad en dat mes of die briefopener, dicht langs de kassa hebben gehouden (zodat niemand deze kon zien) en vervolgens
- die [slachtoffer3] en die [slachtoffer4] - onder dreiging van dat mes of die briefopener- de kassa heeft doen openen en die tas en dat geldbedrag heeft doen afgeven;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Feit 5
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie IJsselland, dossier team Budel, opgemaakte proces-verbaal OPS-nummer 2011080342, gesloten op 23 oktober 2011, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen die worden weergegeven, verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde proces-verbaal.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van F. Nanning, p. 196-198;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer5], p. 203-205;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 december 2011.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde onder
feit 5 heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
5.
hij op 12 september 2011 te Balkbrug in de gemeente Hardenberg, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld
[slachtoffer5] te dwingen tot de afgifte van een kassa(lade) en/of een geldbedrag toebehorende aan supermarkt Plus [naam B.V.]., met voormeld oogmerk met capuchons)ver over hun hoofden getrokken
- voornoemde supermarkt zijn binnengelopen en zich vervolgens naar de kassa heeft begeven en vervolgens om sigaretten heeft gevraagd en vervolgens
- (dreigend) meermalen, tegen die [slachtoffer5] heeft gezegd: "De kassa"en vervolgens
- een mes, in zijn hand heeft vastgehad en met dat mes in de richting van die [slachtoffer5] gewezen
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en
hij op 12 september 2011 te Balkbrug in de gemeente Hardenberg, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aantal pakjes sigaretten (merk West), toebehorende aan
supermarkt Plus [naam B.V.]., welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader met capuchons ver over hun hoofden getrokken
- voornoemde supermarkt zijn binnengelopen en zich vervolgens naar de kassa heeft begeven en vervolgens om sigaretten heeft gevraagd en vervolgens
- (dreigend) meermalen, tegen die [slachtoffer5] heeft gezegd: "De kassa"en vervolgens
- een mes, in zijn hand heeft vastgehad en met dat mes in de richting van die [slachtoffer5] gewezen
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Feit 6
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie IJsselland, dossier team Budel, opgemaakte proces-verbaal OPS-nummer 2011080342, gesloten op 23 oktober 2011, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen die worden weergegeven, verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde proces-verbaal.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer7], p. 272 en 273;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer6], p. 278-279;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 december 2011.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde onder
feit 6 heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
6.
hij op 12 september 2011 in de gemeente [naam bv], ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer6] te dwingen tot de afgifte van een kassalade en/of een geldbedrag, toebehorende aan Warenhuis [naam ondernemer] (HEMA) met voormeld oogmerk met capuchons ver over het hoofd getrokken en met een panty over het hoofd
- voornoemd warenhuis (HEMA) zijn binnengelopen en zich vervolgens naar de kassa en/of toonbank heeft begeven en vervolgens
- over de toonbank heeft geleund en zijn hand en onder de toonbank heeft gehouden en een mes, in zijn hand heeft gehad en vervolgens
- (dreigend) tegen die [slachtoffer6] heeft/hebben gezegd: "Kassa", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Feit 7
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte opzet heeft gehad om aangeefster [slachtoffer8] te overvallen en zal verdachte daarvan vrijspreken.
Feit 8
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie IJsselland, dossier team Budel, opgemaakte proces-verbaal OPS-nummer 2011080342, gesloten op 23 oktober 2011, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen die worden weergegeven, verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde proces-verbaal.
Bewijsmiddelen:
- relaas van (vuur)wapen onderzoek, p. 408-410;
- proces-verbaal van bevindingen, p. 23 ev.
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 december 2011.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde onder
feit 8 heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
8.
hij op 12 september 2011 te Ommen en een wapen van categorie I onder 7°, te weten een nabootsing van een vuurwapen, dat door zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een pistool (merk: Glock, type: 17 C) voorhanden heeft gehad;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat feit 3 een voortgezette handeling is van feit 2 en dat feiten 5 en 6 voortgezette handelingen zijn van feit 4. De feiten zijn namelijk begaan uit en gebaseerd op één (ongeoorloofd) wilsbesluit die dag om geld in handen te krijgen.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van een voortgezette handeling. Uit de verklaringen van de verdachten blijkt dat zij telkens opnieuw de beslissing hebben genomen een nieuwe overval te plegen. Er heeft bovendien enige tijd tussen de verschillende overvallen op één dag gezeten. Er is niet slechts sprake van één ongeoorloofd wilsbesluit van de verdachte(n).
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1
Afpersing
en
Diefstal voorafgegaan door en vergezeld van bedreiging met geweld met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken
Ten aanzien van feit 2
Medeplegen van afpersing
en
Diefstal voorafgegaan door en vergezeld van bedreiging met geweld met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee verenigde personen
Ten aanzien van feit 3
Medeplegen afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee verenigde personen
en
Diefstal voorafgegaan door en vergezeld van bedreiging met geweld met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken terwijl het feit wordt gepleegd door twee verenigde personen
Ten aanzien van feit 4 primair
Afpersing terwijl het feit wordt gepleegd door twee verenigde personen
Ten aanzien van feit 5
Poging tot afpersing terwijl het feit wordt gepleegd door twee verenigde personen
en
Diefstal voorafgegaan door en vergezeld van bedreiging met geweld met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken terwijl het feit wordt gepleegd door twee verenigde personen
Ten aanzien van feit 6
Poging tot afpersing terwijl het feit wordt gepleegd door twee verenigde personen
Ten aanzien van feit 8
Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sanctie(s)
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaar met aftrek van de tijd die hij al heeft doorgebracht in voorarrest. Oplegging van een voorwaardelijk deel met bijzondere voorwaarden in de vorm van een klinische opname is gelet op de duur van de geëiste gevangenisstraf niet mogelijk. Een eventuele behandeling zal in het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling moeten gebeuren.
Ten aanzien van het beslag heeft de officier van justitie geëist dat de auto en de daarbij behorende autosleutels verbeurd zullen worden verklaard nu de strafbare feiten met deze auto zijn gepleegd en dat de jas en de pet teruggegeven mogen worden aan de verdachte.
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte een gevangenisstraf van twee jaar waarvan een groot deel voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde een klinische opname in een FPA en een proeftijd van vijf jaar passend is. Wanneer de gevangenisstraf langer duurt zal de detentieschade groot zijn.
Ten aanzien van het beslag heeft de verdediging aangevoerd dat alles teruggegeven dient te worden aan de verdachte. De auto is geen voorwerp waarmee de strafbare feiten zijn gepleegd.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 20 februari 2012;
- Pro Justitia rapportages, opgemaakt door GZ psycholoog drs. [naam], gedateerd 15 november 2011 en 15 februari 2012, betreffende verdachte;
- een pro Justitia rapportage, opgemaakt door psychiater drs. [naam], gedateerd 6 december 2011, betreffende verdachte;
- voorlichtingsrapporten van Reclassering Nederland, gedateerd 9 november 2011, 7 maart 2012, 8 maart 2012 en 15 maart 2012, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich in een relatief korte periode schuldig gemaakt aan zes overvallen op supermarkten en warenhuizen waarvan vijf samen met medeverdachte [medeverdachte].
Verdachte heeft één afpersing en diefstal met bedreiging van geweld alleen gepleegd en is daarna samen met zijn mededader op pad gegaan. Daarbij heeft/hebben hij/zij (getracht) de caissières onder dreiging van een mes/briefopener de inhoud van de kassa en sigaretten te doen afgeven. Dit gebeurde meerdere malen op één dag.
Met hun handelen hebben verdachte en zijn mededader grote angst en schrik veroorzaakt bij de medewerkers van de winkels en bijgedragen aan gevoelens van onveiligheid in het algemeen. Zij hebben dit enkel gedaan vanwege het beoogde geldelijk gewin, zonder zich door de belangen van anderen te laten weerhouden.
Verdachte had daarnaast een nabootsing van een vuurwapen voorhanden.
Verdachte was ten tijde van de gepleegde feiten 22 jaar.
Uit de justitiële documentatie is niet gebleken dat verdachte in het verleden eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld.
In de rapportage van GZ psycholoog [naam], d.d. 15 november 2011, wordt het volgende beschreven: “betrokkene lijdt aan ADHD, een verstandelijke beperking en een niet voldoende uitgerijpte persoonlijkheid met antisociale persoonlijkheidstrekken. Hierdoor is hij niet voldoende in staat om problemen en spanningen op te lossen en is hij impulsief.”
Uit de risicotaxatie blijkt dat er sprake is van een verhoogd risico om vaker gewelddadige feiten te plegen. Zonder interventies lijkt dit dan ook een hoog risico op toekomstig gewelddadig gedrag te hebben.
Geadviseerd wordt om verdachte voor het feit dat hij alleen pleegde enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te achten en voor de overige feiten verminderd toerekeningsvatbaar.
Geadviseerd wordt een deels voorwaardelijke straf op te leggen met reclasseringstoezicht en een klinische behandeling bijvoorbeeld in FPA De Boog te Warnsveld gericht op het omgaan met de verstandelijke beperking, de persoonlijkheidsproblematiek, het vergroten van probleemoplossende vaardigheden en het beter leren hanteren van emoties.
[naam psych GZ] heeft een aanvullend rapport van 15 februari 2012 opgemaakt naar aanleiding van de vraag van de rechtbank in hoeverre het ondergaan van een lange gevangenisstraf, voordat de behandeling kan worden ingezet, van invloed is op de geadviseerde behandeling. [naam psych GZ] heeft hierin aangegeven - samengevat en zakelijk weergegeven- dat de detentie verdachte geen goed doet. Betrokken is door zijn onvolwassen persoonlijkheid en beperkte intelligentie niet goed in staat om kritisch naar zichzelf en zijn problemen te kijken. De verstandelijke beperking, emotionele onvolwassenheid en impulsiviteit zijn blijvende beperkingen. Behandeling zal nodig zijn om betrokkene op een goede manier terug te laten komen in de maatschappij. Hoe langer deze behandeling op zich laat wachten, des te groter de detentieschade zal zijn. Het is daarnaast van belang dat de behandeling en resocialisatie binnen een justitieel kader zal plaatsvinden. Een intensief en langdurig behandeltraject in een FPA met expertise op het gebied van verstandelijke beperkingen, persoonlijkheidsproblematiek en forensische problematiek, is geïndiceerd.
In de rapportage van psychiater drs[naam arts], gedateerd 6 december 2011, wordt een soortgelijk beeld van verdachte geschetst en wordt geconstateerd dat verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd. Drs. [naam arts] adviseert ook een behandeling in een FPA.
Uit het reclasseringsrapport d.d. 7 maart 2012 blijkt dat verdachte door de indicatiestellingscommissie van het NIFP is geïndiceerd voor OBC Berkelland, Trajectum te Rekken. Uit het reclasseringsrapport d.d. 8 maart 2012 blijkt dat er contact is geweest tussen de reclassering en psycholoog [naam psych GZ] en dat [naam psych GZ] zich kan vinden in voorgestelde plaatsing en behandeling van verdachte in OBC Berkelland, Trajectum te Rekken. In haar rapport van 15 maart 2012 geeft de reclassering aan dat wordt verwacht dat de behandelduur drie jaar zal zijn.
De rechtbank acht gelet op voormelde rapporten, verdachte verminderd toerekeningsvatbaar voor het bewezenverklaarde. De rechtbank acht voorts, mede gelet op deze rapporten, een intensieve behandeling noodzakelijk.
Gezien de ernst van de feiten acht de rechtbank een langdurige, deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Gelet op de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte en de noodzaak van behandeling van verdachte, zal de rechtbank de duur van de gevangenisstraf zoals geëist door de officier van justitie, echter aanzienlijk matigen.
De rechtbank zal een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 48 maanden waarvan 16 maanden voorwaardelijk. De rechtbank zal hierbij de bijzondere voorwaarden opleggen dat verdachte contact met de reclassering zal moeten onderhouden en na het uitzitten van het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf klinisch behandeld zal worden bij OBC Berkelland, Trajectum te Rekken of een soortgelijke instelling.
De klinische opname zal niet langer dan drie jaren duren.
De rechtbank acht een proeftijd van drie jaren op zijn plaats gelet op de geïndiceerde klinische opname van verdachte met een verwachte behandelduur, inclusief observatie, diagnostiek, het behandeldtraject en het nazorgtraject, van drie jaar. Deze langere proeftijd is voorts geboden nu er, mede gelet op voorgaande rapportages, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Beslag
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat de auto, kentekenbewijzen en de autosleutels teruggegeven dienen te worden aan verdachte.
Ten aanzien van de jas en de pet is de rechtbank met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat deze teruggegeven moeten worden aan de verdachte.
6a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer9] (feit 3)
De benadeelde partij [slachtoffer9] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van immateriële schadevergoeding ter zake van het onder feit 3 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 75,- te vermeerderen met de wettelijke rente.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk moet worden toegewezen en heeft gevorderd dat er een schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot het gevorderde bedrag.
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelt dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu de heer Van de Velde niet persoonlijk betrokken is geweest bij het bewezenverklaarde feit.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. De benadeelde partij die als bedrijfsleider na de overval zijn personeel heeft opgevangen, was niet aanwezig in de winkel ten tijde van de overval. Er is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende rechtstreeks verband gebleken tussen de schade zoals gevorderd en het bewezenverklaarde feit.
[slachtoffer3] (feit 4)
De benadeelde partij [slachtoffer3] zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 4 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 1229,90, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk moet worden toegewezen en heeft gevorderd dat er een schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot het gevorderde bedrag.
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelt dat het in strijd met de goede procesorde is om ter zitting de vordering aan te vullen. De aanvullende vordering dient dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien van de aanvullende vordering het volgende. De wet voorziet in een systeem waarbij ter terechtzitting (aanvullende) schade kan worden gevorderd door de benadeelde uiterlijk tot het moment dat de officier van justitie met zijn of haar requisitoir aanvangt. De rechtbank acht dit deel van de vordering niet ontijdig ingediend en evenmin in strijd met de goede procesorde en dus niet om die reden niet-ontvankelijk.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij voldoende heeft onderbouwd dat zij als gevolg van het bewezen verklaarde feit immateriële en materiële schade heeft geleden. De immateriële schade ten bedrage van € 796,19 is niet betwist door de partijen en zal worden toegewezen.
De vordering van de benadeelde partij tot vergoeding van materiële schade bedraagt totaal € 433,71.
De rechtbank acht de schade die ziet op de reiskostenvergoeding per auto en per fiets niet toewijsbaar en zij zal dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren. De omstandigheid dat de Belastingdienst een forfaitaire vergoeding a € 0,19 zou toekennen voor reiskostenvergoeding per fiets, betekent niet dat de benadeelde partij daadwerkelijk schade heeft opgelopen omdat zij met de fiets naar de praktijk van de psycholoog/huisarts heeft moeten reizen.
Ten aanzien van de reiskosten gemaakt met de auto van de ouders van benadeelde voor bezoeken aan de fysiotherapeut geldt dat niet is gebleken dat deze kosten voor rekening van benadeelde komen.
De rechtbank acht de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk in haar vordering.
De vordering tot vergoeding van overige kosten, te weten het eigen risico in verband met ontvangen psychologische hulp van € 287,50, de eigen bijdrage van € 50,= voor EMDR behandelingen en € 12,46 voor medicatie in verband met slapeloosheid, zal de rechtbank toewijzen.
De rechtbank acht de vordering toewijsbaar tot een bedrag van € 1.146,15, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 september 2011. De vordering wordt hoofdelijk toegewezen in de zin dat verdachte niet meer tot vergoeding gehouden is indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader [medeverdachte] is of wordt voldaan.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de in het dictum te noemen wijze.
[slachtoffer7] namens Warenhuis [naam ondernemer] [naam bv] BV (Hema) (verder [slachtoffer7]) (feit 5)
De benadeelde partij [slachtoffer7] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 5 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 1064,63, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk tot een bedrag van € 1064,63, vermeerderd met de wettelijke rente, wordt toegewezen en heeft gevorderd dat er een schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag.
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelt dat de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard nu de vordering niet eenvoudig van aard is. De benadeelde heeft niet voldaan aan de plicht om de schade te beperken en de vraag is of de benadeelde partij deze kosten moet dragen.
Beoordeling door de rechtbank
De verdachte heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltlijk weersproken. De rechtbank acht de vordering voldoende onderbouwd. Niet betwist is dat de werknemers als direct gevolg van de overval naar de bijeenkomsten van slachtofferhulp zijn gegaan. De rechtbank acht aannemelijk dat de werkgever de daaruit voortvloeiende kosten, zoals door haar onderbouwd, heeft betaald. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
De rechtbank acht de totale vordering toewijsbaar tot een bedrag van € 1064,63, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 september 2011. De vordering wordt hoofdelijk toegewezen in de zin dat verdachte niet meer tot vergoeding is gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader [medeverdachte] is of wordt voldaan.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de in het dictum te noemen wijze.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 36f, 45, 47, 55, 57, 91, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 13, 55 en 56 van de Wet Wapens en Munitie.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder 7 ten laste gelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 (achtenveertig) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 16 (zestien) maanden niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit dan wel navolgende bijzondere voorwaarde niet is nagekomen:
- dat veroordeelde, zich meldt bij de balie van Reclassering Nederland, [adres] te Arnhem [nr] en zich na de eerste afspraak blijft melden op de afgesproken tijdstippen en locaties zo frequent als en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat veroordeelde zich zoveel mogelijk aansluitend aan zijn detentie zal laten opnemen en verblijven in OBC Berkelland, Trajectum te Rekken, of een soortgelijke instelling teneinde zich klinisch te laten behandelen, voor zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, maar maximaal voor de duur van drie jaren. De veroordeelde zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van OBC Berkelland, Trajectum te Rekken of een soortgelijke instelling zullen worden gegeven;
- Veroordeelde verleent de Reclassering ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan.
Beveelt de teruggave van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten - 1 personenauto Ford Fiesta [kenteken]) 1996, kleur groen
- 1 kentekenbewijs, deel 1
- 1 kentekenbewijs, deel 2
- 2 autosleutels
- 1 pet, kleur zwart, dollarteken, sealbag: F203034
- 1 jas, kleur zwart, sealbag: A3061348
aan de veroordeelde.
De beslissing op de vordering van de benadeelde parti[slachtoffer9].
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer3].
Wijst de vordering van de benadeelde partij ten dele toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover [medeverdachte] betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer3] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer3], te betalen € 1146,15 (elfhonderdzesenveertig euro en vijftien eurocent).vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2011 tot aan de dag der algehele voldoening
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde met dien verstande dat indien en voor zover [medeverdachte] betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer3] zal zijn gekweten, - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer3], te betalen € 1146,15 (elfhonderdzesenveertig euro en vijftien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2011 tot aan de dag der algehele voldoening bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 21 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere betalingsverplichting doet vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer7] namens Warenhuis [naam ondernemer] [naam bv] BV (Hema).
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover [medeverdachte] betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer7] namens Warenhuis [naam ondernemer] [naam bv] BV (Hema) zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer7] namens Warenhuis [naam ondernemer] [naam bv] BV (Hema) , te betalen € 1064,63, (duizendvierenzestig euro en drieënzestig eurocent) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2011 tot aan de dag van de algehele voldoening
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voor zover [medeverdachte] betaalt ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer7] namens Warenhuis [naam ondernemer] [naam bv] BV (Hema) zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer7] namens Warenhuis [naam ondernemer] [naam bv] BV (Hema), te betalen € 1064,63, (duizendvierenzestig euro en drieënzestig eurocent). vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 september 2011 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 20 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. T.P.E.E. van Groeningen, als voorzitter,
mr. E. de Boer, rechter,
mr. A.J.H. Steenweg, rechter,
in tegenwoordigheid van L.J.M. Visser, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 april 2012.