ECLI:NL:RBARN:2012:BW0489
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C.A. Walda
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verklaring van de deugdelijkheid van verzet en ontruimingseffecten in civiele procedure
In deze civiele procedure vordert de vader dat de rechtbank verklaart dat het door hem gedane verzet deugdelijk is en dat de veroordelingen tot ontruiming en opgelegde dwangsommen buiten effect zullen blijven. De vader stelt dat er diverse misslagen zijn begaan door zowel de rechtbank als het gerechtshof, en dat hij zich in een noodtoestand bevindt waardoor het voor hem onmogelijk is om aan de veroordeling te voldoen. Hij verwijst naar een vaststellingsovereenkomst die op 15 januari 2010 is gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over de betaling van een bedrag van € 275.000,00 en de overname van hypothecaire verplichtingen door de vader. De vader meent dat de rechtbank en het hof niet goed hebben gekeken naar deze overeenkomst en de omstandigheden rondom de uitvoering ervan.
De rechtbank heeft de procedure in verschillende fasen doorlopen, waaronder een comparitie van partijen en eerdere vonnissen. De vader heeft zijn vordering onderbouwd met argumenten over juridische misslagen en de noodtoestand waarin hij zich bevindt. De zoon, als gedaagde, voert verweer tegen de vordering van de vader en stelt dat de rechtbank en het hof correct hebben geoordeeld. De rechtbank oordeelt dat de vader niet voldoende heeft aangetoond dat er sprake is van misslagen in de eerdere uitspraken en dat de omstandigheden die hij aanvoert niet nieuw zijn en niet leiden tot een onaanvaardbare situatie voor hem.
Uiteindelijk wijst de rechtbank de vorderingen van de vader af en veroordeelt hem in de proceskosten, die aan de zijde van de zoon zijn begroot op € 1.164,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. H.C.A. Walda op 7 maart 2012.