ECLI:NL:RBARN:2012:BW0482

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
12 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
222168 / FA RK 11-12543
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring van rechtsvermoeden van overlijden na ontvoering

Op 12 maart 2012 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende een verzoek tot verklaring van rechtsvermoeden van overlijden. De zaak betreft een man die op 13 oktober 2009 is ontvoerd op de Albert van Dalsumstraat in Arnhem. Ondanks intensieve politieonderzoeken en publicaties in de media is er sindsdien niets meer van hem vernomen. De vrouw van de man heeft de rechtbank verzocht om te verklaren dat er een rechtsvermoeden van overlijden bestaat, nu de man niet reageert op een oproep die door de rechtbank is gedaan.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de man sinds zijn ontvoering niet meer is gezien en dat de tijdsduur van vermissing meer dan een jaar bedraagt, wat voldoet aan de vereisten van artikel 1:413 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft ook overwogen dat de vrouw, als echtgenote, een aantoonbaar belang heeft bij de verkrijging van deze verklaring. De rechtbank heeft op basis van de geschetste omstandigheden, waaronder de ontvoering en het ontbreken van levensteken, geoordeeld dat de dood van de man waarschijnlijk is.

Daarom heeft de rechtbank op 12 maart 2012 verklaard dat er een rechtsvermoeden van overlijden bestaat van de man, geboren op 10 juni 1964 in Turkije. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door rechter E.J.M. van Engelen, in aanwezigheid van griffier F. Wolters. De beschikking kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak, via het gerechtshof te Arnhem.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ARNHEM
Sector Familie en Jeugd
Zaakgegevens: 222168 / FA RK 11-12543
Datum uitspraak: 12 maart 2012
beschikking
naar aanleiding van het verzoek van
[de vrouw] (nader te noemen: de vrouw),
wonende te [woonplaats],
advocaat mr. M. Nieuwendijk te Breukelen.
Het verloop van de procedure
Dit verloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 27 oktober 2011;
- een brief van de officier van justitie, ingekomen op 31 januari 2012.
Overwegende
1. De vrouw is op 10 juni 1998 te Istanbul in Turkije gehuwd met de heer [man] (nader te noemen: de man), geboren op 10 juni 1964 te [geboorteplaats] in Turkije. Uit hun huwelijk zijn drie kinderen geboren:
- [kind 1], op 14 april 2007 te [geboorteplaats],
- [kind 2], op 14 april 2007 te [geboorteplaats] en
- [kind 3], op 3 februari 2001 te [geboorteplaats].
2. Op 13 oktober 2009 is de man ontvoerd op de [adres] in [woonplaats]. Ondanks alle politieonderzoeken en publicaties in de media is niets meer van de man vernomen.
3. Aan de rechtbank is verzocht de vrouw te gelasten de man op te roepen, teneinde van zijn in leven zijn te doen blijken en, als daarvan niet blijkt, te verklaren dat een rechtsvermoeden van overlijden van de man bestaat.
Motivering van de beslissing
4. De door de man verlaten woonplaats ligt in het arrondissement Arnhem, zodat deze rechtbank bevoegd is van het verzoek kennis te nemen.
5. De griffier van deze rechtbank heeft de man via een publicatie in het Algemeen Dagblad opgeroepen voor de zitting van 7 december 2011 om 13:00 uur. Hij is niet ter zitting verschenen, noch iemand namens hem.
6. Als echtgenote van de man heeft de vrouw een aantoonbaar belang bij de verkrijging van de verklaring van vermoedelijk overlijden.
7. De tijdsruimte van vermissing beloopt ten minste één jaar te rekenen vanaf het laatste levensteken van de man op 13 oktober 2009. De namens de vrouw en door de officier van justitie geschetste omstandigheden maken de dood van de man waarschijnlijk. Aan de vereisten van artikel 1:413 leden 1 en 2 BW is hiermee voldaan.
8. Hetgeen hiervoor is overwogen maakt dat de rechtbank zal verklaren dat er een rechtsvermoeden van overlijden bestaat van de man.
De beslissing
De rechtbank
verklaart dat er een rechtsvermoeden van overlijden bestaat van:
- [[man], geboren op 10 juni 1964 te [geboorteplaats] in Turkije, vermoedelijk overleden op 13 oktober 2009.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.J.M. van Engelen, rechter, in tegenwoordigheid van F. Wolters als griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2012.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof te Arnhem.