ECLI:NL:RBARN:2012:BV8162
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afstand van bankpas, pincode en rijbewijs leidt niet tot overeenkomst en onrechtmatige daad
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 27 februari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen Intrum Justitia Nederland B.V. en een gedaagde partij, die anoniem is gebleven. De zaak betreft de vraag of er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen Vodafone en de gedaagde partij, nadat deze zijn bankpas, pincode en rijbewijs had afgegeven aan een derde, die vervolgens een telefoonabonnement heeft afgesloten. De rechtbank oordeelt dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen, omdat de gedaagde partij niet heeft getekend voor de overeenkomst en er onvoldoende bewijs is dat hij daadwerkelijk toestemming heeft gegeven voor het afsluiten van het abonnement. De enkele betaling van € 0,01 met de bankpas van de gedaagde partij is niet voldoende om een overeenkomst te onderbouwen.
Daarnaast heeft Intrum Justitia een onrechtmatige daad ingeroepen, maar ook deze grondslag wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank stelt dat het onverstandig is om persoonlijke gegevens en betaalmiddelen aan een ander te geven, maar dit maakt nog niet dat de gedaagde partij onrechtmatig heeft gehandeld jegens Vodafone. De verantwoordelijkheid om te controleren of de identiteit van de persoon die de overeenkomst aangaat klopt, ligt bij Vodafone. De rechtbank concludeert dat Intrum Justitia haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd en wijst de vordering af. Intrum Justitia wordt bovendien veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van de gedaagde partij op nihil worden begroot.