ECLI:NL:RBARN:2012:BV8109

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
16 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
784769 Cv Expl. 11-10736
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en ontbinding van een sim-only abonnement

In deze zaak heeft Webcasso B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die een sim-only abonnement had afgesloten met Simpel. De gedaagde partij heeft op 27 maart 2009 een abonnement met een looptijd van 24 maanden afgesloten, maar heeft niet aan zijn betalingsverplichtingen voldaan. Webcasso, als rechtsopvolger van Simpel, vorderde betaling van een bedrag van € 72,07, vermeerderd met rente en kosten, en vroeg tevens om een verklaring voor recht dat de overeenkomst rechtsgeldig was ontbonden. De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat de gedaagde partij in gebreke was gebleven, maar dat niet alle gevorderde kosten en schadevergoeding konden worden toegewezen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot betaling van € 28,88, vermeerderd met contractuele rente, toewijsbaar was, terwijl de vordering tot betaling van administratiekosten en buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen. Tevens werd de ontbinding van de overeenkomst tussen de gedaagde partij en Simpel voor recht verklaard. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter B.J. Engberts op 16 januari 2012.

Uitspraak

verstekvonnis
RECHTBANK ARNHEM
burgerlijk recht, sector kanton
Locatie Arnhem
zaakgegevens 784769 \ CV EXPL 11-10736 \ BE \ 340 \ be
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap Direct Pay Services B.V., als rechtsopvolger onder bijzondere titel van Simpel Consumenten B.V. h.o.d.n. Simpel
gevestigd te Barendrecht
eisende partij
gemachtigde Webcasso B.V.
tegen
[gedaagde partij]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
niet verschenen
Partijen worden hierna Webcasso en [gedaagde partij] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 28 september 2011
- de rolbeschikking van 7 november 2011
- de akte van uitlating tevens inhoudende vermindering van eis van Webcasso.
2. De feiten
2.1. [gedaagde partij] heeft op 27 maart 2009 een zogeheten sim-only abonnement met Simpel afgesloten met een looptijd van 24 maanden. De abonnementsprijs bedroeg € 7,50 per maand waarvan € 5,- betrekking had op een beltegoed van 200 minuten per maand en € 2,50 op een tegoed van 45 sms-berichten.
2.2. Simpel heeft de vorderingen op [gedaagde partij] uit hoofde van deze overeenkomst overgedragen aan Webcasso.
3. De vordering
Webcasso vordert, na vermindering van haar eis, dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, (i) [gedaagde partij] wordt veroordeeld om aan haar tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 72,07 te vermeerderen met de contractuele dan wel de wettelijke rente daarover vanaf 28 september 2011 tot de dag van de algehele voldoening, (ii) primair voor recht wordt verklaard dat de overeenkomst rechtgeldig is ontbonden en subsidiair de overeenkomst met onmiddellijke ingang. althans met ingang van een nader te bepalen datum wordt ontbonden op grond van tekortkoming van [gedaagde partij] in de nakoming van de verplichtingen uit die overeenkomst, (iii) [gedaagde partij] wordt veroordeeld tot betaling van een vergoeding van de schade die de rechtsvoorganger van Webcasso lijdt doordat ontbinding van de overeenkomst plaatsvindt en deze schade te begroten op een bedrag van € 58,50 dan wel een bedrag als de kantonrechter redelijk en billijk acht, (iv) [gedaagde partij] wordt veroordeeld in de buitengerechtelijke incassokosten ad € 37,00 vermeerderd met de contractuele danwel de wettelijke rente daarover van 28 september 2011 tot de dag van de algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten.
4. De beoordeling
4.1. Webcasso is bij rolbeschikking van 7 november 2011 in de gelegenheid gesteld de in de dagvaarding genoemde hoofdsom van € 61,88 te specificeren. Dit heeft zij bij akte van 28 november 2011 gedaan. Bij die akte heeft zij haar vordering tot betaling van schadevergoeding wegens de (gevorderde) ontbinding van de overeenkomst verminderd van € 60,- tot € 58,50.
4.2. Webcasso vordert onder meer betaling van een bedrag van € 72,07. Dit bedrag heeft betrekking op twee onbetaald gebleven facturen (van 13 juli 2010 en 10 augustus 2010) ad totaal € 104,36 vermeerderd met contractuele rente ad € 10,19 waarop – zo begrijpt de kantonrechter – betalingen van [gedaagde partij] ad totaal € 60,48 in mindering zijn gebracht. Dit brengt de hoofdsom op € 54,07 inclusief in de dagvaarding vermelde contractuele rente van
€ 10,19 (12% per jaar) of € 43,88 exclusief die gevorderde contractuele rente. Het moet er daarom voor worden gehouden dat de genoemde hoofdsom van € 61,88 niet juist is.
4.3. Daarnaast roepen de twee overgelegde facturen en de nadere toelichting van de gevorderde schadevergoeding van € 60,00 diverse vragen op.
Uit de factuur van 10 augustus 2010 blijkt dat daarin administratiekosten ad € 12,61 exclusief BTW (€ 15,00 inclusief BTW) in rekening zijn gebracht. De grondslag van dit deel van de vordering is echter niet gebleken. Voor zover het gaat om buitengerechtelijke incassokosten geldt dat Webcasso ter zake een bedrag van € 37,00 vordert en dat er geen ruimte is om daarnaast vergoeding van dergelijke kosten te vorderen. De vordering ad
€ 37,00 wordt hierna beoordeeld.
4.4. In de dagvaarding is tevens een schadevergoeding van € 60,- gevorderd. Volgens de dagvaarding betreft dit de helft van de onbetaalde maandelijkse abonnementstermijnen over de resterende looptijd. In de akte van 28 november 2011 wordt een bedrag van € 58,50 gevorderd. Dit betreft de volledige abonnementstermijnen (€ 7,50) per maand over de resterende looptijd (tot 27 maart 2011) zijnde € 52,50 (7 maal € 7,50). Tevens wordt € 6,- wegens stornering van twee automatische incasso’s gevorderd. Webcasso licht in haar akte niet toe waarom de dagvaarding op dit punt onjuist is.
Voor wat betreft de thans gevorderde € 58,50 geldt dat uit de overgelegde factuur van 13 juli 2011 blijkt dat daarin de abonnementskosten van het tweede jaar (betreffende het beltegoed) ad € 50,42 exclusief BTW (€ 60,- inclusief BTW) reeds in rekening zijn gebracht zodat Webcasso deze kosten aldus dubbel in rekening brengt. Voorts geldt dat Webcasso niet aangeeft waarop de schadevergoeding ad € 6,- (stornering twee betalingen) in gebaseerd. Dit deel van de vordering wordt daarom afgewezen.
4.5. Uit het vooroverwogene blijkt dat de vordering slechts tot een bedrag van € 28,88, zijnde € 43,88 minus € 15,00, is gegrond. Voor wat betreft de contractuele rente geldt dat deze opnieuw berekend moet worden. Daarom zal de contractuele rente worden toegewezen vanaf de vervaldatum van beide openstaande facturen, rekening houdende met het feit dat de in rekening gebrachte administratiekosten ongegrond zijn en uiteraard ook rekening houdende met reeds gedane (deel)betalingen.
4.6. Gelet op het voorgaande is er geen grond voor toewijzing van de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het moet er immers voor worden gehouden dat Webcasso bij haar pogingen buiten rechte betaling te verkrijgen ten onrechte administratiekosten in rekening heet gebracht en betaling van € 60,- schadevergoeding heeft gevorderd terwijl niet is gebleken dat daarvoor een grondslag bestond.
4.7. De vordering om voor recht te verklaren dat de overeenkomst is ontbonden wordt toegewezen omdat de dagvaarding – zoals Webcasso (onbetwist) stelt – als buitengerechtelijke ontbindingsverklaring (art. 6:267 BW) kan worden beschouwd.
4.8. Nu Webcasso grotendeels in het ongelijk is gesteld, wordt de vordering tot veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten afgewezen.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1. veroordeelt [gedaagde partij] om aan Webcasso tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 28,88 te vermeerderen met de contractuele rente van 12% per jaar vanaf de vervaldatum van beide openstaande facturen (rov. 4.2), rekening houdende met het feit dat de in rekening gebrachte administratiekosten ongegrond zijn en uiteraard ook rekening houdende met reeds gedane (deel)betalingen;
5.2. verklaart voor recht dat de overeenkomst van 27 maart 2009 (tussen [gedaagde partij] en Simpel) rechtgeldig is ontbonden;
5.3. verklaart de veroordeling onder 5.1. uitvoerbaar bij voorraad;
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.J. Engberts en in het openbaar uitgesproken op